Lees hier Deel 1 – De Prelude
Lees hier Deel 2 – Bocht 21, 20, 19

 

Bocht 18 – 922 meter hoogte – Daar Zijn Vrienden Voor 

“In good times and bad times
I’ll be on your side forever more
That’s what friends are for”

 

Alpe d’Huzes en vriendschap. Da’s een beetje zoals Ma en Melkunie, Mick en Keith, Knabbel en Babbel, Lars en Norbert.

Alpe d’HuZes voorziet een jarenlang durende vriendschap van een extra laagje vernis zodat het nóg bestendiger wordt tegen de voortdurende stoten die het leven buiten de Alpe in petto heeft. Bovendien geeft Alpe d’HuZes vriendschap een boost met humor, diepte en zeggingskracht.

Alpe d’HuZes kent geen verzachtende omstandigheden.

Maar er worden ook nieuwe vriendschappen gemaakt. Ploeggenoten van Rotterdam Fund Racers die vóór Alpe d’HuZes volslagen vreemden voor elkaar waren omhelzen elkaar tijdens Alpe d’HuZes. Binnen een mum van tijd worden tranen, moppen, scheten, speeksel, boeren en roddels gewisseld. Het is de onvoorstelbare kracht die uitgaat van Alpe d’HuZes. Het evenement kent geen rem, geen kompas, geen voorbehoud, geen nuance.

‘Zodra je het geloof in de mensheid verliest, moet je aan Alpe d’HuZes meedoen’.

Deze gevleugelde woorden van mevrouw de Spookrijdert zal ik ooit op mijn onderarm laten tatoeëren opdat ik het ook zelf nooit zal vergeten. Het dagelijkse gif dat cynisme heet moet met hand en tand worden uitgebannen. Alpe d’Huzes is onze tempel die de boze geesten verjaagt. Aan ons de taak om dat gevoel mee naar het thuisland te nemen, om het woord als missionarissen uit te dragen en het zo lang mogelijk vast te houden: Alpe d’HuZes is méér dan een gezamenlijke strijd tegen kanker. Het is de redding van de mensheid.

Het zijn geen bespiegelingen die de weg naar Bocht 18 vergemakkelijken. Verre van zelfs.

Daar zien we Robin en Stefan rijden. In de verte. En ik bedenk me ineens dat Alpe d’HuZes verder gaat dan het bekrachtigen van een langdurige vriendschap of het creëren van nieuwe vriendschappen.

Alpe d’HuZes is ook in staat de liefde een nieuwe dimensie te geven.

Robin en Stefan rijden zij aan zij. Al de hele dag. Ik heb geen idee hoe vaak Lars en ik Bocht 18 zijn gepasseerd en het maakt ook niet meer uit. De liefde voor de fiets was mij reeds bekend, maar voor het eerst in mijn leven, onderweg naar Bocht 18, ben ik getuige van liefde op de fiets, eigenlijk te lezen als liefde tussen de fiets, want tussen de fietsen van Robin en Stefan vibreert de atmosfeer van liefde.

Liefde zo wild, zo onbevangen en zo puur als de veldbloemen die de D211, de weg die ons van Bourg d’Oisans naar de top van Alpe d’Huez voert, omgeven.

Stefan wijkt niet van de zijde van Robin. Hij gunt ons zijn brede glimlach. Zijn hagelwitte tanden onderstrepen zijn puurheid. De glimlach van Robin komt van verder – vermoeidheid doet moeite om in haar geest te dringen. Toch fietst zij door. Met de volhardende wil die we zo goed van haar vader kennen.

Lars en ik rijden in volmaakte stilte verder en ineens schiet That’s what friends are for door mijn hoofd.

Stefan en Robin bevestigen het ondubbelzinnig.

Dat de liefde bestaat.

Kijk maar.

Daar.

In Bocht 18.

Zij aan zij.

Stefan en Robin (die haar vader een Hoge Vijf geeft)

 

 

Bocht 17 – 965 meter hoogte – Kom Tezamen

“He say I know you, you know me
One thing I can tell you is
You got to be free
Come together, right now
Over me”

 

‘Pap, Arjan lacht steeds zó lief als hij langs ons rijdt bij de Passe Montagne. Dat willen we van jou ook zo graag zien. Hij is echt een held.’

De woorden hadden een impact van een atoombom. Ik werd in de Passe Montagne omgekleed door Anita en ik maakte me klaar voor afdaling nummer zoveel. Buiten wachtte Lars al op me.

Ze hebben gelijk, mijn meiden.

Arjan ís een held. Enkele maanden geleden mocht ik zijn levensverhaal optekenen. Hij had bedachtzaam en beheerst gesproken, zoals zijn overleden vader Piet voor de klas moet hebben gestaan. Hij had vol liefde over zijn overleden moeder Matty gesproken. Hoe hij de badkamer kort en klein had geslagen toen zij het leven moest loslaten.

Vrienden als Arjan kom je altijd tekort.

In 2015 was hij als verslaggever van RTV Rijnmond voor het eerst betrokken bij Alpe d’HuZes. Vakkundig had hij verslag gedaan vanaf de Alpe. Op geen enkele manier had hij de behoefte gevoeld om zelf deel te nemen. De massaliteit van Alpe d’HuZes had hem geblokkeerd. De brug tussen de Alpe en zijn beide aan kanker overleden ouders was een brug te ver.

Tot 2019.

De Fund Racers hadden het spreekwoordelijke kwartje laten vallen. Het kwartje plofte, haast onhoorbaar, neer in het zand dat het graf van zijn ouders omgaf. Arjan trainde als een bezetene, viel zienderogen af en maakte in opdracht van RTV Rijnmond reportages van enkele teamgenoten. De persoonlijke interviews hadden sinds 2015 niets aan vakkundigheid ingeboet, maar ze hadden wel degelijk gewonnen aan diepte, gevoel en vuur – ingrediënten die amper van pas komen in de moderne media die denken dat zij er met hun platvloerse emo-TV vanaf komen. Hoe groter de roep om authenticiteit, hoe groter de smakeloosheid.

Arjan voelde Alpe d’HuZes in 2019 tot in zijn kloten: bij uitstek de plek waar pijn en genot om voorrang strijden.

Mijn eigen kloten voelde ik vooral op 16 april 2019 toen een onschuldig bedoeld fietstochtje met Arjan uitmondde in een topsnelheid van 45,7 kilometer per uur. In het kielzog van Arjan herkauwde ik mijn ontbijt dat als braaksel in mijn verhemelte lag.

De wraak op de dood van zijn ouders is zoet in Bocht 17. Daarom is zijn glimlach zo zoet volgens mijn dochters die, gelijk hun vader, van beeldende beschrijvingen houden.

Ik ben trots op hem. Op de ploeg. Opdat we hier tezamen kwamen. Om nooit meer los te laten.

 

 

 

Bocht 16 – 980 meter hoogte – Het Laatste Oordeel

“I can’t decide now is it weak
To accept
Or to deny”

 

Het leven voltrekt zich in cirkels.

Hij is niet het type om áchter te fietsen. Je kunt niet van hem profiteren. Daarvoor is hij te klein van postuur. Hij is de Alaphilippe van de groep. De Clasie van het middenveld. Beter zoek je Michel, Xander of Lo(dewijk) om achter te fietsen. Reuzen.

Mathijs is Mathijs.

Het is twee jaar geleden dat zijn moeder niet meer bij hem is. In zijn hart is zij echter geen moment verdwenen. De tijd vliegt en haar aanwezigheid wordt elke dag gemist. Haar empathie, haar vermogen tot verbinden, haar onvoorwaardelijke liefde naar iedereen om haar heen. Hij is dankbaar voor al haar levenslessen. Het leven is niet altijd eenvoudig voor hem, maar hij krijgt een glimlach wanneer hij terugdenkt aan de liefde die hij van haar kreeg.

Als hij over zijn moeder spreekt kan je twee kanten op: of hij glimlacht uit dankbaarheid, of hij krijgt tranen in zijn ogen van het gemis. Er zit niets tussen bij Mathijs.

De dood accepteren of ontkennen. In de normale wereld sluit het ene het ander uit. Op de Alpe niet. Al fietsend roepen we overledenen tot leven. Je hoeft alleen maar door te trappen, dan volgt het droombeeld vanzelf.

Mathijs fietst in alle eenzaamheid. Met een soepele tred. Onderweg naar Bocht 16. Daarna wordt de Alpe milder. Dat weet hij. Het aantal keren dat hij de Alpe vandaag op- en afgaat interesseert Mathijs geen flikker. Op deze Dag des Oordeels heeft hij een andere missie. De dood van zijn moeder moet gewroken.

‘KOMEN WIJ UIT ROT-TER-DAM? KEN JE DAT NIET HOREN DAN?!?!’

Het is Remco. Dalend. Met een glimlach die een tweede hypotheek verdient.

Mathijs glimlacht.

Met tranen in zijn ogen.

 

Mathijs

Remco

 

Fotocredits: Fabienne en Estelle Hendriks

Lees hier Deel 4 – Bocht 15, 14, 13

 

 

-