Voor mijn vader Guillaume
Rotterdam (slaapkamer), zaterdag 14 juli 2018 8:15u
Wakker. Met een bonkend hart. Anita ligt niet naast me. De stilte wordt zachtjes onderbroken door ondefinieerbare geluiden vanuit de woonkamer waaruit ik kan opmaken dat mij een doorslaap wordt gegund. Maar het effect werkt averechts. Schiet een bom af en ik slaap door, maar juist de te nadrukkelijke beheersing over geluiden voedt de achterdocht in mij.
Vandaag is het koers. Ik doe mee aan de koppelkoers van de Ronde van Abbenbroek. Ik rijd met ex-prof Louis de Koning. Ik ben onrustig.
Rotterdam (woonkamer), zaterdag 14 juli 2018 8:32u
Gedesoriënteerd bereik ik de eettafel van de woonkamer. Jeremy en Fabienne pakken hun tassen in om naar Bospop te gaan.
‘Goedemorgen pap’, zegt Fabienne die mij een kus op het voorhoofd geeft.
‘Vandaag is het koers’, antwoord ik slaperig. Anita schenkt koffie voor me in.
‘Weet ik toch pap. Veel plezier en doe de jongens de groetjes. Doei!’
‘Dag vriend’, zegt de ultra gespierde Jeremy die me met samengedrukte lippen een boks geeft.
‘Doe dat mouwloze hemdje liever niet meer aan in ons huis Jer…’, antwoord ik , ’… zeer slecht voor mijn zelfvertrouwen.’
Er wordt gegrinnikt.
‘Sonny Landreth speelt met John Hiatt mee. Hij is een legendarische slidegitarist en minstens zo goed als Ry Cooder. Doe hem de groetjes. Voor mij is het koers vandaag.’
‘Ik zal de groetjes doen aan Lonny Sondreth’, zegt Fabienne die nooit sterk geweest is in het onthouden van namen.
Rotterdam (toilet), zaterdag 14 juli 2018 8:54u
Op mijn iPhone open ik Facebook. Een post van gisteravond. Ter voorbereiding van de Wielerronde van Abbenbroek drinken Gutz en Mario van Baarle een volwassen pils. Zij nemen het leven niet zo serieus. Zij hebben te veel wat ik te weinig heb. Zou dit andersom ook zo gelden?
Tijdens het moment surprême van de grote boodschap doe ik de Donald Duck op pagina 1 alweer dicht. Dagobert Duck maakt zich druk om de prijs van het nikkel. In het weekend door nota bene de Donald aan je werk worden herinnerd is een gegronde reden tot zorg.
Rotterdam (woonkamer), zaterdag 14 juli 2018 10:03u
Ik word geknipt en geschoren door Anita. ‘Je moet er netjes uitzien bij de koers vanavond. Moet je je baard nou toch zien. Je lijkt wel een caveman.’
Ondertussen kijken we bij Uitzending Gemist de Avondetappe. Rob Harmeling haalt zijn vader aan: ‘ik kwam inderdaad langs de weg te staan met een lege tank Dione, maar dat is geen drama. Het echte drama speelt zich af in het leven van mijn vader die Alzheimer heeft.’
Ik zie Rob slikken en denk aan mijn vader.
Een paar dagen geleden bezocht ik hem in het verpleeghuis. Hij had een korte broek aan, donkere sokken en Jezus-sandalen. Een paar jaar geleden zouden we hem nog ter verantwoording hebben geroepen (“pa dit kan écht niet, doe eens uit”), maar nu vertedert het me. Ik masseerde de onderbenen van mijn vader.
‘Je hebt de kuiten van Joop Zoetemelk pa!’
‘Oh ja?’, antwoordde hij op z’n André-van-Duins.
Rotterdam (slaapkamer), zaterdag 14 juli 2018 10:44u
Mijn benen worden geharst door Anita. Het gaat gepaard met een satanisch lachje. Zij heeft de gewoonte om in Zwarte Magica te transformeren als ze mijn benen harst. Ik ben doodsbang voor haar.
‘Stil liggen. En laat je zakie los.’
Ter beveiliging van mijn edele delen volg ik niet al haar commando’s op.
‘Au! Godverdomme.’
‘Sorry’, zegt ze, ‘ik wilde kijken of ik zo’n strip twee keer kon gebruiken.’
‘Godnondeju…’
Om de tijd en pijn te doden open ik Twitter. Ik probeer me te concentreren op nieuws over de Giro Rosa etappe van vandaag, maar het moment van ontspanning is slechts van korte duur.
‘AAAAAAAAH’
Anita neemt wat schaamhaartjes mee, ik neem aan per abuis.
‘Hahaha’, schaterlacht ze.
Nu weet ik het zeker. Ik ga een echtscheiding aanvragen.
Rotterdam (douche), zaterdag 14 juli 2018 11:12u
Ik sta onder de douche. Anita scheert de laatste wilde haren van mijn benen. Daarna spoelt ze me af zoals je coniferen besproeit op de camping.
‘Jezus wat is dat water koud.’
‘Ja ik zie het’, antwoordt ze met weer die duivelse schaterlach van Zwarte Magica.
De koers is nog ver weg.
Rotterdam (toilet), zaterdag 14 juli 2018 13:10u
De tweede grote boodschap. Spanning voor de koers. Met de gedachte aan onze metaalvoorraden vermijd ik de Donald Duck als de pest. Dan maar het Zweedse Puzzelboek.
SCHILDPAD
SATIRE
AMBITIE
Drie woorden die linea recta verwijzen naar de wielerronde van vanavond. Ik krijg steeds meer spijt van mijn reeds toegezegde deelname. Had ik maar een andere passie.
Rotterdam (onderweg naar het verpleegtehuis van mijn vader), zaterdag 14 juli 2018 13:23u
Ik ben nerveus. Onrustig ook. Dat komt door mijn vader. Ik wil hem al maandenlang mijn nieuwe fiets Guillem laten zien, maar het kwam er maar niet van. Vandaag, op Quatorze Juillet, heb ik daar spijt van. Een paar maanden geleden was hij aanmerkelijk beter dan nu. Joop is uit zijn leven gefietst en die andere held, Willem, zegt hem ook niets meer.
‘Hij zal je nieuwe racefiets niet kunnen plaatsen, zei mijn moeder vorige week nog, ‘hij slaapt zoveel. En als hij wakker kijkt hij vriendelijk zijn lege wereld in.’
Mijn vader begrijpt zijn eigen glimlach niet.
Ik wilde vorige week zondag nog bij hem langsgaan, maar het besef dat mijn vader zelfs de TV niet meer als TV herkent verlamde me. Ik wilde weer samen met hem de Tour kijken, zoals we zo vaak deden. We dronken lauw bier op de camping. Mijn vader hekelde de afwachtende manier van koersen. Ik was het zelden met hem oneens. Hij vond me op Sylvain Chavanel lijken. Sindsdien heb ik gezworen dat er ooit een tattoo op mijn onderbeen zal prijken. Uit eerbied voor de gelijkenis.
Maar vandaag de dag bestaat de Koers niet meer voor mijn vader. Het peloton is er vandoor. Hij staat nu langs de kant van weg. In een korte broek, donkere sokken en Jezus-sandalen.
Rotterdam-Zuid (parkeerterrein huis van mijn moeder), zaterdag 14 juli 2018 13:38u
Mijn moeder opent het achterportier en legt de waszak van mijn vader op de achterbank. Ik geef haar vier zoenen. Ik draai altijd Franse muziek als zij meerijdt. Vandaag is het feestdag in haar en mijn moederland.
‘Waar denk je aan?’, vraagt mijn moeder met een donkere stem die haar verkoudheid verraadt.
‘Vandaag is het koers ma’, antwoord ik haar.
Les Jours Heureux van Charles Aznavour staat op.
We zwijgen.
Rotterdam-Zuid (verpleegtehuis van mijn vader), zaterdag 14 juli 2018 13:51u
In de centrale woonkamer zit mijn vader aan tafel. Hij eet een blokje Hollandse kaas.
‘Hallo pa!’
Mijn vader kijkt langzaam op, glimlacht naar me en raakt ontroerd. Hij lijkt iets of iemand te herkennen. Ik hoop die iets of iemand te zijn. Ik geef hem een kus op zijn wang. Hij ruikt naar de verjaardagsfeestjes van vroeger. Hij brabbelt iets van fijn. Mijn moeder verdwijnt naar zijn kamer om de schone was in zijn kast op te bergen.
‘Ik heb een verrassing voor je pa. Ik heb een nieuwe racefiets. Die kom ik je laten zien.’
Mijn vader reageert niet. Geen oh ja? Geen leuk? Zelfs de leestekens hebben afstand van hem genomen. Als een gehavend angstig dier staat hij op. Ik begeleid hem aan mijn hand stapje voor stapje naar de hal waar de rolstoel op hem wacht. Gordon zingt op de radio. Kon ik maar even bij je zijn.
Rotterdam-Zuid (buiten het verpleegtehuis van mijn vader), zaterdag 14 juli 2018 14:21u
Ik zet de rolstoel bij mijn auto neer maar vergeet hem op de rem te zetten waardoor mijn vader haast de stoep afrolt. ‘Oh oh!’, roept mijn vader die ooit van graniet was. Net op tijd heb ik de rem gevonden. Met een bonkende kop til ik mijn fiets uit de kofferbak.
‘Kijk eens pa. Mijn nieuwe fiets! Kijk eens wat hier staat…’
Ik houd mijn wijsvinger bij de letters op het frame.
‘GUILLEM. Zo heet jij ook. Wim. Guillaume. Guillem. Die fiets is naar jou vernoemd pa. Omdat jij me hebt leren fietsen. En vanavond doe ik mee aan een wedstrijd. Vind je hem mooi?’
Bij het uitblijven van een antwoord besluiten we maar wat foto’s te maken. Ik had mijn fiets een paar weken geleden moeten laten zien. Toen het leven nog zin had.
Abbenbroek, zaterdag 14 juli 2018 17:58u
“Hi. Ik sta bij de inschrijving” appt Louis me als ik Guillem uit de auto heb getild.
“Ik heb net geparkeerd. Kom eraan” app ik terug.
Op de parkeerplaats van Abbenbroek zijn twee Belgische renners met elkaar in conclaaf. Het woord Kuurs valt. Ik denk dat ik weer moet schijten. Ik waggel als Donald Duck naar de dorpskern van Abbenbroek. Anita en mijn moeder lopen te langzaam. Ze snappen de koers niet.
Abbenbroek, zaterdag 14 juli 2018 18:18u
Ik heb Louis gevonden, eindelijk. Het was een gedoe om met Guillem door het smalle pad te manoeuvreren tussen het hekwerk van het parcours en de huizen. De stem van de speaker schalt over de Gemeenlandsedijk Noord. Ik passeer patat etende mensen die evenveel plezier hebben als enkele fietsvrienden die me met open (namelijk lachend) vizier begroeten.
Louis is gekleed in een korte broek. Zijn kuiten zijn bruin, gespierd en glad geschoren. Gisteren appte hij me nog dat ik op veel op kop zou moeten rijden, nu weet ik wel beter. Ik overhandig hem het Spookrijderstenue.
‘Ik doe wel mijn eigen broek aan, want die L is te groot.’
‘Als je ruim geschapen bent niet Louis!’, wilde ik nog zeggen, maar hij is te snel naar achter vertrokken om zich om te kleden. Binnen no time is hij weer terug. Na Erik Breukink is hij de tweede ex-prof die het Spookrijdersshirt draagt.
‘Kom we gaan een rondje rijden’, zegt Louis.
Abbenbroek, zaterdag 14 juli 2018 18:49u
Over een minuut starten we. Het stelde allemaal niet veel voor… het was lekker laagdrempelig, zei Arthur Fahrenhout me gisteren nog. Waarom is mijn hart dan naar mijn keel verhuisd? Bovendien heb ik een vreselijke dorst maar drinken gaat nu niet meer. Ik zou meteen moeten piesen, terwijl Louis en ik net nog hebben geürineerd. Pas bij het afknijpen zag ik dat enkele Abbenbroekers ruim zicht hadden gehad vanuit hun ruime achtertuin op mijn deels geschoren lid.
Nu staan Louis en ik op het verhoogde startpodium. Arthur, dit uur de officiële starter, omhelst me en telt af. Nog dertig seconden. Was ik maar een boer, dan kon ik nu lachen met kiespijn. Dadelijk ben ik onderweg me de Koning. Ik had me nog zó voorgenomen om gespeeld spontaan John Hiatt’s Riding with the King in de uitvoering van BB King en Eric Clapton te gaan zingen, maar de koers verdraagt geen luchtige relativering. Louis ís de koers.
Aan het woord is spreekstalmeester John Vingerling. Al staat hij vlak naast me, het is zijn echoënde stem die tot mij komt:
‘Deze man schreef een prachtig artikel voor de rondekrant van deze Wielerronde van Abbenbroek dames en heren en bovendien is hij de vaste bloggert van tweevoudig Nederlands Kampioen én onze trotse Wereldkampioen Chantalllll Bllllaaak en zijn naam is Marco Hendriks!’
De naam Hendriks echoot over het parcours waar speakers bungelen aan hoge lantarenpalen. Jouw naam, pa. Onze familienaam. De naam waar jij zo trots op bent. Was. bent. Het is vandaag koers pa. En jij bent er niet. Ik mis je. Je had hier moeten staan. Aan de kant. Met je camera. Foto’s maken van onze ruggen omdat je je de laatste jaren steevast vergiste in de sluitertijd. Gordon zingt nog altijd in mijn hoofd. Ik wil nog zo veel aan je vragen.
‘En Marco fietst aan de zijde van niemand minder dan Louis de Koning, zoon van Zuidland, ex-professioneel wielrenner uit de stal van Peterrrrr Post!’
‘Nog vijf seconden…’, telt Arthur af, ‘vier….drie….twee….één…..GO!’
Abbenbroek, zaterdagavond 14 juli 2018 (ronde 1)
Na enkele bochten probeer ik de kop over te nemen van Louis, maar hij wijst me al snel op mijn plek. Achter zijn kont gebaart hij naar rechtsachter. Daar rijd ik uit de wind. We vliegen over de polder en ik heb een droge bek. Louis is waanzinnig geworden. Hij ligt gebogen over zijn stuur en ik moet op mijn kiezen bijten om zijn wiel te houden. We rijden over de 40 kilometer per uur. Diezelfde kiezen willen plotseling naar buiten, ze kruipen naar mijn tong toe. Mijn tong hangt al buiten. Vliegen vangen.
Koers is koers, altijd en overal. Tijdens de Ronde van Catalonië van 1988 toen Sean Kelly de piepjonge Louis een compliment gaf voor zijn dappere solovlucht van 70 kilometer, maar ook tijdens deze Ronde van Abbenbroek waar dezelfde Louis de Koning een Spookrijder achter zich moet dulden. Is dit Louis’ wraak dat hij nooit uitgezonden werd naar de Tour?
Abbenbroek, zaterdag 14 juli 2018 (ronde 2)
We rijden over de finish. Anita en mijn moeder zijn nergens te bekennen. Zijn ze naar huis? Ze hadden Louis en mij vast sneller ingeschat. Ik heb gefaald. Ik hoor twee speakerstemmen door elkaar heen. Die van John Vingerling en van Mels de Kievit. De verwarring is prettig. Babylonië is mijn favoriete vakantieland. Ik hoor mijn naam noemen. Hendriks. De naam van mijn vader, zijn zoon en de Heilige Geest. Dan wordt Louis genoemd door Vingerling of de Kievit. Het woord Klepperrrr valt. Dat móet op de op hol geslagen Louis slaan. Hij wil een compliment van Sean Kelly. Die dwaze Ier ga ik vanavond nog bellen. Louis verdient het.
Nog één rondje in deze vrolijke hel.
Abbenbroek, zaterdag 14 juli 2018 (ronde 3)
Kotsen. Althans, bíjna kotsen. Louis heeft het wiel gekozen van een koppel dat ons zo-even inhaalde en een tel later worden wij, als kwartet, ingehaald door een koppel dat verdomme nóg harder rijdt. Het is onbestaanbaar dat er coureurs zijn op deze planeet die momenteel harder fietsen dan Louis en ik.
Ik moet stoppen. Gewoon stoppen en nooit meer aan dergelijke competities meedoen. Ik rijd het laatste stukje gewoon uit, ik zeg iedereen beleefd gedag en ik kom nooit meer terug. Ik ga van Strava af, verkoop mijn fiets, laat mijn baard groeien, koop een huis in Frankrijk, zet me op een bankje naast Anita neer en sta het onkruid toe hoe het zich langzaam verweeft met mijn baard totdat Anita en ik zijn vergaan tot stof.
Ik kan niet stoppen.
Mijn verzuurde benen schreeuwen om aandacht, mijn hart beukt tegen mijn borstbeen, mijn uiteen gereten longen weigeren dienst, iets klopt in mijn schedel, mijn helm zit scheef, Louis wijst omlaag (weer rechtsachter), zet nog eens aan, schakelt op, begint woeste mokerslagen uit te delen, ik móet volgen, ik mag niet afhaken, ik moet de naam van mijn vader hooghouden, ik ben een Hendriks, een Rotterdammer die op Sylvian Chavanel lijkt, Louis snuit zijn neus, minideeltjes van gesproeid snot bereiken mijn rechterknie, hij gaat nóg dieper zitten, we draaien Abbenbroek weer in, Louis is Louis, ik volg hem gedwee, als zijn slaaf, Louis is Robinson Crusoe, ik ben vrijdag, Louis is Don Quichot, ik ben Sancho Panza, Louis is de Koning, ik ben een Hendriks, Louis is een bepaald lidwoord, ik een onbepaald.
Louis is BB King en Clapton ineen. Ik ben Gordon.
Abbenbroek, zaterdag 14 juli 2018 21:35u
Bier drinken met Gutz en Mario van Baarle. Althans nee ho, Louis en ik drinken bier. Gutz en Mario hebben gisteren zo catastrofaal doorgehaald dat zij nu veroordeeld zijn tot een colaatje (Gutz) en een spaatje (Mario). Indian Summer op Quatorze Juillet. Ondanks hun drukke werkzaamheden sluiten Arthur, Edward en Maarten zich voor een kort moment bij ons aan. Rondom hun ogen hebben zich diepe kringen gevormd die aangeven hoeveel inspanning vereist is om een wielerronde tot stand te brengen.
‘Hoe ging het?’, vraagt Maarten.
‘Ik ben Gordon, Louis is BB King’, is het antwoord dat ik nog nét op tijd kan inslikken. Maarten glimlacht omdat een coureur zelfs aan géén woord genoeg heeft. Hij knipoogt.
Ik voel achteraf meer koers dan tijdens de koers. Dat is vóóraf ook het geval.
Eef Fahrenhout vertelt honderduit over zijn koerservaringen die zo’n zes decennia beslaan. Vanuit een achtertuin tillen Edward en Maarten over het hekwerk emmers bossen bloemen voor de winnaars van vandaag. Tijdens de prijsuitreiking spreekt Ploni Fahrenhout met Anita en mijn moeder die mijn fiets vasthoudt. Haar zoon was ooit Nederlands Kampioen, de zoon van mijn moeder is Gordon die zijn vader zo mist. Ze praten nu over mijn vader. Het ontgaat mij niet dat er een traan in het witte wijn glaasje van plastic van mijn moeder valt.
Dit is voor mij koers en koers alleen.
Het shantykoor zingt Ben Je In Rotterdam Geboren. Gutz zingt vals mee. Hij maakt een selfie van ons twee. Een tractor rijdt het parcours op om als hoogwerker te fungeren. De vlaggen gaan alweer omlaag. Louis lacht vanaf de hoogwerker. Daar vertrekt de bus van de jury richting Zeeland. Speaker Mels de Kievit komt de hand van Eef schudden. Beide heren hebben de leeftijd van mijn vader. Mocht ik de heer de Kievit overleven, dan moet de familie hem inhuren om live verslag te doen van de tocht van mijn kist.
”En daarrrr, dames en heren, gaat-ie dan eh…. de kist van eh… Marrrrco Hendrrrrriks…. Mensen kennen hem eh beterrrr als eh de Spookrijderrrr eh dames en heren eh…. Zijn gebrrrrek aan fietstalent eh weerrrrhield Marco errrr eh niet van om de koerssss eh te omarrrrmen-eh…. Sterrrrrker nog eh zijn kist benaderrrrt eh het vagevuurrrr eh beduidend snellerrrr eh dan de snelheden die hij op eh Guillaume, zijn fiets, doorrrrgaans eh wist eh te behalen….”
In de pauze van het optreden van het shantykoor spreek ik Arthur die vanmiddag deelnam aan de Koppelkoers met zijn dochter Jade.
‘Hoe vond je het?’, vraagt Arthur me bij het afscheid nemen.
‘Geweldig Art. Mijn vader heeft vanmiddag mijn nieuwe fiets gezien. Hij leerde mij fietsen.’
Vandaag werden fakkels doorgegeven.
FOTOGALERIJ
***
Dank aan alle medewerkers en vrijwilligers voor de perfecte organisatie. Speciaal woord van dank in deze aan Maarten den Bakker, Arthur en Edward Fahrenhout en Louis de Koning.
Foto’s van Arjan van Essen (van Ave Sportfoto’s), van Gutz en van mezellef.
Leuk stuk marco
Ach Marco, wat weet je het weer treffend te verwoorden. Het langzame maar zekere afscheid van je vader, wat voor impact dat op jullie allemaal heeft, op je moeder in het bijzonder. Een dappere, lieve vrouw. Je treft het met je ouders, koester ze. Maar dat is feitelijk een overbodige opmerking, ik weet dat je dat absoluut doet. Koester de momenten.
. Mooi om mee te maken, een wielerronde waar bijna het hele dorp aan meegewerkt heeft en natuurlijk het meefietsen van Marco. Ik vond het ontiegelijk hard gaan en denk dan altijd aan valpartijen, dat drukt de pret een beetje, maar ik heb er toch van genoten. En ook het verslag van de koppelkoers en de uren die daaraan vooraf gingen hilarisch.
Wat weer beeldend geschreven. Hoewel ik helemaal geen fietser ben, ik heb benen gekregen om te lopen, zijn sommige aspecten herkenbaar voor mij. Voor de stukjes over je vader, het willen delen van geluksmomentjes, de “lege” ogen. Wat sta je vast in het leven, je ervaringen die je verdieping geven en de manier waarop je dit in beeld, maar voor woord weet vast te leggen. Het is cliché, alweer, ………. maar een diepe buiging.