“Woensdag 27 september 2017, huldiging Gemeente Lansingerland van Chantal Blaak die vier dagen daarvoor wereldkampioen wielrennen is geworden:

Ik begroet Kees van Sintmaartensdijk die in Zuidland luistert naar de veelzeggende bijnaam Kees Bier. Kees is ontegenzeggelijk de allergrootste fan van Chantal.

‘Kees! Kerel! Gefeliciteerd man!’

Ik omhels hem, maar iets houdt hem tegen. Pas nu valt me met terugwerkende kracht op dat hij ook bij Chantal thuis al zo stil was.

‘Kees, alles in orde gozert?’, gooi ik het nog eens over de optimistische boeg.

‘Het WK was de eerste wedstrijd sinds jaren waar ik niet bij was. Dat geloof je toch niet…’

Kees staart over mijn schouder richting Niemandsland.

‘Waar zat je dan in hemelsnaam Kees?’, vraag ik hem onverminderd goed geluimd.

‘Ik ben ziek Marco. Het werd een dag na onze verhuizing geconstateerd. Paar weken terug. Slokdarmkanker.’”

Uit  Bergen Goud – Kippenvel

 

Huldiging Wereldkampioen Chantal Blaak (27-09-2017, Gemeentehuis Lansingerland)

***

 

‘Ik kan het zelf amper geloven dat ik kanker heb. Dat het in mijn lichaam zit. Die waarheid, dat gegeven…het verdooft je gewoon. Kijk, rondom de 30% van de slokdarmpatiënten leeft, vijf jaar na de diagnose. Ik ben nu aan het herstellen van een intensieve chemoradiatie behandeling. In januari word ik geopereerd.’

Dit is het antwoord van Kees op mijn eerste vraag. Hoe het met hem gaat. Het zet me met beide benen terug op de grond. Ik vloekte een uurtje geleden nog de bekleding van mijn autostoelen: de A15 zat potdicht vlak voor de Beneluxtunnel. Dat zijn zo de problemen voor iemand die gestrand is in de doodlopende weg van de alledaagsheid. Iemand die beter zou moeten weten. Zoals we allemaal beter zouden moeten weten.

‘Ik ben op 20 september 1973 geboren, in Zuidland ja. Na twee dochters was ik een nakomertje. Mijn moeder was huisvrouw, mijn vader vlasplukker. Na zijn diensttijd ging hij de bouw in. Ze wonen nog altijd in het huis waarin ik geboren ben.’

We zitten tegenover elkaar in zijn nieuwe huis dat hij slechts vier maanden geleden betrad. Er staat geen muziek op. Buiten wordt geheid. Alle bewoners van het dorp Zuidland hebben hondenogen. Daar worden ze mee geboren.

‘Ik heb een fijne jeugd gehad. Ik speelde graag op straat. Voetballen deed ik graag en voor de rest een beetje kattenkwaad uithalen in het dorp. Ik was een druk ventje op de lagere school, maar ik kon wel goed leren. Tsja als je me naar iets bijzonders vraagt uit mijn jeugd…. ik zocht eigenlijk altijd een podium…’

‘Een podium Kees?’

‘Ja, die tijd was de Playbackshow van Henny Huisman populair. Dat was zo mid jaren ’80. Ik had een act waarbij ik André van Duin en Corrie van Gorp en zo nadeed. En best aardig hoor als zeg ik het zelf hahaha, loop eens mee….’

 

We staan voor de kast waarop een racefietswiel staat. Tussen de spaken van het wiel zijn foto’s gestoken. Foto’s van wielrennen. Foto’s met Margit. Ze dragen gele petjes bij een wielerkoers. Op een van de foto’s zien we een Kees van enkele decennia geleden tijdens een playback-act.

‘Dat wiel was een huwelijkscadeau van mijn oudste zus Nel en mijn zwager Arie. Margit heeft er lampjes gehangen. Leuk toch? Toch nog een beetje Kerst in ons huis.’

Als ik Kees vraag naar zijn drang voor het podium antwoordt hij:

‘Geen idee eigenlijk. Mijn vader heeft volgens mij ooit nog op een toneelvereniging gezeten. Ik zelf zat vanaf mijn zevende op orgelles. Vanaf mijn 13e trad ik op met mijn orgeltje op feestjes. Bruiloften en zo. Mijn allereerste optreden was de zilveren bruiloft van mijnheer en mevrouw Vermaat. Dat was in café Van Ouds ’t Raedthuys, in Zuidland ja. Dat café zou jaren later zo’n beetje mijn tweede huis worden hahaha.’

Kees blijkt talent te hebben als orgelspeler. De Sibambas, een lokaal bandje, zijn uit elkaar gevallen, maar gitarist Jaap heeft plannen om een nieuwe band te formeren:

‘Ik was eigenlijk veel te jong, maar ik zei toch ja. Ik vond het heerlijk om te spelen. Drummer was Hans, Erik speelde bas, John zanger, Jaap gitaar en ik dus organist. We speelden een beetje Top 40 werk. Een foxtrotje hier, een walsje daar. No Problem heetten we. Mooie naam toch?’

No Problem klinkt als bandnaam een stuk aannemelijker dan de Sibambas – die naam doet mij vooral denken aan een hilarische Koot & Bie sketch waarbij zij muzikanten verbeeldden van de Flibaba’s, uitvinders van de zogenaamde Neder-Hawaii. Het was een klassieker in de auto als we op zomervakantie gingen naar Zuid-Frankrijk.

‘Ik heb er tot mijn 24e in gespeeld….’

‘Bij de Sibambas?’

No Problem.’

‘Nee is ook geen probleem.’

We lachen hartelijk om de opzettelijke Babylonische spraakverwarring. Kees vertelt met glimmende ogen van napret over zijn tijd als muzikant:

‘Vanaf mijn 14e ging ik vaak naar Van Ouds ’t Raedthuys om er piano te spelen. In het weekend, na schooltijd en veelal op woensdagmiddag. Daarna gingen ze ouderwets met de pet rond. Een Arubaan die toen op Zuidland woonde, noemde mij altijd The Piano Man. Dat werd mijn bijnaam in café Van Ouds ’t Raedthuys en daarmee dus ook op Zuidland…’

Café Van Ouds ‘t Raedthuys op Zuidland

 

Tussen het gebonk van de heipalen, vult de huiskamer zich ineens met muziek. Toch staat de radio uit. Het is de kracht van de verbeelding. Billy Joels Piano Man komt tot leven. Sing us a song you’re the piano man! Kees neemt een slok van zijn koffie. Glimlacht dan. We luisteren samen naar Billy Joels Piano Man zonder dat het lied opstaat en zingen het refrein zwijgend mee.

‘Ik ging naar de Angelus Merula in Spijkenisse. Een mooie kleine school. Leraren waren gewoon je vrienden. Een heerlijke tijd. En wat ik al zei, ik leerde makkelijk. Ik deed er de HAVO. Ondertussen speelde ik veel muziek. Ik kreeg les van ene heer Van Gogh in Abbenbroek. Hij stoomde me klaar voor het conservatorium. Als ik solo piano speelde in Van Ouds ’t Raedthuys, kon ik feitelijk spelen wat ik wilde. Ik was gek op improviseren dus ik raakte meer en meer verknocht aan jazz- en bluesmuziek. Ik begon met een A-mineurtje en speelde dan oeverloos lange Bluesschemaatjes. Fats Domino was mijn favoriet.’

Ik haak er meteen op in. Muziek schept nu eenmaal een band. Muziek bevrijdt en verbroedert. Uiteindelijk delen we niet alleen dezelfde passie maar ook dezelfde herinneringen: slecht betaalde optredens, grotendeels ontevreden publiek (top 3: “te weinig hits!”, “die zanger kennie zingen!” en “WAT SPELEN ZE HARD!”), haperende microfoonsnoeren en veel lauw bier.

‘Alle cafés van Zuidland kende ik en zij kenden mij. Op zaterdagavond zaten er zomaar 100, 150 man in de kroegen. Ieder weekend was een feessie! Ik slaagde betrekkelijk eenvoudig voor de HAVO, het was begin jaren ’90, ik was een jaar of 16, 17. Ik wilde geld verdienen, want ik hield van uitgaan. Het conservatorium had ik uit mijn hoofd gezet. De kans op een doorbraak was miniem voor een organist van mijn niveau en muziekleraar worden zag ik al helemáál niet zitten.’

Kees vervolgde zijn opleiding op de MTS op Rotterdam-Zuid, vlak naast het Sint Montfoort College waar ik zelf naar school ging. Zowel Kees als ik met verdeeld succes en beperkte interesse.

‘In 1993 nam mijn maat Ted Weeda café Van Ouds ’t Raedthuys over. Het heette overigens toen al Het Wapen van Zuidland. Nou dat was kaassie. Het was nooit de bedoeling geweest, maar ik heb daar dus drie maanden op de loonlijst gestaan hahaha. Ik speelde piano, was barkeeper, glazenophaler, afdroger en… de beste klant van Het Wapen hahaha. Wát een tijd!’

Ondertussen werkte Kees ook in de bouw. Hij liep stage bij een bouwbedrijf en dat beviel zo goed dat hij niet meer terug naar de MTS keerde. Kees verdiende er een goede boterham en zag die jaren iedere kroeg van Zuidland en van het eiland Voorne-Putten.

‘Ja, dat waren mijn hoogtijdagen man! Samen met Ted. Vanaf 1992 tot aan 2002 was mijn leven één groot feest. Daar heb ik mijn bijnaam Kees Bier aan te danken gehad. Spijt? Ik? Tot op de dag vandaag niet nee. Echt niet…’

Het leven lacht Kees toe en Kees lacht terug. Hij woont dan weer bij zijn ouders, dan bij een van zijn zussen, dan weer op zichzelf. Spijkenisse, Geervliet, Zuidland, Simonshaven. Het leven van Kees is als een pretpark. Zijn favoriete attractie is de achtbaan. Kees moet een prijs betalen:

‘Mijn rug was door dat gesjouw in de bouw he-le-maal naar de kloten. Ik wilde natuurlijk niet afgekeurd worden, dus liet ik me omscholen. Zoals ik al zei, ik leerde makkelijk. Ik werd chauffeur en haalde binnen zes maanden al mijn benodigde rijbewijzen. Ik ging in dienst bij Van Dongen Transport en reed veel op Spanje, Frankrijk, Engeland en Ierland. Ik was gek op het buitenland. Ik kon heel goed wakker blijven en van een rijtijdenwet hadden ze in Ierland nog nooit gehoord. Ik was weken van huis, heb ieder hoekje van Ierland gezien. In Spanje en Frankrijk zocht ik de bergen op. Ik kon goed in mijn eentje zes weken op vakantie gaan die tijd. Man man, wat een rust.’

Van 2002 tot 2006 zit Kees op de auto. Het wielrennen volgt hij voornamelijk in de auto op de radio.

‘Ik ging sporadisch in ons dorp en in de omgeving naar de koers kijken. Er komen hier veel sterke jongens vandaan zoals je weet. Maarten den Bakker, Louis de Koning, de broertjes Edward en Arthur Farenhout, noem maar op. In het café kwam ik veel oudere mannen tegen die een weekendje-weg koppelden aan de koers. Ik ging met Adriaan van Meggelen voor het eerst mee naar een NK. Vanaf 2008 ben ik mijn dorpsgenoot Chantal Blaak gaan volgen, ze was toen 19 jaar en reed toen volgens mij voor de ploeg van AA Drink.’

 

Eind 2006 wordt de 34-jarige Kees geopereerd aan een rughernia en beseft hij dat ook het leven als beroepschauffeur te belastend is voor zijn rug. Hij laat zich andermaal omscholen. Op de HAVO was scheikunde al zijn favoriete vak – dat talent komt hem nu uitstekend van pas als hij Process Operator wordt bij ExxonMobil. Hij werkt er tot 2012 – dan verhuist hij naar de BP waar hij Oil Movement Operator wordt. In de petrochemische industrie draait hij continudiensten waardoor hij nog meer tijd heeft om naar de koers te gaan.

‘Ik kocht een kleine caravan en bezocht vaste prik de Tour de France. In mijn eentje ja. Sowieso alle voorjaarsklassiekers, NK’s en WK’s. Na verloop van tijd begin je veel mensen tegen te komen. Echte vriendschappen zijn er ontstaan. Ik voelde me meteen thuis in het wielerwereldje. Ik probeerde zo veel mogelijk koersen van Chantal mee te pakken en nadien ook van Chanella en Delore Stougje, die meiden zijn ook van Zuidland ja.’

Sinds 2005 betrekt Kees een eigen woning op Zuidland. Hij werkt, bezoekt in het weekend de koers, drinkt een biertje, rookt een sigaretje, eet, slaapt, werkt, bezoekt de koers, drinkt een biertje, rookt een sigaretje, eet, slaapt, werkt. Kees heeft teruggeschakeld, maar zonder wanklank. Kees klaagt niet. Kees klaagt nooit.

In de huiskamer staat nog altijd geen muziek aan. Inmiddels heeft Fats Domino plaatsgenomen naast Billy Joel. I’m Walking spelen ze. Blueberry Hill. Ain’t that a Shame. Fats zit schuin achter zijn piano, met zijn lachende hoofd als een rolmopshondje naar het publiek gekeerd. Billy kijkt daarentegen bloedserieus en lijkt meer moeite te hebben met de concentratie op zijn zang en spel dan Fats bij wie alles op gevoel gaat. Fats is op een organische manier vergroeid met zijn piano.

 

 

En ik hoor een derde piano die overheerlijke likjes en loopjes tussen Fats en Billy heen speelt. Het is Kees. Billy is het tempo, Fats het ritme, Kees het timbre.

Ik begin dorst te krijgen.

Die jaren geeft Kees hier en daar bijles op het dorp. Scholieren die moeite hebben met een bepaald vak kloppen bij hem aan, welk vak maakt Kees niet uit. Hij vertrouwt op zijn gezond stel hersens. Op een goede dag vraagt een scholiere hem op de man af waarom Kees geen vriendin heeft. Kees antwoordt met een dooddoener: geen tijd, werken, de koers. De scholiere wijst hem op het fenomeen datingsites.

‘Had ik nog nooit van gehoord man. Swipen van links naar rechts. Ken je dat hahaha?’

Ik ken het niet. Kees wel. Gelukkig. Want daar komt ie. Die glimlach….Margit!

‘Ik had een match ja. Wij afspreken. In Leidschendam. 30 juli 2016. Marco, ik zweer het je, álles klopte. Alles. Zij was op dezelfde dag jarig als ik, 20 september dus, en reed dezelfde auto als ik. Zij als nakomertje twee oudere broers, ik twee oudere zussen. Het verschil? Zij had gewoond in Singapore en Ottawa en ik in Geervliet en Zuidland hahaha…’

Het verschil tussen de twee komt het best tot uiting in een prachtige anekdote:

‘Margit werkt op het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Na de Holland Ladies Tour in Valkenburg die Chantal in 2016 won moesten wij meteen door naar een deftige receptie in Brussel. Ik weet nog goed dat ik me achter onze auto heb verkleed…spijkerbroek en trainingsjasje uit en een pak aan, zie je het voor je… gewoon op straat in hartje Brussel hahaha…’

 

Zat. 25-02-2017 Gent, Omloop het Nieuwsblad (v.l.n.r. Kees, Margit, Lars): waar kan afgestoken worden?

 

 

In februari 2017 zien Kees en ik elkaar voor het eerst bij de klassieker Omloop Het Nieuwsblad. Hij als vaste supporter, ik als blogger van Chantal Blaak.

‘Zo zijn Margit en ik de voorjaarskoersen afgegaan. Samen op pad. Ze wist aanvankelijk niets van de koers maar ze werd er meteen door gegrepen. Die sfeer. De geur. Het geluid. Een heerlijke tijd, alsof ik haar al jaren kende. We hadden al heel snel het plan om samen te gaan wonen.’

Margit woont in Den Haag vlakbij haar werk op het Ministerie. Kees probeert er te aarden, maar het verschil met Zuidland blijkt te groot. Hij mist het eiland. De polders. De vrijheid. De rust. De ruimte. Een plan om halverwege te wonen belandt in de “vlees noch vis” lade.

‘Het werd Zuidland ja. Kan jij het je voorstellen? Na Singapore, Ottawa en Den Haag koos ze nu voor Zuidland. Voor mij ja. Ik had een mooie woning gevonden op Funda. Op 4 april 2017 kregen we te horen dat de koop doorging, op 1 september zouden we de sleutels krijgen. We bezochten de notaris om het koopcontract en een samenlevingscontract te laten bekrachtigen. Hij adviseerde ons eigenlijk om gewoon te trouwen.’

Billy en Fats spelen harder en harder in de stille huiskamer. Een opzwepende boogiewoogie. Fats lacht. Billy zweet. Kees vult aan. Het is genieten geblazen. Ik had mijn gitaar en mondharmonica mee moeten nemen, maar achteraf kijk je als Rotterdammer een Zuidlandse koe in zijn kont.

Kees heeft koffie ingeschonken en lacht:

‘Ik had een ring van Margit gepikt om de maat van haar vinger te weten, maar dat risico vond ik uiteindelijk toch te groot hahaha. We zijn toen maar gewoon naar de juwelier in Hellvoetsluis gegaan om trouwringen te kopen. Dat was op 6 mei, de dag nadat ik Margit ten huwelijk vroeg. Op 28 juni 2017 trouwden we. In Den Haag. Ik kende Margit nog geen jaar! Chantal was een paar dagen daarvoor Nederlands Kampioene geworden, dat weet jij nog wel. Ze was op onze bruiloft aanwezig. Ted was er ook.  En de familie natuurlijk. De ambtenaar van de Burgerlijke Stand vroeg nog om een staande ovatie voor Chantal. Kippenvel! Na afloop hadden we Café-Restaurant Pavlov afgehuurd. Er stond een piano. Ik heb er nog gespeeld.’

Zaterdag 24 juni 2017 – Chantal Blaak wordt Nederlands Kampioen

Woensdag 28 juni 2017: Margit en Kees trouwen!

 

“Sing us a song, you’re the piano man Sing us a song tonight Well, we’re all in the mood for a melody And you’ve got us feelin’ alright”

 

Ook het verhaal over de huwelijksreis begint Kees met een hoge schaterlach….zo’n lach die je doet lachen…Burt Reynolds werd er wereldberoemd mee:

‘Ik zeg tegen Margit “we gaan op huwelijksreis naar Italië!” Ze zegt “oh schat, wat romantisch!” Ik zeg “…eh ja… maar eh….we gaan wel naar de Giro….Chantal en zo volgen” hahaha. We hebben overal geslapen man. Hotels, in kelders, op campings, op boerderijen…schitterend… En voor de huwelijksboeketten zorgden die meiden uit het peloton wel. Lucinda Brand gaf haar felicitaties en we kregen bloemen van Olympisch Kampioene Anna van der Breggen en van Chantal zelf natuurlijk… mooi toch allemaal?’

 

Dan valt er een stilte. Fats stopt met spelen. Billy ook. Ze kijken elkaar vragend aan.

‘Medio juli komen we thuis van de Giro en ik voel dat mijn eten niet goed zakt. Alsof het bleef hangen. Maar ja, geen paniek naar Margit toe natuurlijk. Hebben we allemaal wel eens last van, toch? In Italië had ik nog volop pizza’s gegeten. Pasta. Bier gedronken. En wijn. Met Margit. Niets nergens geen last van gehad. Maar ik voelde meteen….dit is foute boel…’

Die avond zit Kees achter zijn computer. Als hij zijn symptomen (“passageproblemen”) ingeeft, geeft Google ijskoud antwoord op zijn zoekopdracht:

SLOKDARMKANKER

Google leert hem ook dat hij een overlevingskans heeft van 30%. Hij bezoekt zijn huisarts die hem onmiddellijk doorverwijst naar het Medisch Centrum in Spijkenisse waar hij te horen krijgt dat hij pas over een maand onderzocht kan worden.

‘Het is ongelofelijk toch allemaal. Neem die data nou. Je bent nét getrouwd, gaat op huwelijksreis naar de Giro, keert terug en binnen een zucht en een scheet krijg je te horen dat je kanker hebt. Ik bedoel, neem nou gewoon die data: dinsdag 5 september krijg ik het onderzoek, donderdag 7 september verhuizen we naar deze woning, vrijdag 8 september krijg ik de uitslag…zo, nou jij weer…’

Ik ben aan zet, ik voel het, maar mijn tong weigert dienst, om over Fats en Billy nog maar te zwijgen. Ze zijn nergens meer te bekennen. Het pianobankje is leeg. Ze hebben ook hun bladmuziek meegenomen. Op de piano staat een kandelaar die halverwege in bezit is genomen door gestold kaarsvet. En de kleuren zijn weg. Het beeld is zwartwit. Fotografen met een treurige inborst winnen prijzen met dergelijke afbeeldingen.

‘Alsof je een dreun voor je harses krijgt. Verdoofd. Onwezenlijk. Margit was emotioneel ja. Ik zei nog tegen haar, “had nou maar nooit die match met mij gehad op die datingsite…’

Kees verdwijnt de malle molen in, da’s wat anders dan de achtbaan waar hij zo fan van is. Deze malle molen vult zich met onderzoeken, wachten, bloed prikken, wachten, pijpjes en slangetjes in je lichaam, wachten. Kees en Margit kunnen slechts hopen en bidden dat er geen uitzaaiingen zijn.

‘Ik ben het mijn ouders gaan vertellen. En Ted, mijn maatje. Last but not least ben ik naar Carola Reijtenbagh gegaan, de moeder van Chanella en Delore Stougje. Zij had borstkanker gehad dus zij kon mij meer vertellen wat mij te wachten stond, vooral geestelijk. Ik had werkelijk geen idee, ik stond helemaal geparkeerd als het ware. Ik was heel blij met dat gesprek…’

Woensdag 13 september 2017. Daar rijden Margit en Kees. Op weg naar de dokter voor de uitslag van de CT-scan. Linksaf is de afslag Hoop, rechtsaf de afslag Vrees. Welke nemen zij? Het maakt niet uit. Ze huilen sowieso. Kees beschrijft het gevoel alsof hij op weg is naar zijn eigen begrafenis.

‘De dokter zei ons dat de tumor heel klein was en dat er geen uitzaaiingen te zien waren. We konden wel janken, dit keer van geluk. Hoe raar ook, maar ik had in ieder geval een houvast: ik werd behandeld! Kort daarna zaten we bij dokter Coene van het Maasstad Ziekenhuis in Rotterdam die ons verwees naar de Daniël*.’

 (* De Daniël den Hoed Kliniek is het huidige Erasmus Medisch Centrum, maar wordt in de volksmond nog altijd ‘de Daniël’ genoemd).

Kees gaat een traject in die chemoradiatie wordt genoemd: in een periode van 23 dagen krijgt hij iedere dag bestraling en iedere woensdag een chemokuur. Kees wordt soms door Margit begeleid, soms door zijn vader. Maar het vaakst gaat hij alleen. Met het Openbaar Vervoer. ‘Een fijne wandeling vanaf Metrostation Zuidplein’, zo legt Kees uit, ‘je moet in beweging blijven’.

 

Op zaterdag 23 september 2017 beleeft Chantal Blaak hét hoogtepunt uit haar carrière door wereldkampioen wielrennen in Bergen, Noorwegen, te worden. Ik durf Kees niet te vragen hoe hij de koers heeft beleefd.

Op het TV meubel naast de TV staat een kaart van een juichende Chantal Blaak. Ze stuurde hem vlak voordat ze voor vakantie naar Bali vertrok. Ik kreeg er ook eentje. De persoonlijke tekst die ze erop had geschreven vulden mijn ogen met traanvocht. Ik durf Kees niet te vragen wat Chantal op zijn kaart heeft geschreven.

‘In januari 2018 word ik geopereerd, ik sta er positief in. De doctoren doen geen uitspraken over mijn kansen. Ik was op internet best geschrokken want het wordt een ingrijpende operatie. Mijn slokdarm en de bovenkant van mijn maag worden verwijderd, omdat de tumor zich precies op die scheiding bevindt. Rondom de slokdarm snijden ze ook alle lymfeklieren weg. Van de overblijfselen van mijn maag maken ze een nieuwe slokdarm. Voor dokter Coene, mijn chirurg, is dit dagelijkse kost. Hij stelt me echt op mijn gemak. Hij is zó kundig. Hij gaat met robotarmen naar binnen. Vroeger legden ze je helemaal open om er überhaupt bíj te kunnen. Hoeft allemaal niet meer joh…’

Buiten is het heien gestopt. We zitten in de huiskamer van Kees en Margit. Margit is werken. Op het TV meubel staat de kaart van een juichende Chantal Blaak. Op de kast staat het wiel van Nel en Arie. Margit heeft er kerstlampjes in gehangen. Er staat nog altijd geen muziek op, maar toch horen we Fats en Billy…. breekbaar, maar beslist niet aarzelend. Ze improviseren.

De stilte is voorbij.

‘Het wordt spannend omdat ze tijdens de operatie één long moeten stil leggen. Ze kunnen niet inschatten hoe die long zich gaat herstellen dadelijk na een periode van inactiviteit. Ik zal 10 tot 12 kilo afvallen. Ik zal opnieuw moeten leren eten en drinken. Ik zal sowieso mijn eet- en drinkpatronen moeten aanpassen. Voor de rest van mijn leven. Alles zal anders worden, maar ik heb het er graag voor over. Ik ben het mezelf, Margit en mijn familie en vrienden verplicht!’

‘En Alpe d’HuZes Kees? Onze campagne voor het KWF….de missie waarin wij geloven…. leg eens uit?’

‘Leg eens uit?’, vraagt Kees met de ogen van een labrador die zich plots van zijn onrustige kant laat zien, ‘wat een vraag! Het is zo’n vreselijke gore kutziekte! Ik zei je toch al: ik word met robotarmen geopereerd om de schade aan mijn lichaam tot een minimum te beperken. Daar is geld voor nodig! Snapt iedereen toch? Alles wat weggesneden wordt, inclusief de minuscuul kleine snijrandjes, wordt onmiddellijk onderzocht door een patholoog-anatoom. Onmiddellijk ja! Marco, hét sleutelwoord dat je overal blijft horen is snelheid. Snelheid, snelheid, snelheid! En dáár is geld voor nodig. Méér onderzoek, dieper onderzoek, sneller onderzoek. En laat mensen die dit lezen niet wachten totdat ze overgeven als ze iets “drukkends” voelen. Gá naar je huisarts! Het is ongelofelijk wat allemaal mogelijk is – dat is tot stand gebracht door geld dat opgehaald wordt mede door Alpe d’HuZes!’

De terugweg. Van Zuidland naar Rotterdam.

Ik heb The Piano Man van Billy Joel opgezet. Loeihard. Zo hard dat ik ter hoogte van Spijkenisse begin te glimlachen. Zo hard dat ik ter hoogte van Hoogvliet nóg harder lach. Zo hard omdat ik tot op het bot doordrongen ben van het ultieme doel van deze Alpe d’HuZes 2018 campagne: Kees zo snel mogelijk weer piano laten spelen!

 

“Sing us a song, you’re the piano man
Sing us a song tonight
Well, we’re all in the mood for a melody
And you’ve got us feelin’ alright…”

 

 

***

Jij wilt toch ook dat Kees zo snel mogelijk weer piano speelt? Geloof jij ook in de kracht van de hoop?

Genezingen zijn niet wonderbaarlijk. Zij kosten geld!

Ondersteun onze campagne – op deze link kan een donatie worden gedaan!

Namens alle (ex-)patiënten dank!

 

*** 

Grote dank ben ik verschuldigd aan Kees en Margit voor hun openhartigheid en vertrouwen. Respect en bewondering.

 

Fotocredits:
Margit Janssen
Kees van Sintmaartensdijk
Marco Hendriks

 

 

 

 

-