Lees hier Deel 1 – De Prelude
Lees hier Deel 2 – Bocht 21, 20, 19
Lees hier Deel 3 – Bocht 18, 17, 16
Lees hier Deel 4 – Bocht 15, 14, 13
Bocht 12 – 1.161 meter hoogte – Zingen in de Storm
“Laat niet los
Geef niet op
Blijf erbij
Zolang je leeuwenhart nog klopt”
Voor de Rotterdam Fund Racers is Alpe d’HuZes de ultieme solidariteitsverklaring aan de medemens.
Alpe d’HuZes kent deelnemers, vrijwilligers en medewerkers die verder kijken dan hun neus lang is. War van bewondering en eer. Ontvankelijk voor compassie en donatie.
In Bocht 12 komen we Ron en Ron tegen. Trainingsmaatjes ook, onze Ronnen. Mannen die hun vliegkilometers hebben gemaakt. Die de klappen van de zweep kennen. Onze Ronnen zijn weerbestendig.
Alpe d’HuZessers zijn het.
Als we het motto van Alpe d’HuZes letterlijk nemen, dat opgeven zou geen optie zou zijn, dan moeten we natuurlijk vaststellen dat dat goedbedoeld gelul van de bovenste plank is. Je snapt wat ze bedoelen, onze Ronnen ook, dat principe van doorzetten en niet opgeven maar het is voor een hoop mensen écht gelul.
Je zou maar van je kruin tot aan je teennagels onder de tumoren zitten. Je zou maar zijn of haar chirurg zijn. Je zou maar steenkapot en onderkoeld bovenop een berg aankomen. En dan nóg mag je niet opgeven…
Nee niets doen, dát is geen optie. Die slogan klopt wel. Die is sluitend. Dekt de lading. Altijd. Overal. En voor iedereen. Iedereen kan immers íets doen. Je fietst. Of loopt. Of bent vrijwilliger. Maar je doneert. Altijd. Hoe dan ook. Simpel.
En dan is kanker binnen 15 jaar niet langer een dodelijke ziekte.
Maar dat weten onze Ronnen al lang. Je hoeft onze Ronnen niet uit te leggen hoe de hazen lopen. Onze Ronnen láten de hazen lopen.
De ene Ron heeft een zakelijk turbulente tijd achter de rug. Er gebeurde van alles. Geen paniek. Nooit niet. De weg die omlaag gaat, gaat altijd weer omhoog. Dat hoef je een beetje Alpe d’HuZesser niet uit te leggen. Die raakt niet zo snel in paniek. Deze Ron overwon kanker in zijn testikels. De kanker verdween, de motivatie bleef. Om íets te doen. Daarom is hij hier.
Alpe d’HuZes is zijn ode aan de medemens.
De andere Ron arriveerde wat later in het hotel. Hij kwam direct aangereden van een ander groot fietsevenement op de Mont Ventoux waar tegen de ziekte ALS werd gefietst. (Trouwens. Voorbeeld. Uit de praktijk. Opgeven is wel degelijk een optie voor ALS-patiënt Fernando Ricksen. Hij liet per Twitter weten dat hij op 28 juni 2019 uit het leven zal stappen).
Ron is wars van bewondering en eer. Hij beklimt nu de Alpe d’Huez. Onverstoorbaar. Voor de medemens. ‘Trots op jullie’, laat hij ons in het voorbij gaan weten.
Niets doen is geen optie voor Ron. Als hij niet mee kan fietsen, doneert hij. Voor hem zo logisch als ademhalen.
‘En wij op jullie’, klonk ons eensluidende antwoord.
De medemens kan niet zonder een leeuwenhart.
Bocht 11 – 1.195 meter hoogte – Om Je Mijn Liefde te Laten Voelen
“When the rain is blowing in your face
And the whole world is on your case
I could offer a warm embrace
To make you feel my love”
‘En hier? Hoe zwaar?’
’10….11….’
Ik geef de stijgingspercentages door aan Lars zoals vroeger de waterstanden op de radio werden doorgegeven. We zwoegen door. Voornamelijk in stilte. We passeren fietsers. Gesprekken verstommen langzamerhand. We zitten uren aaneen op de fiets. Zoutkristallen kleuren onze wangen grijs. We gaan traag maar gestaag. Het beklimmen van de Alpe is een spel van ademhaling, hartslag, cadans, longinhoud, wattage, stijgingspercentage. Lars en ik fietsen met de eensgezinde focus van mariniers. We vertrouwen op elkaar. Op ons doel. Op onze Heilige Missie. Dit moet. Ik mag niet falen.
Welke beklimming is dit?
Het is onbelangrijk. Volgens de Franse schrijver Molière hebben de dingen alleen de waarde die we er zelf aan geven. Aangezien ik mezelf al jaren wijs maak geen waarde te hechten aan cijfers, doet het er niet langer toe hoe vaak we nu richting Bocht 11 fietsen. Zo simpel kan het leven zijn.
Hoe dan ook, het grote afzien is begonnen.
Afzien is trotseren. Je hebt allerlei gradaties in afzien. Je hebt fietsers die afzien bij wie niets te merken valt. Ze vertrekken geen spier. Roofdieren. Atleten.
En je hebt lijdende fietsers die krom op hun fiets zitten maar die toch op de een of andere manier nog vooruit komen.
Thomas is zo’n fietser.
Ondanks de 34 die hij gisteren achter heeft laten monteren (en dat heeft ie geweten, een 34 achter staat in wielerkringen gelijk aan fietsen met de dopjes op je ventiel) zwoegt hij. Lijdt hij. En zwoegen en lijden kán hij.
Thomas fietst met een missie. Zijn vrouw is niet lang geleden genezen van borstkanker. Maar daarmee was voor Thomas de kous bepaald niet af. Want vandaag, morgen en volgende week staat er weer een mooie vrouw onder de douche. Ze wast haar haar, haar lijf. Rondom haar tepel voelt ze een knobbeltje. Ze schrikt. Huilt. Voelt weer. Het knobbeltje is echt. Even echt als de deurknop van de praktijk van de huisarts die zij nu vasthoudt. Als de deur opengaat is het grote gevecht begonnen.
De Rotterdam Fund Racers fietsen voor díe vrouw.
“To make you feel my love…”, is een statement.
Thomas’ statement.
Ons statement.
Bocht 10 – 1.245 meter hoogte – Dank Je
“Thank you for holding me
when the winds were very strong”
Het was een mooie lentedag in april en we fietsten langs de Lek. Daniël en ik hadden ons aan elkaar voorgesteld met een steen-blad-schaar.
‘Ik doe mee voor mijn neefje. Ferenc heet hij. En jij?’
‘Hebbie effe?’, antwoordde ik met een knipoog die verborgen bleef achter mijn kekke van spiegelglazen voorziene fietsbril.
Op de Alpe arriveerde Daniël verlaat in het hotel. Op dinsdagavond. Bij aanvang van het diner had Ruud in zijn speech nog aandacht gevraagd voor het feit dat Daniël de €20.000,00 grens was gepasseerd.
‘Laten we hem een staande ovatie geven als ie da’lijk binnenkomt.’
Een dik uur later was het zover. Een nietsvermoedende Daniël dacht in alle discretie een bordje te kunnen pakken om aan het buffet deel te nemen, maar niets was minder waar. Alles was meer waar. We stonden op. We klapten.
Ik slikte.
Een dag later bij de shirtpresentatie vroeg ik hem naar het verhaal van zijn neefje Ferenc.
‘Mijn zwager deed sinds 2014 mee aan Alpe d’HuZes. Ik wilde ook, maar de agenda stond het nooit toe. Tot dit jaar. Een foto van Ferenc hangt in Bocht 10. Ik vind het fijn om hier te zijn.’
Applaus.
En nu passeren Lars en ik de foto van Ferenc. Een prachtige jongen die slechts veertien jaar mocht worden.
We salueren de foto iedere keer bij het voorbij gaan. Met een kort tikje op de fietshelm.
Kanker is een uitvinding van de duivel.
Fotocredits: Fabienne en Estelle Hendriks
Lees hier Deel 6 – Bocht 9, 8, 7
En dan moet er toch serieus doorgefietst, (klimmen en dalen) met alle borden, foto’s en dergelijke die je eraan herinneren waarom je dit ook al weer doet, pijn voel je wel, maar dat is ondergeschikt geworden.