Lees hier Deel 1 – De Prelude
Lees hier Deel 2 – Bocht 21, 20, 19
Lees hier Deel 3 – Bocht 18, 17, 16
Lees hier Deel 4 – Bocht 15, 14, 13
Lees hier Deel 5 – Bocht 12,11, 10
Lees hier Deel 6 – Bocht 9,8, 7
Lees hier Deel 7 – Bocht 6, 5, 4
Lees hier Deel 8 – Bocht 3, 2, 1

 

***

 

“We are only what we feel”
– Neil Young

 

Na de passage langs Le Passe Montagne slaan Lars en ik rechtsaf. We feliciteren elkaar nog eens. En nog eens. Dan gaat de weg omlaag en zien we de finishboog in de verte liggen.

De stem van Tilly weerklinkt door de speakers. Ze is even enthousiast als dik 12 uur geleden toen zij ons in de donkere mistige ochtend bij de start in Bourg d’Oisans succes wenste.

‘JAAA! DAAR ZIJN MIJN VRIENDEN UIT ROT-TER-DAM! DE FUND RACERS LARS EN MARCO!’

Stoppen gaat niet meer dus geef ik haar een handkus. Ook zij bedrijft topsport op de Alpe. We rijden door de finishstraat en maken de lus die nog verraderlijk omhoog gaat. Het was op dit punt dat mijn vader mij in 2016 opving. Aan iedere meter van de Alpe kleeft een herinnering.

Dan dalen we af en rijden we voor de allerlaatste keer langs de daalkant naar Le Passe Montagne waar onze supporters nog altijd alle deelnemers omhoog brullen.

Anita, Fabienne en Estelle vangen mij op.

Pas dan laat ik, voor het eerst sinds het overlijden van mijn vader, de tranen de vrije loop. Het begint met kermend snikken en eindigt in snikkend kermen. Natuurlijk zit ik steenkapot, maar het gevoel van euforie, waardigheid en respect prevaleert. Móet prevaleren. Omdat mijn vader een trotse man was en omdat ik van mijzelf eis dat hij ook nu nog trots op me. Omdat we zijn wat we voelen.

Mijn vrouwen huilen met me mee. Zo staan we voor een kleine minuut in een soort rugby scramble. Tranen vermengen zich met snot. Het druipt van mijn neus via mijn lippen op mijn stuurlint. Mijn verdriet krijgt eindelijk een vrijgeleide. Het werd tijd.

Ik merk dat ik naar het restaurant word geleid. Ik word onderweg gefeliciteerd door DJ Jorrit die mijn geuzennaam Spookrijdert omroept. Het klinkt als een oproep aan ouders die hun kind zijn kwijtgeraakt op een kermis.

En zo voel ik me eigenlijk ook.

In het restaurant begin ik hevig te trillen. Ik zie dat Lars alweer een normale broek aan heeft en een hagelwit T-shirt. Ik houd instinctief mijn armen omhoog zodat Anita mij kan bevrijden van mijn koerstrui, mijn ondershirt en mijn hartslagmeter. Onmiddellijk doet Ruuds vrouw Sylvia een paar dekens om mijn naakte rillende bovenlijf.

Heb ik haar bedankt?

Valérie van Le Passe Montagne heeft een kop thee voor me klaargezet. En Sylvia haalt op mijn verzoek een flesje cola. Ik bibber nog altijd. Anita maakt me droog en kleedt me aan. Een droog ondershirt. Een warm t-shirt. Mijn grijze Rotterdam Fund Racers hoodie. Ik krijg droge sokken aan. En een warme trainingsbroek.

Ik sta.

Ik zit alweer en begin weer hevig te huilen. Het is nu kermen, snikken en wenen tegelijk. En ik vloek. Grommend. Ik moet sterker zijn dan mijzelf. De buitenkant moet weer binnenkant worden.

Anita trekt mijn wintermutsje over mijn kop en eenmaal buiten op het bordes krijg ik een biertje in de handen gedrukt. Van Anouk. Lars komt met zijn brede glimlach naar me toegelopen. Ik besluit om maar weer eens te janken. Kort. Heftig.

Ik proost met Michel en Anouk. Bij de gedachte aan de op Facebook gemelde vriendschap tussen Karel de Papagaai en Aapje Papillon, breek ik voor de tweede keer in een minuut in tweeën. De onschuld van knuffeldieren-met-een-verhaal maakt de wereld mooi, rond en af.

We zijn wat we voelen.

Haptonoom Arendo komt me feliciteren. Hij lijkt op de iets jongere broer van Leonard Cohen. Kortom, hij heeft een mooie kop. Hij glimlacht vriendelijk en omhelst me. Hij noemt me vriend. Het woord respect valt.

Ik voel me, nadat ik de afgelopen dagen live getuige was bij de behandelingen van Arendo, wat ongemakkelijk in zijn nabijheid. Toen hij Stephan onderhanden nam en ik een tafel verder door Henry werd gemasseerd, was ik voor drie volle minuten Stephans onderbenen kwijt. Gewoon verdwenen. En toen Richard op zijn tafel lag vroeg ik Arendo of hij kon checken of Richard nog ademhaalde. Evenwel verlieten zowel Stephan als Richard zijn behandeltafel als herboren.

En nu heeft Arendo mij vast en ben ik bang dat ik dadelijk op mijn schouderbladen zal weglopen terwijl ik met mijn enkels de laatste deelnemers toejuich.

Dan voel ik tranen die mijn wang vochtig maken. Het zijn niet mijn tranen. Dat voel ik aan het temperatuurverschil. Ik schijn een snikkende masseur Henry vast te hebben. Het wederzijdse respect dat wij voor elkaar hebben wordt nat gehouden met traanvocht. Een plant kan ook niet overleven zonder water.

Dan feliciteren Norbert en ik elkaar. Hij zat Lars en mij dus écht op de hielen, die Witte Keniaan. Hij is in staat zijn wil aan zijn lichaam op te leggen. Voor mij geldt ‘t precies andersom: mijn wil is de gewillige slaaf van mijn lichaam.

‘STEPHAN KOMT! DAAR IS IE!’

Mijn hemel. Het is waar. Ook Stephan haalde De Heilige Zes vandaag. Hij wordt opgevangen door zijn maten Mark, Xander en Lo. Zijn schoonzus Bianca houdt zijn hoofd vast. Hij huilt. Zijn tranen vallen op de jas van zijn schoonzus, zijn schouders schokken. Dan richt hij zich op, balt hij zijn vuisten en schreeuwt hij naar de hemel waar de overledenen hem horen:

‘AAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAHHHHHHHHHHHHH!’

Hij viert zijn verlossing. Hij viert onze verlossing.

Omdat we zijn wat we voelen.

Ondertussen valt het woord kanjer frequent. Virginia. Uiteraard. Ze komt handen tekort om iedereen te kunnen omhelzen en kanjer te noemen. Was ze maar een inktvis.

De ontlading komt tot grote hoogte door toedoen van good young DJ Jorrit. De man die nooit verlegen zit om een woordgrap die  uit uw en mijn mond afgezaagd en flauw klinkt, maar die uit de mond van Jorrit verandert in de grap van de maand. Geen enkele uitgezonderd.

(“Op 18 woont Spiderman, op 20 woont Batman. Wie woont er op 19? Buurman…”)

Terwijl de deelnemers blijven langskomen, rennend, fietsend, maar allemaal met de tong op hun enkels, vraagt DJ Jorrit iedereen door de knieën te gaan, effe wachten, effe wachten, nog effe wachten…. en…..los iedereen. Chaos. Bier wordt in de lucht gegooid. Normaliter een doodzonde, maar na afloop van Alpe d’HuZes is vrijwel alles toegestaan.

De ontlading is compleet. Er wordt gedanst, omhelst, gelachen, geproost. Hier en daar valt nog een traantje. Vooral bij mij.

Het wordt me wat veel.

Ik kan Arjan niet aan.

Arjan. Trainde als een beest het voorjaar. Beklom uit eerbied voor zijn ouders zes keer de Alpe en moest na iedere beklimming live verslag doen voor Radio Rijnmond. Hij noemt me vriend. Feliciteert me. Ik verdwijn ver weg in zijn omhelzing en houd me schuil in zijn oksel.

Als ik het allemaal goed waarneem, danst John, de vader van Xander, momenteel met René Philippe, de echtgenoot van Annemiek. (Even tussendoor en onder ons: als ik René Philippe zou heten, zou ik stante pede mijn bezittingen verkopen. Ik zou een huisje op het Franse binnenland betrekken en mijn baard laten groeien tot onaanvaardbare proporties. Ik zou iedere dag schrijven en fietsen en ik zou onverantwoord veel rode wijn drinken. Ik zou sterven op een bankje met mevrouw de Spookrijdert aan mijn zijde. We zouden door niemand gevonden worden. Onze lichamen zouden worden opgenomen door de wildgroei aan veldbloemen en onkruid dat na verloop tijd bezit zou nemen van het bankje. Maar ik heet geen René Philippe.)

Ruud geeft me een biertje. Houdt mijn hoofd vast. Lang. Stil. In enkele maanden tijd verloren we beiden onze vader. We denken ook aan onze vriend Jan en we happen naar lucht.

Zolang we ademen is er bestaan.

Ik val weer in een volgend paar armen. Het is Erik.

‘Nu is het moment daar Spookrijder. Tijd voor een mannen-hug. Kom hier.’

Het is een komen en gaan. Aad en Mo. Ed en Verdomme Kees. De Ronnen. Knuffelbeer Mark.

Voorganger in de complete chaos is vanzelfsprekend Remco die tot mijn verbazing íeder lied mee kan zingen. De stiltes tussen de liedjes door gebruikt hij voor eigen repertoire:

 

 

En in die chaos ontwaar ik het gezicht van Heidi, onze lieve mooie Heidi, partner van Mark, die als de beschermheilige jaar in jaar uit over onze groep waakt. Zij is de vrouw achter de schermen die ervoor zorgt dat wij kunnen doen wat wij doen: fietsen en, plat gezegd, geld ophalen voor het KWF. Dit postte zij op 27 mei 2019 op Facebook:


“Dit jaar is het 20 jaar geleden dat mijn vader overleed. Aan kanker. De diagnose werd gesteld en een behandelplan bleef achterwege. Simpelweg omdat er geen behandeling bestond om hem beter te maken. Binnen een paar maanden was hij er niet meer. Nu, 20 jaar later, weet ik zeker dat zijn (en ons) leven er na deze diagnose heel anders uit had gezien. Er is zoveel onderzoek gedaan en vele nieuwe behandelmethoden zijn ontwikkeld.

Ik ben trots via de Stichting Rotterdam Fund Racers een bijdrage te kunnen leveren om heel veel geld in te zamelen voor het KWF Kankerbestrijding / Dutch Cancer Society. Om zo nog meer onderzoek mogelijk te maken. En te zorgen dat papa’s niet alleen papa’s zijn, maar ook opa’s kunnen worden…”

 

Ze raakte daarmee de kern van onze jaarlijkse missie.

Aan haar woorden moest ik vandaag vaak denken. En nu zitten we in de Le Passe Montagne. Het is avond en het moment is daar dat het eindbedrag wordt bekend gemaakt. Norbert voert, zoals ieder jaar, het woord. Hij praat zo snel als hij hardloopt en soms fietst.

Aan Heidi de eer om het bedrag in te vullen op de cheque. Met een merkstift. De ontstane stilte is in plakjes te snijden. Maandenlang campagne voeren, trainen, lachen, fietsen, huilen, afzien, vallen en afvallen leidde uiteindelijk naar dít moment.

Norbert:

‘In 2015 haalden we €96.000 op. In 2016 €137.200. In 2017 €200.000. In 2018 €205.000…..’

We houden onze adem in. Niet te lang. Zonder adem geen leven. Zelfs Philippe, chef de cuisine en patron van de Passe Montagne heeft zijn pannen neergelegd om getuige te zijn van dit moment.

Heidi schrijft van achteren naar voren.

Eerst een dwarsstreepje. Er zijn dus geen centen opgehaald. Dan een komma. Dan een vier. Een zes. Een negen. Een acht. Nog een acht. En een twee….:

‘TWEEHONDERDACHTENTACHTIGDUIZENDNEGENHONDERDVIERENZESTIGEURO!’

We juichen. €288.964,00! Het is haast niet te bevatten en toch deden we het. Ook dit jaar stond de teller op 0 toen we begonnen.

Ik kan het huilende gezicht van mijn tafelgenoot Ed niet verdragen omdat in de euforie het verdriet verstopt ligt. Het gemis van onze dierbaren wordt vanavond met bier, warmte, liefde, wijn, compassie en kameraadschap aangevuld. Omdat we zijn wat we voelen. Met cyclisme trapten wij cynisme naar de vernieling en wie niet gelooft is af.

De deelnemers van de Rotterdam Fund Racers 2019 beklommen voor de medemens in totaal 141 keer de Alpe d’Huez. In vijf jaar tijd werd totaal €926.200,00 bijeengebracht.

‘Volgend jaar gaan we er dus alles aan doen om het miljoen te halen. En hopelijk méér!’

Met deze woorden sluit Norbert de ceremonie af.

 

***

 

Met respect en eerbied herdenken de Rotterdam Fund Racers onze geliefden die overleden zijn aan de gevolgen van kanker:

 

Cobi van Krugten
Piet Leeuwangh
Pieternel ‘Appel’ van Klaveren-van der Heijden
Mattheus Cornelissen
Ton van der Laan
Jeanne Alsemgeest
Piet Smilde
Matty Smilde
Philippe Haverbeke (Omoes)
Egbert van Waes
“Maatje”
Gerrit Driehuijs
Riet Driehuijs
Jaap Bouterse
Ton van Oosten
Henny Hurkmans-Matulessy
Remco Henkelman
Ria Baarda
Ferenc Vermaas
Ans de Boer
Robin van ’t Haar
Truus van Helden
René Carpier
Frans van Dijk
Jack Bakker Sr.
Raymond van der Putten
Hennie van der Putten
Liliane Spek
Albert Manubulu
Ivonne Kuipers
Lex Stockx
Zier Vuijk
Ardjan Maat
Renate Vastbinder
José Vroom
Peter van Heijningen
Gusto van Heijningen
Lianne Werner
Gerard Wijmans
Wil Bierhuizen
Hans Landré
Marvin Lugthart
Corrie Multem-Merbi.
Ad van Leeuwenburg

 

Team Rotterdam Fund Racers bestond dit jaar uit:


Monique de Jong
Robin Mets
Corno Stam
Aad de Jong
Jacco Vermunt
Erik van Krugten
Arjan Smilde
Sven van Krugten
Mark van Son
Stefan Farisi
Danny Kuiper
Remco Nooteboom
Kris Blok
Alexander Blok
Lodewijk van Klaveren
Xander Heijnen
Stephan Burger
Thomas Wortelboer
Anouk Teklenburg
Ronald Sterk
Annemiek Haverbeke
Jan Duel
Bram Cornelissen
Daniël Wanders
Mathijs de Boer
Michel Kouwenhoven
Norbert de Boer
Ron Mets
Kees van Steensel
Ruud Maaskant
Marco Hendriks
Bram Faasse
Ron Heuker
Richard Steffers
Ed Roggeveen
Lars van den Broek

 

Grote dank zijn wij verschuldigd aan masseurs Virginia en Henry, haptonoom Arendo, fotografen Fabienne en Estelle en chef d’équipe en onze beschermheilige Heidi.

Dank aan alle supporters op de Alpe, dank voor alle morele support vanuit Nederland.

Eeuwig dankbaar zijn wij al onze sponsoren en donateurs voor het geloven in onze missie.

 

De Rotterdam Fund Racers zullen niet rusten totdat kanker de wereld is uitgetrapt, omdat niets doen geen optie is, in voor- of tegenspoed, op karakter, hand in hand vastberaden.

 

Stephans 6e!

 

 

Tamara en Danny

Annemiek en René Philippe

 

Arjan en de Spookrijder.

DJ Jorrit

Norbert maakt het eindbedrag bekend!

De Spookrijder, Stephan, Verdomme Kees, Ed en Arjan (v.l.n.r.)

 

 

Fotocredits: Fabienne en Estelle Hendriks (laatste foto Arjan Smilde)

 

 

-