Met dank aan Rabbijn Albert Ringer en Imam Iftekhar Chishti

 

“Laat ons niet langer geloven
Laat ons hopen
Lang leve de verlossing!”
– Van mezelluf

 

Om maar meteen met de deur in huis te vallen: ik ben vanochtend vroeg een nieuwe geloofsstroom begonnen (eigenlijk een hoopstroom maar dat klinkt niet).

Het heet Polytheogamie. Dit maakt mij dus een Polytheogamist en ik zoek volgers. Zo snel mogelijk. Om de wereld van haar ondergang te redden.

Het zal me al een hele tijd niet lekker. Om precies te zijn al zo’n krappe zesenveertig jaar niet waarvan de laatste dertig jaar tamelijk bewust. Dat gezanik dus over mijn God, jouw God, jullie God, één God, twee Goden, duizend Goden, geen God.

Aanleiding vormden natuurlijk de aanslagen in Parijs. Daden van pure blasfemie. En pal daartegenover stellen wij dus de Polytheogamie, een even nieuwe als pretentieuze stroming van de weg van de minste weerstand.
Want het moest het maar eens afgelopen zijn. Met het gedoe. Vandaar. Deze lancering. Van een nieuwe hoopstroom. Nu. Ter behoudenis van het mensdom.

 

Ik ben van huis uit Rooms-Katholiek opgevoed maar ik kan niet zeggen dat ik alle normen, (voor)waarden en regels van de Katholieke kerk onderschrijf. Bepaald niet eigenlijk.

Zo ben ik voorstander van abortus, vrouwelijke priesters (liefst vanaf cup C) en zodra homofielen hoe, waar, wanneer dan ook bedreigd of beledigd worden, ben ik er als de kippen bij om mijn afkeuring te uiten.

Bovendien vloek ik graag.

Het woord ‘geloof’ kreeg pas diepere betekenis voor me, eigenlijk een geheel andere lading, door de pastoor die onze kinderen jaren geleden doopte. In een voorgesprek legde hij een verband tussen ‘geloven (in)’ en ‘vertrouwen (op)’.

Politici en columnisten, bloedbroeders in tijden van crises, buitelden over elkaar heen na Parijs. Dit pertinent wel, dat juist weer absoluut niet. Het woordje ‘misschien’ ontbrak net iets te vaak. Juist resolute woorden als ‘absoluut’, ‘pertinent’ en ‘weldegelijk’ ontbraken in de vocabulaire van onze pastoor. Hij zette me aan het denken.

Geloven was in zijn ogen eigenlijk meer ‘hopen op’ dan ‘zeker weten’. Het was een hele opluchting dat mijn onzekerheden eindelijk door een afgevaardigde van de Rooms-Katholieke kerk officieel waren erkend.

De betweter gelooft, de twijfelaar hoopt. Een beetje dat idee.

Door niet te hopen, maar juist te geloven in de almachtigheid van de Heer heeft het geloof zich schaakmat gezet als we al het geweld, onrecht, ziekte, honger en natuurrampen in acht nemen.

Laat ons voortaan hopen op Zijn almachtigheid.

Katholiek eff

 

Ik hoop meer op Jezus dan dat ik in Hem geloof. Geldt overigens ook voor de landstitel voor Feyenoord: gewoon op hopen, niet in geloven. Dodelijk voor het gemoed.

In de Polytheogamie hebben wij het dan ook liever over hoopvollen dan over gelovigen. De Polytheogamist gelooft in het lot, maar hoopt op het toeval.

 

Door mijn vele bezoeken aan Islamitische landen ben ik verzot geraakt op de Arabische cultuur. Ik ken geen betere restaurants dan die in Beirut of Amman. De gastvrijheid van mijn vrienden in Jeddah is ongeëvenaard. En in de metaalhandel ken ik geen betrouwbaardere mensen dan onze klanten in Pakistan die ik, letterlijk, mijn laatste euro zou toevertrouwen.

Het komt voor dat mijn moslimklanten, die ik als vrienden beschouw, tijdens gecompliceerde prijsonderhandelingen gaan bidden. Over die beroerde timing moesten we het maar eens een ander keertje hebben.

Handen wassen. Kleedje. Schoenen uit. En bidden maar. Richting Mekka.

Het ontroert mij in hoge mate. Niet zozeer hun devotie maar vooral het vertrouwen dat ik, als Katholiek, in dezelfde ruimte getuige mág zijn van een gebed. Bidden is tenslotte de meest directe en intieme aanbidding tot God. Hun God. Mijn God.

Als Polytheogamist ben en voel ik me moslim, al zie ik Anita het liefst zonder burka gekleed.

Islam eff

 

En laat één ding duidelijk zijn, wij zijn geen Polytheïsten, noch henotheïsten, laat staan pantheïsten.

Het Polytheïsme is het geloof in meerdere goden, echter bínnen één geloof. Wij gaan verder, want wij beperken ons niet tot één geloof. Juist niet! Overigens zijn ook atheïsten zeer welkom want met hen is het in de regel goed bier drinken.

Het Henotheïsme is het geloof in meerdere goden, waarvan één God een prominente rol vervult. Hier doen wij niet aan mee.
In de Polytheogamie is er géén Top Tien van Beste Goden Aller Tijden. Wij kennen een soort van Goden Top 2000 maar dan met tweeduizend nummers één. (Voor de goede orde zij aangetekend dat de zonen van Goden, zogenaamde Godenzonen, níet worden erkend.)

Het Pantheïsme is een levensbeschouwing die ervan uitgaat dat alles (en iedereen) goddelijk is. Nee, dat gaat zelfs ons veel te ver. Ik bedoel Ivo Niehe? Goddelijk? Huh?

De Polytheogamie is tot over de top geëmancipeerd en hoopt op álle Goden die over alle denkbare religies waken. Niet-Goden en Verafgoden (denk aan Willem van Hanegem of Joop Zoetemelk) mogen ook meedoen, uiteraard.

 

In oktober dit jaar werd in India een bindi op mijn voorhoofd aangebracht. Het gebeurde tijdens een bezoek aan een hindoeïstische tempel in Ahmedabad, hoofdstad van de deelstaat Gujarat, tijdens Nevrati, een negen dagen durend religieus festival waar de vrouwelijke vorm van Bhagvaan (God) aanbeden wordt.

Een rode stip op het voorhoofd betekent in ons doorontwikkelde Nederland doorgaans dat een partijtje paintball is verloren. In India staat de bindi symbool voor het focussen van gedachten. Op één punt. Het is als het ware een extra oog dat naar binnen kijkt.

Ik gooide rozenblaadjes over het beeld van Durga, de moedergodin van de Hindoes.

Was het het gooien? Was het de Bindi? De gedachte aan mijn moeder? Hoe dan ook, ik moest dezelfde brokken wegslikken als tijdens de gebeden van mijn moslimbroeders in Pakistan of Saudi-Arabië.

Als Polytheogamist ben en voel ik me hindoe, al was het maar omdat ook ik niet erg bedreven ben in Paintball.

India eff

 

Vrijdag 13 november sloegen de barbaren toe in Parijs en de lezer snapt dat het Polytheogamistische hart huilde.

 

[Klik op de afbeeldingen voor een vergroting]

In de week nadien was op TV Rijnmond een livereportage te zien van een herdenkingsdienst bij de Essalam Moskee op Rotterdam-Zuid. Sprekers waren onder andere Rabbijn Albert Ringer van de Liberaal Joodse Gemeente Rotterdam en de uiteindelijke ster van de avond Imam Iftekhar Chishti. Hun omhelzing ontroerde mij tot het bot. Een beetje hetzelfde gevoel als Bruce Springsteen en Little Steven samen door één microfoon zingen.

Beiden trokken mij over de streep om voorgoed verder te kijken dan mijn Roomse neus lang was. Voorgoed, en niet alleen tijdens mijn buitenlandse reizen.

Het geloof in de mensheid was verdwenen maar ik kreeg er hoop voor terug. Zonder het zelf te weten vormden zij de aanleiding van de Polytheogamie.
Was het daar allemaal niet mee begonnen? Ooit? Gewoon de ene hand. In de andere. En elkaar aankijken. Meer is er niet. Minder wel.

 

Enkele weken geleden zag ik hem weer, mijn Joodse vriend uit Londen. Ik was uitgenodigd om de voltrekking van zijn tweede huwelijk bij te wonen. Ik geef veel om hem, vooral om zijn gitzwarte humor.

Zo hebben wij al tijden de gewoonte om elkaar als volgt te begroeten:
Ik: “Hi how are jew?”
Hij “Fine, child rapist.”
Ik: “Thanks for killing our Lord Jesus Christ, mate!”
Hij: “No thanks, and thank yóu for killing six millions of us.”
Ik: “Most welcome, no problem at all my friend.”

Vlak voor de plechtigheid schudde ik handen van vrienden en familie die ik enkele jaren daarvoor al had ontmoet tijdens de bar mitswa van zijn zoon. De chaotisch overkomende dienst (een gemiddelde markt in Manilla kent meer structuur) had diepe indruk gemaakt. Een dikke drie uur lang zat ik gescheiden van Anita en luisterden we naar de onverstaanbare Hebreeuwse gebeden waarin de letter ‘g’ een nogal prominente rol speelde.

“Mazzeltof!”, riepen we naar hem. 

(Juist op het moment dat ik vlak voor aanvang van de huwelijksplechtigheid mijn keppeltje opzette, trilde mijn iPhone en, gelooft u me of niet, meldde de familie in Nederland dat Ajax de 1-1 had gescoord in de Kuip. Gelukkig staat de Polytheogamie ons toe te vloeken).

Na afloop zongen we Hava Nagila Hava. Het betekent ‘laat ons gelukkig zijn’. We tilden het bruidspaar met stoel en al omhoog op de dansvloer.

Als Polytheogamist ben en voel ik me Jood, vanwege mijn handelsinstinct en vanwege mijn naam op Skype (marcohen7455) – mijn Hebreeuwse vrienden zien in deze samenvoeging van de tweede lettergreep van mijn voornaam (‘co’) en de eerste lettergreep van mijn achternaam (‘hen’) een teken van Jahweh. Romantici zien in Mar Cohen echter het minder talentvolle neefje van Oom Leonard.

keppel eff

 

 

De Polytheogamist kent slechts één natuurlijke maar zeer hardnekkige vijand: de schijnheilige.

Hij (de hypocriet is zelden een zij) herkent u aan zijn lange tenen. Hij is degene die geil wordt van het staren naar zijn eigen navel, die het morele alleenrecht claimt op zíjn God, die ons zíjn hinderlijke reli-regeltjes oplegt en hij is degene die ons Polytheogamisten de maat neemt wanneer wij de naam van zíjn God in zíjn ogen zouden misbruiken terwijl hij het zich onderwijl permitteert schijnheiligschennis te plegen door de meest verwerpelijke idiotie uit te kramen. In naam van God. Zíjn God.

Wij, Heilige Kruisbestuivers, zullen de hypocrieten bevechten met de drie wapens waarmee zij zich nooit raad hebben geweten: zelfspot (niet te verwarren met de bindi), naïviteit en menslievendheid.

Tot voor kort leed ik aan Weltschmerz, een steeds terugkomend en nooit verwerkt trauma uit de mensenoorlog.
Totdat Rabbijn Albert Ringer Imam Iftekhar Chishti elkaar omhelsden en ik hoop zag.

 

Als vanzelf pakte ik het witte keppeltje uit de bovenla en zette het op. Met de lippenstift van Anita bracht ik een bindi aan op mijn voorhoofd. Ik nam een kleedje uit de IKEA-mand onder de kapstok, gooide er rozenblaadjes overheen, zong Hava Nagila Hava en knielde richting Mekka om te bidden.
Ik kneep hard in het kruisbeeld en uit plaatsvervangende schaamte voor de mensheid smeekte ik alle Goden om vergiffenis:

“Vaders, vergeef het ons, want wij weten nog altijd niet wat wij doen”.

 

 

 

-