Het Rotterdam
Is het Rotterdam
Van mij,
’n Veertiger, verkrampt trachtend
Trots te zijn
Op zijn broedende stad

Het Rotterdam
Is het Rotterdam
Van de volharding
Schaduwloos samenspel van glas en beton
Regen, spot en smaad
trotserend

Het Rotterdam
is het Rotterdam
Van het ongeremde antwoord
op diknekkerige mooipraterij
Zo puur en brutaal als uw dubbel verzekerde werkelijkheid

Daar ken je ete vor heus niet duur
En je ken d’r wone, volleges main koop en huur
En vor bedraive en vor feessies en zo
En een uitzig, tering man, een p’taai mooi

Het Rotterdam
Is het Rotterdam
Van ons,
Eenzame zwijgzame zwoegers
Die pogen te vergeten
Ondanks
onze gebalde vuisten

Hèt Rotterdam,
Zo luidt je echte naam!
De nuance
Zit heimelijk verstopt
In het lidwoord.

-