Donderdag 20 september 2018, Mont Ventoux

‘Arjan’, schreeuw ik, ‘Arjan! Foto! Kom op! Met Joop!’

Arjan reageert niet. Hij staat gebogen over zijn stuur.

‘ARJAN! KOM OP NOU!’

‘Ik heb het koud’, stamelt Joop Zoetemelk naast me, ‘ik ga’. Ik houd hem nog eventjes vast want Arjan móet met Joop en mij op de foto.

Dan verschijnt Arjan. Met rood doorlopen ogen. Zijn wangen zijn nat van de tranen.

‘In 2011 heb ik drie keer de Ventoux beklommen. Ik belde mijn moeder toen ik voor de derde keer boven was. Ze had toen net gehoord dat ze darmkanker had. Twee jaar later, na een oneerlijke strijd waarbij ze tot het allerlaatste moment niet wilde doodgaan, overleed ze…. ’

En toen werd het op 1.912 meter hoogte oorverdovend stil.

 

***

 

‘Mijn vader is op 4 augustus 1939 geboren als Pieter, roepnaam Piet, Hendrik Smilde. Hij kwam uit een groot gezin dat bestond uit zeven broers en twee zussen. Mijn vader was de een na jongste. Mijn Opa Arend, ik ben deels naar hem vernoemd, kwam uit Friesland. Hij werkte er voor de vetsmelterij Smilde uit Heerenveen. Bedoeling was om een nieuwe tak op te zetten in het westen. Zo kwam Arend Smilde in Rotterdam terecht. De Smildes waren een begrip op de Bergsingel die tijd. Dat lag niet aan de vetsmelterij want dat werd geen groot succes.’

Er is weinig bekend over de schooltijd van Piet. Hij is lang vrijgezel geweest en trok er graag alleen op uit. Er zijn enkele anekdotes bekend over zijn reizen naar Engeland en Noorwegen. ‘Pas na zijn overlijden ben ik echt nieuwsgierig geworden naar zijn leven’, zegt Arjan nu, ‘ik ben niet erg nostalgisch ingesteld nee. Nu praten we er meer en meer over met neven en nichten. Melancholie komt met de jaren denk ik.’

Hij glimlacht erbij. Het zou kunnen dat hij met voortschrijdend inzicht denkt aan zijn zoontje Niek die nu vijf jaar oud is. De liefde tussen vader en zoon spat van iedere foto af die Arjan op social media post.

 

 

‘Mijn vader heeft de HBS gedaan. Hij heeft een tijd gewerkt op kantoor, maar kwam toch tot de ontdekking dat daar niet zijn echte uitdaging lag. Hij ging daarom in de avonduren de studie Engels volgen om het onderwijs in te gaan. Uiteindelijk is hij bij het Comenius College in Capelle terechtgekomen. Daar heeft hij heel zijn leven lesgegeven.’

Piet Smilde blijkt een roemrucht docent Engels aan het Comenius, zo heeft Arjan van horen zeggen, want zelf heeft hij nooit les van hem gehad.  ‘Hij was af en toe een beetje gek, zoals leraren kunnen zijn’, zegt Arjan met een trotse maar vooral tevreden glimlach. Hij laat een stilte vallen. ‘Hij was gek op woordgrapjes en verbasteringen van achternamen van leerlingen. Dergelijke grappen werden Smilderijtjes genoemd. Mooi he.’

De moeder van Arjan, Maaike (roepnaam Matty) Pietertje van Bokkum, ziet op 17 november 1940 het levenslicht in Rotterdam-Charlois. Na Matty volgt broer Jan. Het contact tussen broer en zus is altijd zeer hecht geweest. Net als de Smildes zijn ook de Van Bokkums Christelijk opgevoed.

‘Opa van Bokkum was vertegenwoordiger bij ARCOS. Hij is trouwens de enige opa die ik heb gekend want mijn Opa Smilde was al voordat ik was geboren, overleden. Oma van Bokkum was huisvrouw. Mijn Oom Jan spreekt nog altijd vol liefde en warmte over hun gezinsleven in een flat vlakbij de Maastunnel. Op Zuid dus ja. Mijn moeder was een brave leerlinge, volgens Oom Jan. Geen gekke dingen. Ze heeft nog met haar broer gewerkt als administratief medewerkster bij Van Rietschoten & Houwens. Sinds de zwangerschap van mijn persoontje werd ze huisvrouw. Zo ging dat in de jaren zeventig…’

Piet en Matty leren elkaar kennen in Sociëteit Matrix aan de Mauritsstraat in hartje Rotterdam. Matrix is anno 2019 een culture instelling die volgens de website plaats biedt aan plezier, debat, muziek, literatuur, lezingen, kunst en exposities. Anno 1970 was het een verzamelplek voor jongeren met een Christelijke inslag.

 

V.l.n.r. vader Piet, Tante Marry, Oom Jan, moeder Matty

 

 

Ook over de eerste jaren van verliefdheid is weinig tot niets bekend. In 1973 treden Piet en Matty in het huwelijk. Het feest wordt gevierd in het statige Heerenhuys aan de Baden Powellaan, niet ver van de Euromast. Het echtpaar verhuist naar de Eilandenweg in Capelle aan den IJssel, waar Arjan op 30 december 1974 wordt geboren.

‘Arján ja. Dat zeg ik altijd met nadruk als ik Arjen word genoemd. Ik ben trots op de vernoeming naar mijn beide Opa’s. Het is een samenvoeging van Opa Arend (Smilde) en Opa Jan (van Bokkum). Noem ook dát inderdaad maar een Smilderijtje hahaha.’

En het leven van Arjan Smilde ís een Smilderij, zoals ieder levensverhaal per definitie een schilderij op zich is. We duiken dieper en dieper in het leven van Arjan. Buiten beukt een stormachtige wind tegen de ramen. Een volgend moment schijnt een felle lentezon midden in het gezicht van Arjan die zijn handpalm als zonneklep laat fungeren. Regen, wind, hagel en zon. Het leven verandert van kleur, zoals een schilderij van kleur kan veranderen. ’t Is maar net vanuit welke hoek je het op welk dagdeel bekijkt.

‘Op 28 april 1978 werd mijn broertje Frank Pieter geboren. Ik noem hem altijd FP, al wil hij zelf Frank genoemd worden. Reden te meer om hem dus gewoon FP te blijven noemen hahaha.’

Baby Arjan

Met Opa en Oma van Bokkum

Matty met zoon Arjan

Piet en Matty met baby Arjan

 

 

[Klik op een afbeelding voor een vergroting]

 

 

Arjan omschrijft zijn vader Piet als een tamelijk strenge opvoeder. Regels waren er om gerespecteerd te worden en wie niet wilde luisteren moest maar voelen. Zo konden Arjan en FP op een regelmatige corrigerende tik rekenen als ze onder het eten kattenkwaad uithaalden. Arjan nu:

‘FP trapte mij onder de tafel en ik sloeg boven de tafel terug. Beng. Had ik het natuurlijk gedaan. FP was daar altijd wat slimmer in. We hadden een vaste tafelindeling. Thuis, in het restaurant of in de caravan. Ik naast mijn moeder. FP tegenover mij. Mijn vader tegenover mijn moeder. Je kon ons jarenlang uittekenen zo.’

Het woord caravan is gevallen. Arjan omschrijft de zomervakantie voor het eerst dit gesprek met gevoelens van melancholie. Vakantieherinneringen zijn pas van waarde als zij zich geladen weten met nostalgie. Pour un Flirt van Michel Delpech heet de teletijdmachine die Arjan moeiteloos meeneemt van de fijne zomervakanties met zijn ouders naar de hedendaagse kampeervakanties naar de Drôme met zoon Niek, het Smilderij van Arjan van Lianne.

 

https://youtu.be/yrn0MsKAWDU

 

Arjan dobbert dromend op de Drôme

 

‘Mijn ouders waren gek op Noorwegen, Engeland, Zwitserland en Frankrijk. Het waren niet echt Bourgondiërs hoor. Mijn ouders in één woord omschrijven? Degelijk zou ik zeggen.’

Vader Piet, zelf een verdienstelijk schaatser, geeft niet veel om sport. Hij zoekt zijn vertier in de ornithologie en de fotografie. In een schilderachtige Smilderij zien we docent Engels Piet Smilde urenlang aan zijn bureau in zijn kamer. Hij kijkt proefwerken na, verslindt vogelboeken en luistert naar jazzmuziek van bij voorkeur het Modern Jazz Quartet.

Volleybal wordt de sport die jarenlang het gezinsleven zal bepalen van de Smildes. Zowel Arjan als FP wordt lid van volleybalvereniging Schovocomca. Ook deze naam (School Volleybal Comenius Capelle) kan als Smilderijtje worden gezien, al draagt Piet Smilde geen persoonlijke verantwoordelijkheid voor deze benaming. Buiten zijn sportieve carrière als volleyballer die een kleine 25 jaar zal beslaan, vervult Arjan tal van nevenfuncties voor de vereniging.

‘Ik ben er van alles geweest behalve voorzitter. Een heerlijke tijd. We speelden in de jaren negentig zelfs landelijk. Door de binding met het Comenius waren je teamgenoten tegelijk klasgenoten die je dus dagelijks, ’s avonds én in het weekend zag. De onderlinge verbondenheid was groot. Ik ben er ook het clubblad gaan schrijven. Hierdoor werd mijn interesse voor de journalistiek en de communicatie aangewakkerd. Met alle beroepsmatige gevolgen van dien.’

 

 

 

Vakantiefoto’s met Oom Jan en Tante Marry
[klik op een afbeelding voor een vergroting]

 

De liefde voor het wielrennen heeft Arjan te danken aan moeder Matty en Opa Jan die beiden verzot waren op de Tour. Een ervaring in de zomervakantie van 1990 zal doorslaggevend blijken voor Arjans passie voor de koers:

‘We gingen naar een Touretappe kijken, een tijdrit in Villard de Lans. Erik Breukink zou die etappe winnen. Afijn, ik sta daar aan de finish met mijn ouders en FP. Stopt er een renner vlakbij ons. Hijgend. Zwetend. Ik zocht zijn rugnummer op in de startlijst. Het bleek de Noorse wielrenner Atle Kvalsvoll. Ik had er nog nooit van gehoord. Mijn pa raakte in gesprek met hem omdat mijn vader Noors sprak. Ik heb het petje van Atle Kvalsvoll gehad en in de Z-winkel in Valence kreeg ik diezelfde vakantie nog het wielershirt. Ik werd definitief fan van Atle Kvalsvoll. En van de koers.’

Gevraagd naar zijn karakterologische antecedenten, stelt Arjan tevreden vast dat zijn DNA een keurig nette 50-50 verdeling kent tussen beide ouders. Simpeler gesteld: Matty was Alfa, Piet Bèta, Arjan beide. Met zijn moeder zat Arjan zoals gezegd urenlang gekluisterd aan de beeldbuis om de Tour te kijken. Met zijn vader herinnert hij zich de gesprekken over muziek. Piet The Beatles. Arjan Faithless. Piet Winton Marsalis. Arjan The Fun Lovin’ Criminals. Piet Herbie Hancock. Arjan Thomas Dybdahl.

 

 

‘Mijn moeder hield meer van easy listening. Neil Diamond. ABBA. The Bee Gees. In hun muzieksmaak herken ik mijzelf. Ik ben eigenlijk ook een beetje van alles wat, geen echte specialist met één specifiek talent of één bijzondere voorkeur. Ik ben niet echt een journalist, niet echt een cameraman, niet echt een editor. Ik ben van alles wat. Mijn kracht is mijn zwakte denk ik. Ik ben een beetje Miles Davis en Gilbert O’ Sullivan ineen.’

De verhoudingen in het gezin zijn helder. Piet is van de regels. Matty houdt vooral de geest van de regels in de gaten. Veelzeggend zijn de Smilderijtjes in deze:  Piet wordt, nu nog, plagerig De Baas genoemd en Matty Moeders. Arjan voegt eraan toe dat hij zijn ouders nooit ruzie heeft zien of horen maken. Dan laat hij een stilte vallen. Hij neemt een ferme slok thee en probeert er een glimlach uit te persen. Het lukt hem.

 

 

‘In het voorjaar 2003 kampte mijn pa met hevige hoofdpijnen, gecombineerd met misselijkheid. Ook werd hij vergeetachtig. Je gaat niet van het ergste uit, maar toch zijn we naar de huisarts gegaan. De waarnemend arts vertrouwde het niet. We werden doorverwezen naar het IJsselland Ziekenhuis in Capelle. Een week later werd een hersentumor geconstateerd…. daarna ging het snel… heel snel…. veel te snel…’

Er kan niets gedaan worden aan de tumor. Het zijn acht woorden. Acht woorden die de impact hebben van een atoombom. Piet blijkt er vooral praktisch mee om te gaan. Hij vraagt hoe lang hij nog heeft en houdt zich niet bezig met de nochtans voor de hand liggende waaromvraag. De mens wikt, God beschikt. ‘We gaan er het beste van maken’, zal Piet meermaals zeggen die dagen.

Matty is kapot, verslagen, versteend, verdoofd, maar richt zich onmiddellijk op, instinctief, zoals alleen moeders dat kunnen: zij herpakken zich om zich te ontfermen over de kinderen van egaal welke leeftijd.

‘Mijn moeder had verdriet voor ons, haar zoons. Hoe konden we verder leven zonder vader? FP is meer een binnenvetter, ik iets meer een prater. Ik had geen idee wat ik moest doen of voelen of zeggen. Ik ging die nacht naar bed. Haast stoïcijns. Het was een nachtmerrie. Ik was lam geslagen. Die ochtend heb ik vervolgens de badkamer aan gort geslagen. Alles moest kapot. Inclusief mijn beide handen.’

Omdat Piet te zwak blijkt voor een kampeervakantie naar Frankrijk, wordt er vakantie gevierd op de camping in Drenthe met Oom Jan en Tante Marry. Arjan ging nog op bezoek:

‘Daar kreeg mijn pa een eerste epileptische aanval. Bizar. Tijdens een spelletje domino. Hij was aan het rekenen. Zakt ie ineens weg. Met het schuim op zijn mond. Hij naar het ziekenhuis in Assen met een ambulance. Vanaf dat moment ging alles bergafwaarts met hem. Er volgden nog meer epileptische aanvallen waardoor hij niet meer alleen mocht zijn. Hij onderging een persoonsverandering. Hij werd opstandig. Minder toegankelijk vooral. Vanaf november 2003 werd hij bedlegerig. Ik voedde hem vanaf zijn bedrand. Pap. Ik gaf mijn vader pap.’

Arjan spreekt met zijn vader zelden of nooit over de dood. Piet was stellig en allesbehalve bang voor de dood – moed en kracht haalde hij uit de bijbel. Zorgvuldig worden psalmen en Bijbelteksten door hem zelf uitgezocht voor de uitvaart. Zijn aanvaarding van het onvermijdelijke brengt relatieve rust in Huize Smilde. Ook Arjan put kracht uit de overtuiging van zijn vader:

‘Ik was tamelijk rustig. Alleen ’s nachts. Dan begon ik te vloeken. Ik was boos. Ik deelde mijn woede niet met mijn vader nee. Ik sprak veel met mijn moeder. “Waarom gebeurt dit ons Arjan?”, vroeg ze me regelmatig. Ik studeerde aan de School voor Journalistiek in Utrecht maar ik was ermee gestopt. Ik wilde er zijn voor mijn ouders. Op een gegeven moment kwam er een aangepast bed voor mijn vader in de huiskamer. We hadden het bed zó geplaatst dat hij uitzicht had op de tuin. Kon ie naar de vogels kijken. De Blauwborst en de Stern waren zijn favorieten.’

 

Piet slaapt veel. Het contact wordt minder en minder. Op zaterdag 20 december komen Ome Jan en Tante Marry nog langs. Vervolgens de huisarts die Piet morfine toedient. Op diens advies gaan Matty en Arjan toch slapen. Het kan immers nog dagen duren.

‘Ik kon niet slapen. Ik ben naar het toilet gegaan en luisterde daarna bovenaan het trapgat of het goed ging. Ik hoorde meteen een bepaald reuteltje niet meer bij mijn pa. Ik ging naar hem toe. Hij was overleden.’

Matty is te verdrietig en dus belt Arjan eerst zijn broer en vervolgens de rest van de familie. Daarna wordt ruim baan gemaakt voor het verdriet. Arjan huilt hartverscheurend lang. En hard.

‘Ik wilde graag speechen op de uitvaart. Dat lukte me deels. Toen de emoties me teveel werden nam mijn nicht Evelien de toespraak over. Ik weet nog dat ik die nacht iets had toegevoegd aan de tekst – iets wat Evelien niet wist. Toen heb ik alsnog de tekst voor kunnen lezen voor een bomvolle kerk. Het was een mooie dienst. We hadden een overlijdenskaart uitgezocht. Met een vogel natuurlijk. Een zwaan. En precies op het moment dat zijn kist zakte, vlogen er twee zwanen weg. Bizar. Daar hebben mensen het nu nóg over…’

***

 

 

De dood van Piet blijkt het begin van de dood van Matty, zo teken ik letterlijk op uit Arjans mond. Hij kijkt me haast vragend aan – of ik hem wel wil geloven.

‘Mijn moeder probéérde het wel, leven zonder mijn vader, maar het ging haar moeilijk af. Die twee waren aan elkaar vergroeid. Als echte maatjes. Ze had weliswaar een druk sociaal leven waarbij buurvrouw Tante Francis een grote rol speelt, maar haar leven vindt niet langer de rust en regelmaat van haar leven met mijn vader. Ze zong nog altijd in het kerkkoor, ze keek met mij naar de Tour en haar Oom Jan en Tante Marry nemen haar mee op vakantie naar de Côte d’Azur waarvan ze met volle teugen genoot.’

Zo glijden de jaren voorbij totdat de duivel zich wéér komt melden bij de Smildes. We schrijven 2011. Arjan spreekt op berustende toon. Er is geen enkel spoortje wrok, teleurstelling of nijd te ontdekken.

‘Mijn moeder had al een tijdje last van haar maag. Wij naar de dokter. Darmkanker. Gelukkig niet al te ernstig. Operabel. Maar dat relatief goede nieuws bleek een wassen neus. Tijdens de operatie kwamen plotseling uitzaaiingen in de buikwand aan het licht. Direct na die operatie werd ik opgebeld. Ik zat thuis, gewoon op de bank. Klap. De arts sprak van een serieus probleem. Het woord chemokuur viel. Een kale moeder. Een pruik.’

Matty is strijdbaar en weigert zich, anders dan Piet, neer te leggen bij de dood. Ze ondergaat haar ziekbed waardig. IJdel. Trots. Als de mooie vrouw die zij altijd is geweest. Ze ontkent de dood die ze tot aan het eind zal omschrijven als onrechtvaardig, onbegrijpelijk en natuurlijk oneerlijk jegens haar beide zoons. Ook hierin ziet Arjan zijn eigen karakter weerspiegeld:

‘Ik kon die bedachtzame acceptatie van mijn vader waarderen, maar evengoed de trotse onverzettelijkheid van mijn moeder. Ik laveer er tussenin. Precies zoals ik ben. Niet enkel de een, noch louter de ander. De berusting heb ik van mijn vader, de boosheid van mijn moeder.’

Matty wil alles meemaken. Ze deelt weliswaar haar verdriet met haar zoons, maar weigert al te expliciet te praten over haar aanstaande overlijden. Er gebeurde nog té veel om haar heen. Het leek bij tijd en wijlen alsof Matty haar kop in het zand stak¸ zo legt Arjan het nu uit.

 

Moeder Matty met Lianne (2012)

 

Een van de laatste foto’s van Matty

 

‘Op 30 april 2013 zou de troonwisseling plaatsvinden. Die móest en zóu ze meemaken. Maar ze werd zieker en zieker. Ook zij kon niet langer boven slapen, ook zij kreeg een aangepast bed beneden, alleen aan de andere kant van de huiskamer. Mijn pa wilde naar de tuin kijken, mijn moeder wilde TV kijken hahaha… zegt eigenlijk alles toch?’

Buurvrouw Tante Francis is iedere dag bij Matty. Net als Arjan. In het crisisjaar 2013 staan de opdrachtgevers bepaald niet in de rij voor videoproducties. Het stelt Arjan dus in staat om zijn moeder dag en nacht bij te staan.

‘Begin april ben ik nog een rondje gaan fietsen met mijn maatjes Fabian en Rob. We reden ergens bij Alblasserdam verkeerd waardoor ik veel te laat thuis was. Ik zou nog naar mijn moeder gaan, maar daarvoor was het eigenlijk te laat. Ik weet nog dat ik tóch ben langsgegaan. Het was tegen tienen ‘s avonds. Mijn moeder was zó blij om mij nog te zien. Het was het laatste heldere gesprek dat ik met haar had. Ik ben achteraf zó dankbaar dat ik alsnog gegaan ben…’

Arjan woont sinds 2004 op zichzelf en heeft een relatie met Lianne die hij kent van de volleybalvereniging. Juist tussen het overlijden van Matty en haar begrafenis in doen Arjan en Lianne een mooie ontdekking: Lianne blijkt zwanger van Niek. De dood en het leven, verdriet en vreugde in een kleine week samengevat. ‘Mochten we het eerder hebben geweten, als mijn moeder nog had geleefd in die periode, hadden we het haar nooit verteld. Dat klinkt hard, maar ze zou zoveel verdriet hebben gehad dat ze nooit de geboorte van haar kleinkind had kunnen meemaken. Dat zouden we haar niet aan kunnen doen.’

‘Lianne en ik bleven de nacht na de troonwisseling op, aan de zijde van mijn moeder. Ze was helemaal op, maar haar hersenen en hart waren zo sterk als gewapend beton. Ze bleef knokken. Ook die nacht. Totdat haar ademhaling onregelmatig werd. Ik was erbij toen ze insliep. En weer kon ik de huisarts bellen. En de familie. Te beginnen met mijn broer en daarna Oom Jan en Tante Marry…’

Enkele dagen later wordt Matty Smilde-Van Bokkum in het Capelse familiegraf herenigd met haar echtgenoot Pieter Hendrik Smilde.

 

 

 

***

 

 

In de zomer van 2018 post Arjan op social media een foto. De vierjarige Niek lacht zijn tanden bloot. Hij zit op de schouders van zijn papa. Op een volgende foto bakken ze pannenkoeken. En ze maken samen van stenen en keien een dam in de rivier de Drôme.

Op een filmpje neemt Niek een duik op het luchtbed in de gezinstent van Arjan en Lianne. Het filmpje wordt in slow-motion afgespeeld. Het verhoogt het effect van de jeugdige onschuld en de tragiek die het leven in petto heeft.

Door te kiezen voor slow-motion verlengt Arjan de jeugd van zijn zoon. Weloverwogen. Zoals Opa Piet waarschijnlijk zou hebben gedaan.

Smilderijtjes zijn het. Stuk voor stuk.

 

 

Jaren later drijft Niek in de sporen van papa Arjan in de Drôme

 

***

 

 

‘In 2013 deden mij maatjes Fabian en Rob mee aan Alpe d’HuZes. Ik heb nooit de behoefte gevoeld om met ze mee te gaan. Ik vond, vind, dergelijke evenementen té massaal. Ik heb, had, er niets mee.

In 2015 ging ik zelf naar Alpe d’HuZes als verslaggever van RTV Rijnmond. Het was voor mij iets beroepsmatigs. Meer niet. Dat klinkt jou misschien gek in de oren, maar ik heb tóen eigenlijk nooit de koppeling gemaakt tussen kanker enerzijds en het overlijden van mijn ouders anderzijds. Ik tekende de verhalen op van mensen die deelnamen. Het was mijn beroep.

Tot september 2018, die fietsreis met Koers is Koers naar de Mont Ventoux. Er gebeúrde iets die week. Moeilijk te beschrijven. Dat fietsevenement was natuurlijk helemaal niet Alpe d’HuZes gerelateerd maar tóch…

Gewoon die betrokkenheid van jullie als Rotterdam Fund Racers. Die bevlogenheid van zo’n Mark van Son, Lars van den Broek, Norbert de Boer, Ruud Maaskant…. en natuurlijk die ene klojo met wie ik, samen met Joop Zoetemelk, de Mont Ventoux beklom. Toen we eenmaal boven waren, kwam er iets in me los. Ik werd overmand door emoties. Joop. De Tour. Mijn moeder. En die eikel die stond te schreeuwen dat ik op de foto moest hahaha… Ineens viel alles op zijn plaats en voelde ik dat ik mee móest doen.’

En Arjan heeft nog een kersverse primeur in huis die ik met open armen verwelkom:

‘Ik ga niet alleen als fietser meedoen. RTV Rijnmond heeft mij ook gevraagd om in de aanloop naar Alpe d’HuZes een serie te maken van de Rotterdam Fund Racers. Daar kijk ik enorm naar uit. Zo komt alles bij elkaar. Moeder was echt fan van hetgeen ik maakte dus ik zal in haar geest verslag doen van Alpe d’HuZes. Ik ga dus zesdelige serie maken: vijf afleveringen in de aanloop naar 6 juni en de laatste aflevering erna. De serie zal vanaf zaterdag 4 mei te zien zijn op TV Rijnmond.
Ik ben nu al volop in training. Alpe d’HuZes wordt een eerbetoon aan mijn ouders, maar ik doe óók mee om het verschil te maken. Onze strijd gáát ergens over. Die klote ziekte móet gewoon de wereld uit…’

 

Donderdag 29 september 2018, Mont Ventoux, het moment van de ommekeer! Arjan beseft dat hij mee móet doen met Alpe d’HuZes 2019.

 

***

 

Wil je meevechten in onze strijd tegen kanker? Dat kan! Met een donatie op zijn Actiepagina ondersteun je de campagne van Arjan.

Dit is de Actiepagina van de auteur Marco Hendriks.

Namens alle patiënten, ex-patiënten en namens alle Pieten en alle Matty’s bedankt!

 

 

 

 

 

-