Gelukzaligheid is meetbaar. Het duurt zes minuten en tweeënveertig seconden. En geen tel langer.

 

“Zo hallo! Gaat-ie lekker, kale?!”

Het was eruit voor ze er zelf erg in had. Ze stonden in een kring. Koppen bij elkaar. In hun blauwgroene shirtjes. De coach deed een laatste peptalk.

IMG_3458De bal belandde toevallig bij haar voeten en de coach van KZ, international Tim Bakker, uit Koog aan de Zaan, dus gewoon een Amsterdammer, nou niet bepaald iets om trots op te zijn, maar merkwaardig genoeg toch rondlopend zonder enig gevoel van gêne, vond het nodig om haar een duw te geven om de bal te pakken. Alsof dat indruk op Estelle maakte. Hij had beter moeten weten.

 

Als de eerste wedstrijd van het NK Korfbal in de Limeshallen te Alphen aan de Rijn begint, zit ze op de bank en kijkt ze gespannen. In de auto hadden we het nog tegen haar gezegd. Wees scherp. Wees gefocust. Je speelt alleen maar tegen boeren. Houd de eer van Trekvogels hoog. Je hoeft voor niemand onder te doen. Voor niemand. Wie zijn ze dan. Zoek de grens op. Vreet ze op.

Deze wekelijkse litanie kennen mijn dochters. Al jarenlang vergiftig ik ze met een dodelijke portie adrenaline. Als geleide projectielen stuur ik ze het veld in. Als je mijn dochters wil verslaan, moet je tot de bodem gaan. Dat idee. Die agressieve vader, die uit dat reclamespotje van SIRE , die dwaas achter dat reclamebord, die zijn zoontje naar voren brult en hem adviseert de poten van zijn tegenstander door te zagen, inderdaad… u raadt het al.

 

 

Op de tribune heerst geen sfeer. Laat ik zeggen, niet als drie jaar geleden. Toen mocht haar oudere zus in Wolvega deelnemen aan het NK. En een NK korfbal is eigenlijk gewoon een EK. Of zeg maar WK. Vanuit Rotterdam was het drie uur rijden met de bus naar Friesland. In één groenwitte optocht werden de twee sportzalen gevuld. Pruiken, hoeden, vlaggen, toeters, confetti en veel wijn, want dat hadden we onszelf in ons clublied beloofd: Een rosé van eigen bodem, Chateaux Oiseau Masturbant…

De groene zee is nu, anno 2014 te Alphen, een groen meertje geworden. Wat zeg ik. Een troebel slootje.

Ter info, zojuist met trots de NK Wolvega-Polo aangetrokken. Zo luidde het WhatsApp berichtje van vanochtend van Ton: vader van, coach van, penningmeester van, manus-van-alles-van, redder van. Zijn grootvader was grondlegger van Trekvogels. Opgericht in 1919.

Was het een statement of nostalgie om het Wolvegashirtje aan te trekken? Bij mij gaan beide fenomenen al jaren hand in hand. Hoe dan ook, ik besloot op het allerlaatste moment solidair met Ton te zijn en trok ook mijn Wolvega-polo aan.

We brulden de kinderen naar een derde plaats op dat NK. Toen. David moest slechts Goliath en diens tweelingbroer voor zich dulden. Trekvogels C1 derde van Nederland. Onvoorstelbaar waar. Het nietige Trekvogels. De volksclub met die jarenzeventigbruine kantine die echt niet meer kan. Haast letterlijk want de boel staat op kraken. Korfbal in de grote stad staat sowieso op kraken, want voetbal is als het mythische zevenkoppige monster Leviathan dat alle jongeren eerst verblindt en vervolgens verslindt.

We vielen elkaar dronken en huilend in de armen. In de bus draaiden we voor de zoveelste keer het niet van dubbelzinnigheden gespeende clublied:

Met een sjor, een trek, een duw en een ruk

Maar hoe hard ik ook trok, nergens vond ik geluk

Als een vogel trok ik door, ver weg van het chag’rijn

Oh wat is het toch fijn een Trekvogel te zijn

Van dat groenwitte gevoel is weinig over gebleven in Alphen. Vorig jaar is uit nood een fusie tot stand gekomen tussen het veel grotere en rijkere Nieuwerkerk aan den IJssel en Trekvogels. Het voelt niet als een fusie, en zo hoort het ook. Darwins leer kent ook geen weloverwogen gefaseerde overnames. ’t Is simpel: ’t is eten of gegeten worden. Zelfs de korfbalwereld is meedogenloos. Voor niet veel minder zou de moed zomaar eens in je schoenen kunnen zinken.

Ton hangt de stokoude clubvlag op. Hij en ik zitten er nogal treurig bij in onze polootjes van drie jaar geleden. Als twee in het groen geklede drenkelingen in een blauwe oceaan. We probeerden zojuist nog iets te scanderen als Kom op Nieuwervogel of Allez Trekkerk maar de overwegend gereformeerde Nieuwerkerkers zagen er de humor niet van in.

Hoogtepunt. Wolvega. De kleine finale om het brons. De laatste vijf minuten. Bij een veilige voorsprong mogen twee kinderen invallen. Uit de D1, want bij gebrek aan een C2-team zag coach Ronald zich genoodzaakt uit een kleiner vaatje te tappen. De kleine Mike verving zijn broer en topscorer Kenneth en de toen vijftienjarige Fabienne maakte plaats voor haar drie jaar jongere zus Estelle.

Anita filmde. “JAAAA! DAAR KOMEN ZE! DE KLEINTJES MOGEN ER IN!”. De gil was tot ver buiten Wolvega te horen. De camerabeelden lieten de dag erop schokkerige beelden zien. Als vanuit een oorlogsgebied. Een soort Suske en Wiske op survival in Aleppo. Iets viel om tijdens het filmen. Waarschijnlijk Anita zelf. Mike en Estelle waren amper te zien. Maar ze had gelijk, Aniet. Ze kwamen erin.

Een SMS-je ontvang ik. Van Sandra, de moeder van Mike. Zij was jarenlang de coach van Estelle. Zij is nu in Enschede. Nu is anno vandaag. Mike is vorig jaar overgestapt van Trekvogels naar Nieuwerkerk en speelt nu het NK voor C-junioren.

Estelle en Mike

Ze speelden altijd samen. De onvermoeibare Estelle en de flegmatieke Mike die zich als een Lion King bewoog. Nou ja bewoog… Hij verlaagde zich tot bewegen als-ie kon scoren.

8-2 gewonnen van PKC, vertelt het schermpje van mijn iPhone. PKC is in de korfbalwereld Feyenoord, Ajax en PSV bij elkaar.

De B 7-2 verloren, ook van PKC, sms ik terug.

De ouders van Nieuwerkerk schreeuwen Kom op Nieuwerkerk! De kreet is trekvogelloos en dat doet elke keer een beetje pijn. Genegeerd worden als kind vond ik al vreselijk, en die jeugdtrauma ben ik blijkbaar nog niet te boven. We voelen ons als een blok aan een been. Vroeger waren we nog de luis in de pels en dat voelde een stuk beter.

Ik vloek te veel. Dat weet ik. Ik ben er niet trots op. Mijn fanatisme botst altijd. Met de tegenstanders. De ouders van de tegenstanders. De scheids. En soms zelfs met de eigen ouders. Het verklaart mijn liefde voor de fiets en de eenzaamheid die ik dan verkies. Mijn vloek is mij heilig. Hoe meer andere ouders me aanstaren, hoe meer ik me bezondig aan godslastering. Als katholiek verwacht ik niets minder dan absolutie. Wat zouden gereformeerden mij stilletjes gunnen?

IMG_3443

Op de bank zit Estelle. Te wachten op haar kans. Pas twee weken geleden kreeg zij te horen dat zij als reserve mee mocht. Ton kwam het Estelle, captain van Trekvogels C1, na de training vertellen. Ze moest niet rekenen op al te veel speelminuten, maar ze mocht mee. Een vreugdekreet volgde.

CKV Nieuwerkerk-Trekvogels B1 NK team 2013-2014

Je kan er minuten zwijgend naar kijken. Naar die sprankeling in haar ogen. Die zuivere opwinding die ieder jaar, beetje bij beetje, moet inboeten. Kinderen krijgen er levenservaring voor terug. Dit is een weeffout van de Heer geweest.

De B1 heeft het moeilijk en gaat kansloos ten onder.

Mike is intussen kampioen geworden in Enschede. Daar is een gekkenhuis losgebarsten, zo begrijpen wij via Twitter.

Er zijn veel Nieuwerkerksupporters naar Alphen getrokken. Slechts een handjevol Trekvogels is gekomen, en geen van hen nam de moeite om de clubkleuren te dragen. We zitten weliswaar in één vak maar het voelt als een uitgehuwelijkt koppel waarbij zowel de bruid als de bruidegom zich ongemakkelijk voelt.

We zien de B1 een laatste wedstrijd spelen. Om de 7e of 8e plaats. Tegen De Meeuwen uit Putten dat, bij navraag, ergens op de Veluwe schijnt te liggen. Nieuwerkerk-Trekvogels staat dik voor. De sfeer komt niet eens in de buurt van Wolvega.

“Scheids! Scheids!….Estelle….”

Coach Ruben duwt Estelle met haar rechter ellenboog het veld in. Eindelijk. Ze mag nog 6 minuten en 42 seconden meedoen.

“Come on Essie!”, schreeuwt Jeremy die een zwak heeft voor zijn schoonzusje dat steeds meer het verkleinwoord ontgroeit.

“Ah Estelle…”, mompelt Fabienne een beetje wezenloos. Ze omarmt haar moeder.

(’s Avonds zou MAFJE na een plechtige vergadering unaniem besluiten dat Estelle nooit ouder of groter mag worden.)

De Pitbull, zo noemen ouders van de tegenstanders haar. En het klopt. Dat lieve meisje dat met een rechte rug trouw haar piano partituren oefent is een pitbull. Een piranha. Een jachtluipaard. Ze zet haar tanden in haar dame (een korfbalterm, u hoeft de politie niet te bellen), en laat niet meer los. Echt nooit meer.

Ze sleurt en trekt, begaat meteen twee overtredingen, gooit haar armen in de lucht naar de scheids die zij, zeer terecht, een lul vindt en hem dit ook laten weten.

Het is afgelopen.

Ton knoopt de vergeelde Trekvogelsclubvlag van de railing los. De zaal stroomt langzaam leeg. Nieuwerk-Trekvogels is zevende van Nederland geworden.

Zonder het te weten bezorgde Estelle haar ouders in 6 minuten en 42 seconden tijd het hoogtepunt van het jaar. Waarmee bewezen is dat gelukzaligheid meetbaar is:

Zes minuut tweeënveertig. En geen seconde langer.

 

foto 2 (3)

Nala en Simba anno nu

 

 

-