Ummeed  <If you expect something to happen, you believe that it will happen>

Bron: Collins Hindi-English Dictionairy

 

Mumbai, donderdag 6 september 2018

 

We zitten al een anderhalf uur in de auto. De autobaan in Mumbai telt vier banen maar alles zit potdicht. ‘Traffic is not bad today, I wonder why’, zegt Ehsan bloedserieus. Ik begrijp van hem dat het normaliter vele malen drukker is op een gegeven donderdag in deze metropool die een slordige 22 miljoen inwoners telt.

De autobaan gaat van vier naar drie banen. 

‘We’ll visit the world’s largest suburb called Mumbra. Every building you see here is illegal.’ 

Ehsan leeft en praat met de verpulverende kracht van een bulldozer. Ik ken Ehsan beroepshalve. In onze branche is hij gezaghebbend, in miljoenenstad Mumbai evenzeer. Onze prijsonderhandelingen nemen over het algemeen minder dan een kwartier in beslag. De rest van de tijd besteden wij aan gesprekken over een missie die wij delen: hulp aan mensen in nood.

‘Take a look Marcus! This is India too!’

Na de rellen van 1993 vluchtten duizenden families, voornamelijk moslims, naar de wijk Mumbra. 

De autobaan gaat van drie naar twee banen. 

Het aantal burka’s neemt toe. Mannen gekleed in Kandora. Ze dragen lange baarden en Taqiyah’s (een soort keppeltje) als hoofddeksel. We worden omgeven door een ontelbaar aantal winkeltjes, garageboxen, schuurtjes en platte karren. Ik open mijn raam voor wat foto’s. God blaast meteen met Zijn föhn warme lucht in onze prettig verkoelde auto. 

‘Eighty percent of Mumbra’s population is Muslim, but everyone lives side by side in this part of town! Alhamdulillah!’

De autobaan gaat naar uiteindelijk naar één baan. De drukte op straat is ongekend. Ik was al enkele malen in Mumbai, maar ging nog nooit zo diep deze jungle in. Ehsan laat mij de wortels van de stad zien. 

‘We are heading for a school for disabled children that we run with our Ummeed Foundation. Ummeed is the Hindi word for hope.’

Het wordt stil in de auto. 

‘Get out!’

Als de steegjes te smal worden om door te kunnen rijden, stappen we uit. De auto staat muurvast tussen enkele two-wheelers en een rij riksja’s. In sommige riksja’s slapen de chauffeurs languit op de achterbank. 

Onmiddellijk loopt het zweet van mijn kop af, zo bedrukkend warm is het. Er lopen tientallen geiten los rond en aanzienlijk minder koeien dan in Ahmedabad, valt mij op. De lokale bevolking kijkt de blanke vreemdeling verbaasd aan, geenszins vijandelijk. Kinderen volgen me. Als ik me plotseling omdraai, lachen ze en rennen ze weg. Dit tafereel herhaalt zich nog een paar keer. Vele van hen zullen nog nooit een blanke hebben gezien.

Sommige gebouwen staan in de steigers die van bamboe zijn gemaakt. Eén winkelier is in slaap gevallen in zijn winkeltje waar hij kapotte ventilatoren repareert. Ik fotografeer en maak filmpjes van het leven op straat. Het is evenwel een leven dat wij in het overgereguleerde westen geen leven zouden noemen. 

De balkonnetjes zijn voorzien van een stalen framewerk waardoor het lijkt alsof het wasgoed achter de tralies gevangen zit. Het zou surrealistisch zijn als het niet zo godvergeten echt zou zijn.

Vlak voor een nietszeggend pand stoppen we. Ik word voorgesteld aan een man die een zonnebril draagt. Hij is een politicus. Het puntje van zijn pluizige baard tekent fraai af op zijn smetteloze witte overhemd. Hij draagt een zonnebril en noemt mij meteen brother. We omhelzen elkaar. 

Vinod en ik doen onze schoenen uit en betreden het pand.

‘Watch your head!’, waarschuwt Ehsan met die dwingende bulldozerstem die hem zo kenmerkt. Ik ken hem al zeker 25 jaar. Zijn uitstraling houdt gelijke tred met zijn postuur. Indrukwekkend. In alle eerlijkheid had ik aanvankelijk nooit durven vermoeden dat Ehsan zich zó inzette voor zijn medemens in nood. Hij voldeed immers aan ieder vooroordeel dat nogal pijnlijk en hardnekkig kleeft aan onze branche die lijdt aan een Stiefbeen & Zoon syndroom. Hij heeft in de loop de jaren een waar imperium opgebouwd. Ik denk dat ik niemand ken die zó actief, zó rigoureus te werk gaat. Op het agressieve af. Een uitstervend ras. Over sterven gesproken, in alles doet hij me aan Lex denken. Mensen als Ehsan en Lex leven bij de gratie van de gebiedende wijs. Ik kan het van vrijwel niemand hebben. De uitzonderingen op die regel zijn evenwel de parels die mijn bestaan kleuren.

’Marcus, shake hands! This is Parvez Farid! He runs this school!’

‘Good afternoon, welcome Sir.’

Ik houd de hand vast van een hartelijk lachende in wit geklede man die deze school namens de Ummeed Foundation runt. Een volgend ogenblik draai ik mijnhoofd naar rechts en staar ik in de ogen van tientallen gehandicapte kinderen die samengepakt in deze veel te kleine ruimte zitten. Een vrouw met een roze hoofddoek begroet mij vriendelijk. Ik kan haar geen handdruk geven weet ik ervaring dus buig ik uit respect voor haar.

Zij is de juffrouw van deze kinderen. Pas als ik ga zitten word ik gewezen ik op de grote poster achter mij:

De juffrouw met de roze hoofddoek voert het woord in Hindi. Een man met een grijze snor naast mij vertaalt fluisterend wat de juffrouw te zeggen heeft. Ik ontmoette hem enkele uren geleden in het luxueuze restaurant waar we lunchten. Ehsan sprak over zijn op handen zijnde trip naar Kerala in Zuid-India waar onlangs honderden mensen omkwamen bij de overstromingen die, zoals altijd, jaar in jaar uit, de allerzwaksten treffen. Ehsan zamelt geld in en gaat na dit weekend persoonlijk naar Kerala op expeditie om te bekijken wat de grootste behoeften zijn. Tijdens zijn overdonderende monoloog over de slachtoffers van de natuurramp, nam de man met de grijze snor plaats aan tafel.

Hij blijkt bij navraag (sowieso wordt niemand ooit voorgesteld, men “verschijnt” eenvoudigweg) eigenaar van een rits parfumerieën in Mumbai, en is een van de grotere sponsoren van deze foundation. Zo moet dit schooltje binnen twee jaar zijn uitgegroeid tot een volwaardige school die onderwijs en -dak moet bieden aan duizenden gehandicapte kinderen in Mumbra voor wie de eigen ouders nauwelijks de zorg kunnen dragen. Al zijn de leefomstandigheden in het verderfelijke hier en nu erbarmlijk, ik zie louter lachende gezichten. Klagen in India heeft geen zin. Niemand wordt gehoord. 

Een doofstom meisje laat zien de gebarentaal machtig te zijn. Een blinde jongen laat zien dat bij braille lan lezen en schrijven. Een miniscuul klein mannetje wordt uit de groep getild. Hij is volledig verlamd. Met een piepstemmetje en verbazing uitstralende hertenogen declameert hij iets. Een verzorger houdt het kale ventje vast. Een meisje dat dag na dag haar zicht aan het verliezen is houdt een voordracht uit haar hoofd over de ontstaansgeschiedenis van de staat India.  Een ouder doofstom meisje werkt in gebarentaal de dagen van de week af. Ze is zo nerveus dat ze zich af en toe vergist.

Er wordt me uitgelegd dat de school interreligieus les geeft. De kinderen vieren het Suikerfeest, Diwali en Kerst. Farishtey is het toverwoord. Het betekent engel. Ieder geloof kent zijn engelen. Ieder geloof draait om hoop. Hoop is vertrouwen. Laten we in engelen geloven.

Dan komt er een klein gesluierd prinsesje vanuit de groep op me afgelopen. Ze overhandigt me een Diwalikaart met twee handgemaakte theelichtjes. Een meisje met downsyndroom overhandigt een soortgelijk geschenk aan Vinod. Daarna geeft ze de hele delegatie stuk voor stuk een knuffel met dichtgeknepen ogen. Mensen met downsyndroom gaan verder waar de homo sapiens (die zonder -zogenaamde- beperking) stopt uit schaamte, angst, onzekerheid of juist uit misplaatste zelfoverschatting.

Het zit erop. Vinod en ik delen chocoladerepen uit. Voor ieder kind een. De kinderen willen mijn huid aanraken. En ik? Ik wil ze meenemen. Allemaal.

‘Vinod, please wire my price money that I won in the Tour of Aravallis to the Ummeed Foundation.’

‘Will do.’

Daarna omhels ik met vochtige ogen en een brok in de keel Parvez Farid, de man gekleed in het smetteloze wit. 

‘God bless these children Sir. And may God bless you…’, perst mijn droge keel eruit. Parvez lacht, zwijgt en houdt mijn hand lang vast.

Eenmaal in de auto draai ik me nog een keer om. We laten hem achter. Hij wuift. Hij geeft het woord Ummeed handen en voeten.

Parvez Farid is een Farishtey. 

 

https://youtu.be/MzP_SCyWxJM

 

 

 

Meer informatie over de Ummeed Foundation vind je hier:

For More Details Visit: www.ummeedfoundation.in

Facebookhttps://www.facebook.com/UmmeedOfficial/

Ummeed Foundation documentary film link: 
https://youtu.be/okw1l5okcc8 

Ummeed Foundation documentary BY HW NEWS:
https://youtu.be/mzp_scywxjm

Ummeed News in The Better India
https://www.thebetterindia.com/116569/ummeed-foundation-parvez-ngo-for-disabled-mumbra/

Ummeed news in India Mantra
https://www.indiamantra.com/ummeed-the-hope-school-disabled-children-mumbai/

 

 

 

-