Avonturen bestaan niet. Niet zoals een appel bestaat. Of een zee. Avonturen maak je.

Vanmiddag nog las ik in het vliegtuig de uitleg van Sartre hierover: “een alledaags voorval wordt een avontuur zodra iemand het een ander vertelt. Ieder mens zou een verhalenverteller kunnen zijn, iedere verhalenverteller wordt daarmee automatisch een Avonturenmaker.”

En zo is het maar net.

Normaal gesproken onderga je je Indiase mede reisgenoten zoals je ze tijdens al je vorige reizen al onderging. En dus weet je dat de ene helft ten onrechte in de Business Class rij gaat staan, en weet je dat de andere helft in jouw rij staat en dat die helft dan ook nog eens alles in het werk stelt om voor te dringen. Niets speciaals.

Totdat je de mensen onderling gaat kenschetsen en je ze in je hoofd gaat ontleden. Dan worden het plotsklaps personages uit jouw avontuur. Uiteindelijk moeten al die avonturen uitmonden in een roman.

Zo kreeg ik vanaf mijn stoel 30H tijdens de vlucht ruimschoots de tijd om de te zware en te oude man te analyseren die naar het toilet probeerde te gaan. Voor de beeldvorming: de gemiddelde stokoude Indiër weerhoudt zich niet van een intercontinentaal vluchtje meer of minder. Je ziet ze bij bosjes op ieder willekeurig internationaal vliegveld vervoerd worden in rolstoeltjes die worden voortgeduwd door meestens chagrijnig airportpersoneel.

(Geldt tevens voor jonge gezinnen met baby’s. Meestal ligt een “Indian wedding” ten grondslag aan hun gereis en daar móeten ook de krankzinnig jonge zuigelingen vanzelfsprekend bij zijn.)

Zo ook deze stokoude man die, om zich staande te houden, heen en weer zigzagde tussen de stoelen van het gangpad waarbij hij zich genoodzaakt zag om mijn beeldschermpje meermaals beet te pakken, waardoor de film Moonlight helemaal opnieuw kon beginnen, omdat het beeldscherm Finger Touch gevoelig was. Geen probleem, de afstandbediening werkt op zich, maar toch alleen als je hard en lang op een knopje drukt. De Fast Forward functie werkte zo goed dat ik, in de film heen en weer slingerend, een keer of negen deel 2 van de film heb gezien.

Zijn heroïsche gang naar het toilet was voor hem een avontuur, voor mij werd hij daardoor de held van mijn verhaal dat ik als Avonturenmaker aan u vertel. Met een humeurig hoofd en een hangende onderlip smeet hij de deur open die voor de zoveelste keer tegen de enkel van mijn buurman van stoel 30C kwam die dit een uurtje geleden zo beu werd dat hij sindsdien de deur steevast een trap terug gaf met zijn rechterenkel.

(Eén passagier was zojuist niet gediend van deze agressiviteit en liet dit merken door de deur voor een tweede keer tegen zijn niet wijkende enkel van mijn buurman van stoel 30C te smijten. Smullen geblazen voor een Avonturenmaker, die, analoog aan Sartres theorie, ook hierin weer een op zich staand verhaal zag).

Ondertussen begon zich een serieuze rij te formeren voor de toilet waar de oude man eindelijk plaats had genomen. Regelmatig stootte hij zich tegen een van de kunststof wanden. Het bonken en stoten was prima hoorbaar, ik was immers aan het spoelen door deel twee van de speelfilm met de hypergevoelige Fast Forward knop. De Return knop daarentegen haperde, waardoor hervatting van de film op zich wachtte.

De rij resulteerde na een minuut of tien in een Indiase chaos die ik zo langzamerhand uit kan tekenen. De rij wordt een constant bewegende kluwen mensen die allemaal voorrang claimen door zo hard mogelijk te schreeuwen.

Een piepkleine en expressieloze stewardess van Zuid-Aziatische afkomst kwam kloppen op de deur.

“Sir! Sir!”

Ze klonk verre van bezorgd, eerder geïrriteerd.

Na veertien minuten kwam de stokoude overzware man eindelijk van het toilet af. De kluwen mensen keek hem nijdig aan, uiteraard gesterkt in de vijandige opstelling van de stewardess. De eerstvolgende passagier die zich het kwaadst had gemaakt, hij stond immers het langste in de rij, smeet de deur onmiddellijk dicht nadat ie één blik in de toiletpot had geworpen. Hij zocht zich een vloekende weg naar een ander toilet.

Assistentie was nodig – een andere stewardess kwam te hulp schieten. Ze droeg een mondkapje en ging het toilet te lijf met een stapel handdoekjes en een chemisch reinigingsmiddel. De dikke oude man had intussen mijn film wederom gereset toen hij met zijn linkerhand het tv-schermpje vastpakte terwijl ik op de achtergrond een van de stewardessen “…good God…” hoorde sissen. Het ging gepaard met wat valse criminele lucht die uit de ingewanden van de oude man had weten te ontsnappen.

(Die lucht, gelooft u mij een blog op zich, zou het resterende deel van mijn vlucht in mijn neus blijven hangen. We vlogen ergens boven Teheran).

En zo kan een doodnormale gebeurtenis, tijdens een doodnormale vlucht tussen Amsterdam en Mumbai, teweeg gebracht door doodgewone mensen, uitmonden in een heus avontuur dat alleen maar verteld hoefde te worden. Door een simpele Avonturenmaker.

Laat het avontuur maar beginnen.

 

“Het gevoel van avonturen vindt zijn oorsprong beslist niet in de gebeurtenissen, dat is wel bewezen. Het is eerder de manier waarop de ogenblikken zich aaneenrijgen. Alles wat gebeurt ontstaat in mijn brein, dat is het: opeens voel je dat de tijd verstrijkt, dat ieder ogenblik naar een volgend ogenblik leidt, dát weer naar een volgend en zo verder; je beseft dat ieder ogenblik in het niets oplost…”

(uit Walging / Jean-Paul Sartre)

 

 

 

-