Het grote zit hem vaak in het kleine. Eigenlijk altijd.

Zo associeer ik Joop sinds vorig jaar niet langer met zijn Tourwinst van 1980, noch met het wereldkampioenschap van 1985 (de Mart: “acht-en-dertig jaar en hij hééft ‘em!”), maar met onze tweezitsbank en met de pruimentaart van zijn vrouw Dany.

Het grote zit hem namelijk vaak in het kleine, eigenlijk altijd, en zo kan het gebeuren dat Joop Zoetemelk op zondag 8 september 2019 op onze tweezitsbank zat.

Die tweezitter van ons is van leer. Dacht ik althans. Hij is natuurlijk niet van leer, want leer is van vroeger. Volgens mij is ie van nabucco, ons bankstel. Reuze handig, volgens de handige verkoper, hoefde je niets aan te doen. Ik had er nog nooit van gehoord, van nabucco. Spijt over de aanschaf volgde onmiddellijk nadat we de aanbetaling hadden voldaan. Pas toen trok de handige verkoper alle registers open:

Beslist geen zonlicht toelaten.
Niet met een spijkerbroek erop.
En liever ook geen lichte broek.
Pas op met vocht… funest!
Spuit hem regelmatig in met een speciale coating.
Kost wat maar dan gaat ie lekker lang mee, die bank van u.

De verkoper vertelde er niet bij hoe de bank geprepareerd moest worden als ’s lands grootste wielerlegende op visite komt. Want hij zat er écht, Joop, in onze tweezitsbank van nabucco. Het was zondagochtend 8 september 2019, de zon scheen uitbundig en Joop nam beleefd het suikervrije gebakje van Estelle’s werk Sue in ontvangst.

‘Haal die kussen maar weg hoor Joop, als ie in de weg zit.’

Zoiets verzin je niet. Wees eerlijk. Toen Johan Joop aantikte op de Pra-Loup op zondag 13 juli 1980 (de Jean: “ooh een valpartij en Joop Zoetemelk valt, oh God wat een drama misschien!”) stond de wereld voor je stil. Je huilde omdat Joop de Tour dreigde te verliezen. Je zat als tienjarige fan zowat ín de transistorradio en 39 jaar later vraag je hem of het kussen misschien in de weg zit. Het leven is net van nabucco, je hoeft er zelf niet veel aan te doen om een burgerlul te worden, zo eentje die een icoon vraagt of het kussen in de weg zit, ook al speelde je in de tussenliggende jaren vlijmscherpe partijen van Jumpin’ Jack Flash op slaggitaar.

“Ik ben er”, had Joop even daarvoor gezegd.

‘Het is Joop!’, zei ik met een bonkend hart toen mijn mobieltje was afgegaan. De verrassing was niet gespeeld, maar toch onterecht – het was immers de afspraak dat hij me zou bellen zodra hij in de buurt was. Maar hoe vaak komt het in een mensenleven voor dat de naam Joop Zoetemelk op je beeldscherm verschijnt als je als gediplomeerd Boerenlul van Zuid gebeld wordt?

Ik was naar beneden gesneld en had Joop op straat omhelst. Dat durfde ik best, want een goede week daarvoor hadden Arjan en ik hem nog thuis bezocht. Toen omhelsde ik hem bij het afscheid nemen. Mijn handen hielden Joop langer vast dan gebruikelijk. Ik nam mijzelf voor dat ik de contouren van zijn vel-over-been schouderbladen nooit meer zou mogen vergeten. Ik zou er een gedicht, een verhaal, een boek over moeten schrijven.

We hadden een stukje gefietst en over zijn landgoed gewandeld. Op zolder mochten we zijn privémuseum bezoeken. Zijn trofeeën, truien, petjes, medailles, oorkondes, boeken, schilderijen. We waren kinderen in een speelgoedwinkel zonder handige verkoper.

Daarna ging Joop voor ons barbecueën. We dronken rosé, een Critérium Dun Le Palestele, Cuvée Spéciale JOOP ZOETEMELK, met een beeltenis van Joop in zijn regenboogtrui op het etiket. Na het eten liet Joop nog meer foto’s zien. Ze stonden op zijn mobieltje. Hij swipete de foto’s met zijn rechter wijsvinger naar links.

‘Hier met Macron. En hier met Bernard. Eddy. En eentje met de Koning. Stuur maar naar jezelf als je ze leuk vindt.’

Als dessert had Dany Zoetemelk pruimentaart gemaakt precies zoals mijn Franse oma pruimentaart maakte. Dat zei ik haar.

‘Elle est d’où ta grand-mère?’, vroeg Dany.

‘Corbie’, antwoordde ik terwijl ik een stuk pruimentaart en onverwerkt verdriet wegslikte.

Ik word vaker (eigenlijk altijd) door eenzelfde soort droefheid overvallen als ik Joop op TV zie, als ik iets over hem lees of als ik zijn stem hoor. Het is de aangename pijn die nostalgie heet en die smaakt naar de pruimentaart van Dany. Het voert je terug naar je jongensjaren toen je, net als honderdduizend andere jongetjes, Joop Zoetemelk wilde zijn en je Franse oma pruimentaart voor je maakte. Gedroogde pruimen in een bedje van opgeklopte room op een krokante bodem die vaak nog lekkerder was dan de vulling zelf.

En ik wil het nog altijd, Joop Zoetemelk zijn. Vooral als ik overvallen word door een bui van neerslachtigheid of als ik word blootgesteld aan de gruwelijke hartvochtigheid tussen mensen in de huidige tijd, dan denk ik als vorm van therapie aan de zachtaardigheid van Joop en dan geloof ik oprecht dat alles goedkomt, met mij en met de wereld, in die volgorde, anders komt het juist niet goed.

En dan probéér ik daadwerkelijk de mens-Joop te zijn, al was het maar voor een dag.

Zoals ik vroeger fietser-Joop wilde zijn. Toen ik met mijn neef Erik (hij was Hinault) over de camping ’t Hoekske fietste met mijn wielerpetje van Peugeot (een regiefoutje van mijn vader) en ik grimassen trok zoals ik Joop op TV had zien doen. Ik wilde afzien zoals alleen Joop kon afzien.

‘Kom we moeten gaan Joop. Anders halen we onze vlucht niet’, zei ik.

Onderweg naar Schiphol stopten we op zijn verzoek in Rijpwetering en lieten we ons vereeuwigen bij het Joop Zoetemelkpad. De legende die op zijn minst een boulevard verdiende kreeg een fietspad. Daarna bezochten we zijn standbeeld die op iedereen lijkt behalve op Joop.

Vandaag, maandag 20 juli 2020, is het precies 40 jaar geleden dat Joop de Tour won. Uit eerbied voor de grootsheid van onze bescheiden nationale jeugdheld verklaar ik bij deze:

  1. dat de plek op onze nabucco tweezitsbank per onmiddellijk de status van beschermd natuurgebied krijgt waardoor niemand er ooit nog zal mogen plaatsnemen;
  2. dat voor al mijn nog te volgen verjaardagsfeesten de pruimentaart van Dany geserveerd zal worden.

Omdat het grote vaak in het kleine zit. Eigenlijk altijd.

 

 

Lees ook de andere verhalen met/over Joop Zoetemelk:

De Marmotten van Joop
over de beklimming van de Passo di Fedaia (Dolemieten, september 2019)

Aapje Papillon bij Joop
over het kinderboek Aapje Papillon dat ik aan Joop overhandigde (Germigny l’Evêque, augustus 2019)

Onze Joop
over ons bezoek aan Joops huis (incl. filmpje), (Germigny l’Evêque, augustus 2019)

Stripboek
over de koppelkoers in de Ronde van Abbenbroek (Abbenbroek, juli 2019)

Hymne aan de Stilte
over de beklimming van de Mont Ventoux aan de zijde van Joop (Mont Ventoux, september 2018)

De Joop
over de Joop (incl. filmpje) (Mont Ventoux, september 2018)

Ik Wou Dat Ik Joop Zoetemelk Was
over mijn dromen (september 2018)

Mijn Vader en Joop
over de liefde voor het wielrennen (Tourstart Utrecht 2015)

De Onbekende Renner
Over de Yellow Jersey Ride (St. Willebrord, september 2013) 

 

 

-