EEN ZELFVERZONNEN WAARGEBEURD VERHAAL
In de eerste jaren van het huwelijk trachtte Pancho de kost te verdienen als boer op hun stukje grond vlak buiten de dorpsgrenzen van El Torno. Het viel allemaal bitter tegen. Pancho was niet gewend om met zijn handen te werken – zijn handen, vooral zijn rechter, waren tot dusver in bescherming genomen door zijn omgeving uit angst voor een kwetsuur.
Op de boerderij was het daarentegen aanpoten geblazen. Pancho’s onhandigheid werd haast even legendarisch als zijn handtekening; hij had het enigszins beperkte denkvermogen van zijn vader geërfd en helaas niet diens technische vaardigheden.
Hij was van goede wil maar de eerste oogst mislukte totaal vanwege een extreem droge zomer. Ook in de veeteelt viel er nauwelijks iets te verdienen, al was dat dan weer wél te wijten aan persoonlijk falen, zij het deels.
Pancho en Carmelita kochten op de markt van het nabij gelegen Jerez de la Frontera een geit die zij weinig origineel La Barba hadden genoemd. Het bleek een miskoop, want La Barba zou binnen enkele weken sterven aan miltvuur. Met twee koeien, aangeschaft op dezelfde markt, kregen zij een té persoonlijke band. Voor mensen met een beetje fatsoen is geen kruid gewassen tegen de ontroerende ogen van een koe (Pancho zou sinds zijn relatief korte bestaan als boer overigens vegetariër worden en blijven).
Zij besloten de dieren de namen Sancho Panza en Don Quichotte te geven. Een fatale beslissing, want helden uit het favoriete boek uit je jeugd breng je niet naar de slacht. In de kosten- batenanalyse kwamen Sancho Panza en Don Quichotte als negatieve investering in de boeken te staan.
Drie pas aangeschafte zwijntjes hadden zij in een melige bui Los Tres Cerditos genoemd, naar het beroemde Drie Biggetjes verhaal van Walt Disney. Dat bleek een kapitale fout want deze onschuldige bijnaam bereikte al snel het gewillige gehoor van een agrarische aanhanger van het Franco bewind dat sympathie voor de Amerikaanse entertainmentindustrie ten sterkste afkeurde. Op last van het regime werden Los Tres Cerditos binnen de kortste keren onteigend.
Pancho en Carmelita moesten op zoek naar een geheel nieuwe bron van inkomsten.
Met de kennis van vandaag vragen we ons af wat Pancho in hemelsaam bezielde om als agrariër met zo’n diervriendelijk hart de kost te willen verdienen en tegelijkertijd zijn van God gegeven talent, zijn handschrift, zó te verwaarlozen. Het blijft een van de nooit opgeloste mysteries in het leven van El Signero, maar waarom zou iemand het ooit nog willen achterhalen? God bepaalde immers dat Pancho zijn talenten ten volle zou gaan benutten.
Zoals eerder aangehaald werd een lineair verband verondersteld tussen de kwaliteit van zijn handschrift en zijn IQ. Een misvatting van jewelste die op een tamelijk gênante manier aan het licht kwam: Pancho de Cervantes dacht dat hij schrijver was.
Op dat moment wist Carmelita dat zij op het verkeerde paard had gegokt: Pancho zou haar niet het eeuwige levensgeluk schenken dat haar nogal expliciet door pastoor José Maria was toegezegd tijdens de huwelijksplechtigheid.
Met voortschrijdend inzicht beoordeelde zij de carrièremove van boer naar schrijver van Pancho als niet gelukkig. Zij zette eigenhandig een schrijftafeltje in elkaar voor haar echtgenoot. Daarna schonk zij een glas Jerez-Xérès-Sherry voor hem in en trok de deur achter zich dicht om nooit meer terug te keren naar Pancho de Cervantes.
Zij trok naar Cádiz waar zij op zoek ging naar een alternatieve bron van inkomsten. Dit mocht geen probleem zijn. Cádiz was uitgegroeid tot een welvarende havenstad waar vooral schepen uit Noord-Afrika aanmeerden en Carmelita had eenzelfde betoverende schoonheid als haar dwaze moeder Sirena die zich inmiddels had laten scheiden van Carmelita’s vader, Leon Zevon.
(Hij had op zíjn beurt zijn baan als ambtenaar opgegeven en had, gesterkt door het succes dat hem op de huwelijksavond van zijn dochter ten beste viel, gekozen voor een carrière als zanger. Hij trok naar Amerika, veramerikaniseerde zijn naam van Leon in Warren, en zag hoe zijn lied Carmelita, de ode aan zijn dochter, in de jaren zeventig in de Engelse vertaling nog een bescheiden hitje werd.)
Sirena, de bloedmooie ex-vrouw van Leon, verdiende haar geld in een havencafé waar zij de Noord-Afrikaanse bemanning in woord maar vooral daad terzijde stond. Aangezien bloed uiteindelijk altijd kruipt waar het niet gaan kan, was het geen onlogische stap dat Carmelita in de voetsporen trad van haar krankzinnige moeder.
De arme Pancho de Cervantes zat voor dagen, weken, maanden achtereen aan zijn bureau in het boerderijtje in de buurt van El Torno, maar veel verder dan de woorden ‘Sancho Panza’ kwam hij aanvankelijk niet. Hij krabbelde de letters op krantenpapier, op de achterkanten van ansichtkaarten, op stukken losgeweekt behang en op rollen toiletpapier dat hij stiekem uit de restaurants van El Torno ontvreemdde. Hij verschoonde zich niet, dronk meer Jerez-Xérès-Sherry dan goed voor hem was, en verslonsde zienderogen.
Soms plaatste hij zijn houten stoel en tafel op zijn erf in de volle zon. Dan staarde hij gedachteloos naar zijn eigen schaduw, alsof die niet de zijne was. Hij wachtte zolang totdat hij de contouren van zijn schaduwen niet langer herkende. Later zou hij dit vervreemde beeld terugzien in Le Principe d’Incertitude (Het Principe van Onzekerheid), een schilderij van Magritte. Het werd zijn favoriete schilderij dat hem tot de ongewone gewoonte zou inspireren om voortaan in de volle zon te gaan zitten als de werkelijkheid van zijn disfunctioneren te veel vat om hem kreeg. De vervreemding van zijn eigen schaduw bleek hem te kalmeren hetgeen nogal haaks stond op de titel van het schilderij, als ook op zijn unieke talent, zijn handschrift, dat juist in sterke mate leunde op symmetrie.
Hij was op zoek naar een doel. Een richting. Hij had nog geen idee dat zijn toekomst in zijn handtekening zat.
Hij zette zich aan een verhaal, een Deel Twee over Don Quichotte die het samen met Sancho Panza zou opnemen tegen ‘El Generalísimo’ Franco. Maar denkend aan het trieste lot dat Los Tres Cerditos had getroffen kwam hij niet verder dan anderhalve alinea. Het ontbeerde hem aan moed, politiek inzicht, schrijftalent en verbeeldingskracht om Don Quichotte neer te zetten als heldhaftig revolutionair.
Hij overwoog een kookboek vol vegetarische Andalusische vleesgerechten, een non-alcoholische wijngids, een imaginaire briefwisseling met Miguel de Cervantes (die hij, als hij dronken was, pretentieus en volkomen misplaatst nog altijd zijn stamvader noemde), een reisgids voor slechtzienden en tot slot een unieke misdaadroman, uniek in die zin dat het er een was zonder moord, zonder lijk, zonder dader, maar met een plot vol quasi-geheimzinnige suspense waarin uiteindelijk niets concreets gebeurde.
Kortom, het ging niet best met onze Pancho die aan zijn lot en de flessen Jerez-Xérès-Sherry was overgelaten. Zijn denkvermogen was zo vertroebeld dat hij vergeten was op welke momenten in zijn leven hem het respect en de daarmee gepaarde adoratie ten deel was gevallen. Gek genoeg kwam dat idee nooit bij hem op: een boek over de handtekening. Nog preciezer gesteld: een boek over zíjn handtekening. (Op dat idee kwam pas jaren later een man van mid veertig uit Nederland die één ding gemeen had met Pancho de Cervantes: ook hij dacht dat hij schrijver was).
Nee uiteindelijk werd het een licht pornografisch manuscript (hij noemde het een soort sprookjesboek voor volwassen), vol erotische fantasieën over gewillige schoolmeisjes dat hem noodlottig werd:
In zijn argwaan hield hij er tal van complottheorieën op na. Eén daarvan was zijn verdenkmaking ten aanzien van de Spaanse post die op last van het Franco-regime enveloppen zou openen om inzage te krijgen in de correspondentie van het Spaanse volk.
Zijn verdachtmaking was gegrond op niets, maar de Jerez-Xérès-Sherry doet vreemde dingen met het menselijk brein en dus was hij vastbesloten het manuscript persoonlijk af te leveren bij een uitgeverij in Malaga. Die achterdocht werd hem fataal.
Het handgeschreven werk werd in eerste instantie met groot enthousiasme in ontvangst genomen, omdat ook dáár de klassieke vergissing werd gemaakt dat een uitmuntend handschrift welhaast móest duiden op een meesterwerk. Het titelloze manuscript was echter een slecht verhaal vol obscene scenario’s zonder kop noch staart, ontsproten uit het bedorven brein van een man die bij gebrek aan een vrouw kampte met hevige masturbatieproblemen. Pancho zelf dacht dat hij een progressief werk had geschreven in navolging van de onlangs overleden dichter Frederico García Lorca, maar de realiteit leerde onze held anders. Hij zou het levensgrote verschil tussen erotiek en pornografie nooit leren begrijpen.
Een medewerker van de uitgeverij bleek een adept van het Franco regime die de politie meteen inschakelde terwijl Pancho braaf wachtte op een eerste reactie op zijn kopij.
Vreemd genoeg deed niet de perverse inhoud van het manuscript Pancho’s das om, maar de dubbele bodem die de medewerker van de uitgeverij meende te hebben ontdekt. Het is algemeen bekend dat er ten tijde van dictatuur geen gebrek is aan wederzijdse complottheorieën.
Hij was tot de vergezochte conclusie gekomen dat de perverseling in het manuscript in metaforische zin de machtswellusteling Franco zou uitbeelden en dat Pancho met de gebruikte schoolmeisjes het onderworpen Spaanse volk zou hebben bedoeld en voordat de verdwaasde Pancho het goed en wel doorhad, bevond hij zich niet langer in de wachtkamer van de uitgeverij, maar binnen de muren van de Centro Penitenciario van Granada.
Gek genoeg zouden deze jaren van ballingschap dé ommekeer in zijn leven beteken. Hij ging het huis van bewaring ín als Pancho de Cervantes, hij zou het verlaten als El Signero, de legende.
Marco, het leest als een boek. Kijk uit naar deel 4.
Was weer een mooie onderbreking! Kijk uit naar de volgende aflevering.
Het is triest en komisch tegelijk. je hebt veel kennis vergaard in de spaanse politiek. En in die tijd was politiek bedrijven niet zonder gevaar, Zo blijkt maar weer. Op naar deel 4 en de belevenissen van onze anti-held