Och had ik maar
Dichtershaar
Zo lekker
vrijgevochten wild
& frivool
Want je weet al lang:
de kam
is voor de burgerman
& daar sta je dan
noodgedwongen
voor de spiegel
want je zelfbeeld
is niet je evenbeeld
je haar
is een kunstwerk
op zich
&
kan niet los worden gezien
van je ontwortelde
poëzie
het onderhuidse
verlangen
wil
buiten spelen
& muze
(echte muze)
staat geen shampoo
toe
& dus
is discipline
vereist
want je haar
is uiteindelijk
degelijk
oud hollandsche
huisvlijt
omwille van
ijdelheid
op zoek naar
ongedwongenheid
pseudo achteloos
bedacht gedachteloos
& zorgvuldig
verstrooid:
het haar van de ware intellectueel
is het mes
op de eigen keel
haar
dat je
in je
houdgreep
houdt
de inhoud van je hoofd
is immers oorlogsgebied,
een slagveld!
maar het is
de buitenkant
die waarlijk
telt
het is wreed
maar ook het leven van een poëet
is een val,
een rollenspel
een bal masqué
een klitterige kluwen cliché
& iedereen
op het boekenbal
doet er
vrolijk
aan mee
& ook op Poetry International
draait ’t om je kapsel
zo’n coiffure
als papier-maché
zo’n coiffure
waarover geen misverstand bestaat
zo’n coiffure
die aan duidelijkheid niets te wensen overlaat
ja:
een coiffure
met vogelnestallure
waarvan de mensen denken:
Sjeuzus,
het is hem menens…
zoveel
ondraaglijke levenspijn
deze man
moet haast wel
dichter zijn
Zelf heb ik stekels
(handig vooral)
Maar wie deze schoen past
Trekke hem Freek de Jonge,
Marcel van Roosmalen
of Henk Spaan