De profielfoto is van Peter Dane

 

‘Pa kon echt genieten van het leven. Een Bourgondiër. Ik ben blij dat ik hem zo lang in mijn leven heb gehad en dat ik zulke mooie dingen met hem heb mogen beleven.’

Aan het woord is Inge Lievaart. Ze praat over haar vader Rinus Lievaart die op 13 november 2021 overleed. Ik spreek Inge op maandag 23 mei 2022. Het is buiten broeierig warm. Inges medewerkster Nicky (“Rinus was een opa voor me”) volgt het gesprek al werkend met half oor. Het raam staat op. We horen vogels uitbundig fluiten. Inges moeder Elly is ook aanwezig. ‘Iedere maandag komt ze gezellig bij ons lunchen.’

Eigenlijk is het zo’n dag als donderdag 17 juni 2021. In dezelfde kamer nam ik in het kader van de 60 Etappes van Van Steensel een interview af met Rinus en Inge Lievaart. Het werd Etappe 8.

‘Een maand na dat interview, op 23 juli om precies te zijn, ging pa naar het IJsselland Ziekenhuis. Hij had al een tijdje last van een raar kuchie. Naar dat soort onderzoeken ging hij altijd alleen ja. Hij stond al langer onder controle, omdat zijn vader en zijn broer aan darmkanker waren overleden. Naar die controles ging ie dus ook altijd alleen heen. Een week later kregen we de uitslag… foute boel…’

De woorden foute boel resoneren. De vogels buiten zorgen voor de muzikale omlijsting, ze lijken het metrum van de typende vingers van Nicky op het toetsenbord op een jazzachtige manier te volgen. Ze verlaten en volgen het tempo met speels gemak, als Miles Davis in zijn hoogtijdagen.

‘Ik ging met hem mee. Het was een vrijdag. De arts was heel duidelijk geweest. Kleincellige longkanker met uitzaaiingen naar de lever. Kwestie van maanden.’

‘Maanden ja’, herhaalt moeder Elly.

‘In eerste instantie waren pa en ik stomverbaasd. Echt sprakeloos. Je verwacht toch iets van een behandelplan of zo. Maar dat had hij allemaal niet aangekund, zei de arts. Hij was al te ziek. Achteraf blij toe. Pas in de auto begonnen we alle twee te huilen. “Dat het zó fout was had ik nooit verwacht”, stamelde hij. Boven bij mijn moeder in het flat in Capelle hebben we met zijn drieën nog effe flink door gejankt. Dat luchtte wel op ja.’

Vanaf dat moment draait Rinus de knop om. Genoeg getreurd, ze gaan nog fijn van de resterende tijd genieten zo heeft zichzelf voorgenomen. Het past precies in het profiel dat ik in mijn interview van een maand daarvoor van hem schetste. De generatie van Rinus, geboren 8 juni 1944, krijg je niet zo gemakkelijk klein. In het naoorlogse tijdperk zorgden de Rinussen en Elly’s ervoor dat Rotterdam uit zijn as verrees door ouderwets te poetsen in plaats van te lullen. Mensen van de gestampte pot. Ze klaagden niet. Nooit niet. Ze deden wat gedaan moest worden. Type ruwe bolster, blanke pit. Ze kregen kinderen, werkten, aten, werkten, sliepen, werkten, gingen op vakantie, werkten.

‘Misschien gek om te zeggen, maar een prachtige tijd brak aan. Pa ging meteen met ma op vakantie naar Kroatië… met vrienden een lang weekend naar Nunspeet gegaan en met zijn viertjes hebben we nog een reisje over de Rijn gemaakt. En een weekend naar Den Bosch, dat ook nog. We hebben in die vier maanden die hij nog had echt zó genoten… écht…genoten…’

“Echt genoten”, zei Inge. Daardoor kijk ik haast automatisch naar Rinus’ echtgenote Elly. Op de werkplek van Inge volgt ze het gesprek met een dankbare glimlach. Vroeger deed ze de boekhouding voor Lievaart Vormgeving & Communicatie, het bedrijf dat haar echtgenoot Rinus in een ver en grijs verleden had opgericht. Dat werk vond ze fijn. Daarna deed ze boodschappen, kookte ze, deed ze de afwas en werd de dag afgerond met de was die daarna gestreken moest worden. Dag in, dag uit. Zonder te klagen. Elly lacht nu en pakt Inges mobieltje op als die afgaat (“die bel ik wel terug ma!”),

Een volmaakte volwassen traan biggelt over Inges rechterwang. De wond is nog vers. Traanvocht werkt louterend op iedere levenswond die echte liefde teweegbrengt. Inge was gek op haar vader. Haar verdriet komt voor uit dankbaarheid, met op plek twee het gemis. Leven is een vorm van kunst die niet iedereen verstaat. Haar vader wel. Hij was een levenskunstenaar.

 

 

 

‘Het lopen ging hem steeds moeilijker af. Vanaf oktober kreeg hij een rolstoel. Maar hij klaagde nooit. Hij werd steeds opener ook. In het uiten van zijn gevoelens. Dat vond ik heel fijn. We waren heel bewust herinneringen aan het maken. Dat zei hij ook. Heel nadrukkelijk. “Ik heb het zo fijn met jullie”… en “wat zijn we aan het genieten hè…”’

Iedere dag geniet Rinus van het leven, zoals hij zijn hele leven heeft gedaan. Hij zoekt graag de gezelligheid op. Thuis tapt hij een Hertog Jan biertje, maar nog liever drinkt hij whisky. Inge ziet haar vader nog zo zitten op de bank. Oogjes dicht, whiskietje erbij, jazzmuziek op.

 

 

Glen Talloch en Glenlivet waren zijn favoriete whisky’s. In zijn laatste levensfase bereidde hij zijn eigen uitvaart voor. Hij wilde niet teveel poespas, niet teveel mensen, niet te veel bloemen, dat vond ie zonde van het geld van de mensen, en ook niet van die lange speeches. Vond ie ook niks en dat zei hij ook gewoon. “Wie wil je dan dat er spreekt pa?”, vroeg ik hem op een gegeven moment. “Jij Inge”, had ie geantwoord.’

Vrijdag 12 november 2021. Arie en Dorien zijn op visite. Alle energie is uit hun vriend Rinus verdwenen, maar toch vindt Rinus ergens in het universum nog een milliliter energie voor één allerlaatste nipje whisky met zijn boezemvriend. ‘Al sinds de geboorte van Inge zijn Arie en Dorien, net als Arno en Lea trouwens, bevriend geweest met Rinus en mij’, vult Elly glimlachend aan. Dat blijkt 49 jaar te zijn, al schrijven de etiketten voor dat je een vrouw niet naar haar leeftijd vraagt.

‘Hij was die avond onrustig’, herinnert Inge zich, ‘ik ging naar huis toe toen de nachtzuster kwam. Die nacht kreeg hij nog morfineprikjes om het hem zo comfortabel mogelijk te maken. “Tot morgenochtend pa”, zei ik. Die zaterdagochtend hebben we de huisarts laten komen. Hij kreeg een spuitje, een soort spray, voor een betere ademhaling door zijn neus. “Ga maar lekker slapen pa”, zei ik. Toen ben ik naar het bijkamertje gegaan om wat administratie te doen. In de huiskamer was mijn moeder televisie aan het kijken. Toen ben ik bij hem gaan kijken, dat zal een half uurtje, uurtje later zijn geweest. Toen is hij overleden. Zomaar. Alsof ie erop had gewacht. Ik ben zo blij en dankbaar dat ik erbij ben geweest. Dat ie niet alleen was dat laatste moment.’

 

 

 

Rinus Lievaart sterft op zaterdag 13 november 2021 op 77 jarige leeftijd. Samen met uitvaartverzorger Hans Lemmers, een goede bekende uit de businessclub Capelle, heeft Rinus zijn uitvaart tot in de puntjes geregeld. De rouwauto (“beslist een grijze”), de rouwkaart, de muziek en de sprekers: Inge, Hans Lemmers, Arie Spruijt (huisvriend) en Jean Swanborn, eigenaar van de lokale opticien Opti-Jean die ooit Rinus’ allereerste klant was.

‘Pa wilde graag in het Laurentius in Crooswijk worden gecremeerd, maar die zaten helemaal vol. Dus ik hoop dat hij het ons niet kwalijk neemt dat het uiteindelijk Hofwijk in Overschie is geworden. Door Corona moesten we nog flink schrappen in de lijst van zo’n 100 genodigden. Uiteindelijk zullen er 60 à 70 mensen zijn geweest.’

Ook de kist is door Rinus zelf uitgekozen. Niet te veel tierelantijntjes. Op de kist prijkt een ingelijste foto van Rinus. Daarnaast zijn Rotring vulpotlood en zijn notitieboekje waarmee hij onlosmakelijk verbonden was. Om het levensbeeld van levenskunstenaar Rinus compleet te maken staat uiteraard ook zijn laatste fles whisky op zijn kist – op verzoek van Inge heeft boezemvriend Arie de fles leeggedronken.

Op de muziek van Oscar Peterson, Stan Getz en Dave Brubeck passeert het leven van Rinus Lievaart middels foto’s op het grote scherm de revue, waaronder de trouwfoto uit 1967 toen Rinus de liefde van zijn leven Elly Brouwer huwde. Zijn Girl from Ipanema kwam niet uit Rio maar uit Rotterdam. Uiteindelijk zijn ze 53 jaar getrouwd geweest. Huwelijken van die generatie zijn van monumenten van beton.

 

 

 

 

‘In 2009 nam ik de zaak definitief over van pa. Dat gaf mij een goed gevoel, want daarna kon hij pas echt van het leven genieten met ma. Vanuit zijn kant wist hij dat de zaak, zijn levenswerk, in goede handen was en ik was blij en trots dat ik het over kon en mocht nemen. Die dankbaarheid en gemoedsrust kwam echt van twee kanten. Het was een lieve man. Streng, maar rechtvaardig. Althans streng… hij was heel beschermend voor me. Normen en waarden ja, zo’n man was ie. Ik mis hem uiteraard. Die laatste fles die op zijn kist stond staat nu bij mij thuis. Soms haal ik de dop eraf om eventjes weer die lucht te kunnen ruiken. Dan ruik ik pa. Dat voelt goed. Dat genieten van het leven heb ik van hem. Ik kampeer graag met John. Dan wandelen we veel door de natuur. Als we dan ’s avonds bij de tent een wijntje drinken dan eh… dat zijn dan momenten dat ik geniet en dan denk ik extra aan pa.’

Het hele gesprek heeft Inge haar vader “pa” genoemd. Niet een keer “mijn vader”. Het schept een intiemere band, alsof Rinus ook mijn vader is geweest en op een bepaalde manier is dat ook zo. Wij kinderen uit de jaren zestig en zeventig zijn allemaal kinderen van alle vaders en moeders uit de jaren veertig en vijftig. We groeiden met elkaar op, werden allemaal door een hele generatie tegelijk opgevoed, keken naar dezelfde televisieprogramma’s van televisiesterren als Ted de Braak en Fred Oster en we zagen allemaal hoe Penny de Jager in Ad Vissers Top Pop wat reuring bracht in miljoenen Nederlandse huiskamers. Bovendien won Feyenoord met een iets grotere regelmaat nog eens een prijsje. Met Feyenoord diehard fan John (“een fles schoonmaakmiddel Ajax komt er bij mij alléén in als Inge het etiket eraf heeft gehaald hahaha hahaha”) bespreek ik de Conference League Cup finale van overmorgen tegen AS Roma. We zijn gespannen. Aanhanger zijn van een club als Feyenoord is horror en het paradijs ineen. Nadat we de gedeelde knopen in onze magen hebben weggespoeld met zwarte koffie, zegt hij:

‘We hebben zware en rare tijden achter de rug. Ga maar na. Op 5 oktober 2021 overleed mijn moeder. Op 13 november overleed mijn schoonvader. Een week later werd hij gecremeerd en tien dagen daarna, dus op 30 november, zijn Inge en ik getrouwd. Ook dat had Rinus een geruststellend gevoel gegeven: alles was geregeld.’

Dan richt ik me tot moeder Elly die het hele gesprek met een tevreden lieve glimlach heeft gevolgd. Soms vulde ze haar dochter aan met een “ja” of een “weet je nog”. Soms volgde er een schaterlach als een herinnering aan een vakantie plots binnenvloog. En soms keek ze naar buiten. Misschien om de vogels te zien vliegen. Vertaald in muziek komt de zomerse en dromerige luchtigheid van The Girl from Ipanema nog het meest in de buurt van dit moment als ze zegt:

‘Overdag gaat het best met me. Alleen ’s avonds vind ik soms moeilijk. Maar dan drink ik een glaasje wijn en proost ik naar boven. Naar Rinus. Zo doe ik dat.’

En weer volgt die innemende glimlach als ze plotseling uit het niets zegt:

‘Op 8 juni ga ik met twee vriendinnen, ook weduwen, voor het eerst zonder Rinus op vakantie. Naar Portugal. Eerst vond ik dat moeilijk, 8 juni is per slot van rekening de verjaardag van Rinus. Maar Inge en John zeiden dat ik het móest doen. Hij was zo’n levensgenieter… dus ik gá. Kan ik in Portugal in het zonnetje proosten op Rinus z’n verjaardag…’

 

 

***

 

 

Ik dank Inge, Elly, John en Nicky voor het prachtige openhartige gesprek en postuum bedank ik de heer Rinus Lievaart voor het gedenkwaardige gesprek van vorig jaar.

Zodra bekend werd dat Alpe d’HuZes 2022 definitief doorging, deden Inge en John een prachtige donatie ten behoeve van mijn campagne, omdat niets doen voor hen geen optie was. Dank Inge en John voor de geen woorden maar daden mentaliteit!

Nog altijd is er geld, veel geld, nodig naar meer, dieper en breder onderzoek om van kanker een chronische ziekte maken. Niemand meer dood aan kanker, dat wil jij toch ook?

Wil je de strijd van de Rotterdam Fund Racers ondersteunen, doe dan een donatie op mijn Actiepagina.

 

Namens alle Rinussen dank voor de support!

 

 

 

 

-