Gisteren werd Anna van der Breggen Olympisch Kampioen. Wij zaten op de camping toen dat gebeurde. We hadden net gegeten en dronken wijn. Ook, eigenlijk vooral, om de overwinning van Feyenoord op FC Groningen te vieren. Ik was licht rozig.
Op Twitter volgde ik het verloop van de koers. Sinds Chantal ben ik geïnteresseerd geraakt in dames wielrennen.
We draaiden muziek. Dinah Washington kwam voorbij. This Bitter Earth. Zo toen ongeveer Dinah This bitter earth, can it be so cold? zong, moet Annemiek van Vleuten onderuit zijn gegaan.
Ik dacht aan Chantal Blaak. Blakie. Sinds 7 mei, vandaag precies drie maanden geleden dus, zit die 7e augustus, vandaag dus, in mijn hoofd gegrift. Chantal zou gaan vlammen in Rio.
Ze glunderde, die 7e mei in Valkenburg.
Ik ben inmiddels goed bevriend geraakt met haar vriend en levenspartner Lars. Ik heb gemerkt dat ik zijn zonnige kijk op het leven nodig heb. Een soort vriendschap uit eigenbelang dus.
Zaterdag 7 mei 2016 trainden we met de vrijwel voltallige Alpe d’HuZes groep. Tijdens de eerste lus zag ik Chantal in het dorp Vilt aan de linker kant van de Leijstenstraat gebogen over haar fiets staan. Ik bedacht me voor geen moment en kneep in de remmen.
“Problemen Chantal?”
“Nee hoor Marco. Steentje van mijn voorband gehaald, uit voorzorg. We willen niet lek rijden nu.”
“Ah OK….kom maar mee.”
Lars appte eerder vanavond nog een foto die Chantal even later via Twitter zou delen.
De anderhalve minuut die volgde in Zuid-Limburg mag ik een van de hoogtepunten uit mijn armzalige wielercarrière noemen. Ten eerste vond ik het een eer dat Chantal mijn gezicht nog herkende van ons gesprek in Trois-Ponts van enkele weken geleden (ze vond dat ik goed klom, vroeg naar mijn vrouw en kinderen en zei mijn Spookrijderstenue, vervaardigd door haar Lars, te waarderen) en ten tweede was ik verguld met het feit dat zij mijn naam nog wist. I got a name, I got a name, zong Jim Croce in mijn hoofd.
Ze zou vandaag, zondag 7 augustus 2016, dus niet het Braziliaanse asfalt aan flarden rijden. Nee. Chantal was onderweg naar Hilversum. Met Lars. Ik vermoed dat ze op de A27 reden toen de foto werd genomen. Lars reed. Ik keek vanuit mijn luie kampeerstoel naar de foto op mijn mobieltje, toen naar mijn twee neven die vlees bakten op de gemeenschappelijke barbecue, nabij het sanitair gebouw.
Mijn trots bereikte een climax toen Chantal mijn wiel koos en ik haar terugreed naar het peloton. Ik fantaseerde het stoïcijnse commentaar van Mart Smeets erbij….’keurig gedaan…zo hoort het….wegkapitein Marco Hendriks, Spookrijder voor intimi, brengt zijn kopvrouw terug…dames en heren zó doe je dat met een dame met een staat van dienst als Chantal Blaak die in het peloton overigens Blakie wordt genoemd…prima gedaan Spookrijder…’
Ik besloot dronken te worden omdat ik het lachende gezicht van Chantal, gezeten naast Lars, op de geappte foto niet verdragen kon. Zij, juíst zij, had vandaag moeten rijden in Rio.
Ze straalde op de Cauberg. Zij zou gaan vlammen in Rio. Negen keer podium van de twaalf koersen. Waaronder de Ronde van Drenthe en Gent-Wevelgem. En passant werd ze derde in de Ronde van Vlaanderen.
Nu was zij op weg naar de studio’s van Radio 1. Commentaar geven bij de wegwedstrijd die háár wedstrijd had moeten zijn. Mijn hemel.
“And if my life is like the dust that hides the glow of a rose”, zong Dinah. Een baby huilde vanuit een bungalowtent. Ik boerde (gaf de rode wijn de schuld), vloekte binnensmonds (gaf de huilende baby de schuld) en dacht aan Tijs van den Brink die vanavond niet zou nalaten Blakie te onderwerpen aan enkele kritisch-voorspelbare vragen (“had jíj hier niet moeten rijden”, “kan jij de keuzes van de bondscoach verklaren?”).
Ik spoelde mijn mond met wijn en liet de zure smaak van de rode druiven op mijn tandvlees prikken. Een beetje zoals je vlees laat intrekken in de marinade.
Annemiek van Vleuten viel. Anna van der Breggen won. Ik was te dronken om de namen te kunnen onderscheiden en meldde de familie aan de aangeschakelde kampeertafels doodleuk dat Anna van Vleuten was gevallen en dat Annemiek van der Breggen goud had gewonnen. Er werd gejuicht. Het gaat immers om goud. Niet om het naamkaartje.
Maar mijn familie heeft nooit met Chantal gefietst.
Ik wel.
Door een bizarre samenloop van omstandigheden (u weet wel, ‘hij die in toeval gelooft heeft boter op het hoofd’) was ik aanwezig toen Chantal te horen kreeg dat zij, ondanks haar negen podiumplaatsen tot dan toe, niet was geselecteerd voor Rio. Ik zag haar paniekerige tranen en herkende de echo van de afgrond. Van haar bittere verdriet konden plakjes gesneden worden.
Dinah Washington sloot af.
“But while a voice
Within me cries
I’m sure someone
May answer my call
And this bitter earth
May not be so bitter after all”
Ik dacht aan Tokio 2020. Dan is onze Blakie een jaar of 30, een perfecte leeftijd om Olympisch Kampioene te worden.
Moge de wraak van Blakie zoet zijn.
“Bitter mag ook!”, voegde de klaarwakkere Spookrijder daar venijnig aan toe. Hij schudde zijn lid af na een plasbeurt. Na zijn rode wijn boer volgde een echo op de doodstille camping vol slapende gasten.
https://youtu.be/judyCgN2daA
Veelzeggende post-Tweet van Chantal:
Soms zit het mee en soms zit het tegen. Je hebt er niets aan als je buiten de selectie groep voor de olympische spelen tuimelt. De teleurstelling is met geen woorden te vatten. Het enige is genoeg kracht verzamelen om de komende 4 jaar er weer vol voor te gaan