Het zit me niet lekker. Letterlijk en figuurlijk niet. De timing voor de verplicht gestelde medische keuring op deze 7e april is bijzonder slecht. Dit ligt ook aan mezelf. Min of meer.
De oorspronkelijk sportkeuring stond namelijk gepland voor donderdag 26 maart 2015. Om negen uur ’s ochtends, IKAZIA Ziekenhuis. Deze afspraak moest en zou perse doorgaan want de uiterlijke inleverdatum voor het indienen van een medische verklaring staat officieel op 1 april 2015 en de organisatie van de Alpe d’HuZes staat niet bekend om haar humor.
Drie dagen daarvoor, we schrijven maandag 23 maart, had ik een intens gesprek met Renate (zie Blog Team Renate). Tijdens het ordenen van mijn aantekeningen kreeg ik het te kwaad. Het gesprek was me niet in de koude kleren gaan zetten, maar in de warme. Zeg maar bloedhete. Haast gelijktijdig werd ik geconfronteerd met het in uitvoer brengen van de euthanasiewens van mijn muzikale vriend Albert (zie Blog Beste Albert). Die stond gepland voor dinsdag 24 maart.
Diezelfde avond, zo nam ik me voor, zou ik extra hard trainen. Er zat een overschot aan verdriet en woede in mijn gestel. Ik moest de onmacht eruit trappen. Ik besloot dit, ter ere van Albert, in volledige duisternis te doen. Een nogal theatraal plan dat geen enkel doel diende. L’histoire de ma vie. Maar gelooft u mij: een man wordt wanhopig als-ie zijn racefiets mist en veroordeeld is tot zijn benauwde slaapkamer om daar minimaal dertig keer de Alpe d’Huez virtueel te beklimmen.
Een normale spinningsessie ziet er als volgt uit: ik zet mijn iTunes muziek bibliotheek in de shuffle modus en verzin ter plekke oefeningen bij de liedjes. Voorbeeld: het eerstvolgende willekeurige lied zal ik met zwaar verzet staand op de trappers volbrengen. Dit kan La Coupole van Renaud zijn (duur 1 minuut en 47 seconden), maar als het Desolation Row van Bob Dylan is, ben je mooi de Sjaak: die duurt gewoon 11 minuut en 23 seconden.
Maar een spinningtraining in de duisternis geeft je vanzelfsprekend geen blik op je beeldscherm. En dus is de lengte van een lied onbekend. Nu staan er in deze bibliotheek 1.639 liedjes en van een dikke negentig procent weet ik vrijwel op de minuut de lengte van het lied. Maar bij dit liedje net niet. Irish Heartbeat van Van Morrison, maar dan in een gloednieuw jasje gestoken. Dus de versie met Mark Knopfler en die was, geloof het of niet, op 23 maart uitgekomen. Gisteren dus, verser kon niet. Nu is het outro van deze versie op zich prima, maar met de oefening die ik vooraf bedacht had is het outro ronduit langdradig. En ik had geen eindpunt in zicht. Mijn beeldscherm stond immers op zwart en opgeven doe ik nooit. Principe zaakje.
Goed. De bewuste fatale oefening was dus: met flink verzet tempo fietsen. Voor de echte fietsers onder ons: net effies over de anaerobe drempel heen. Leuk voor een minuutje, misschien twee, maar tamelijk noodlottig als het lied 5 minuut 17 duurt. Zonder eind in zicht.
“Het was eng pap”, zo luidde het commentaar van Fabienne nadien. “Ja en goor…”, viel Estelle haar zus bij.
Tijdens een spinningsessie is toegang tot de kamer ten strengste verboden, het verbreekt de concentratie, dus hoorden mijn meiden enkel gerochel, gehijg en geboer achter de gesloten slaapkamerdeur. Als papa spint krijgt What’s He Building In There van Tom Waits voor mijn meiden een geheel nieuwe lading.
Na de spinningtraining in het duister was ik nog vol van de ervaringen met Renate en Albert, maar tegelijk zo leeg als een lek luchtbed. Ik kon die avond niet slapen. Op woensdagochtend 25 maart ging de wekker om zeven uur af. Ik had het gevoel alsof ik een tram had terug gekopt. Alles deed me zeer. En ik was vooral leeg. Helemaal op.
Ik belde kantoor en vervulde de dag liggend in bed, starend naar mijn iPhone die als een trouwe hond tegen mijn oor lag. Ik durfde niet te slapen omdat klanten zouden kunnen bellen of mailen. Anita maakte zich zwijgend zorgen en belde de donderdagochtend daarop de afspraak met de sportarts af: die werd verplaatst naar 7 april.
Maar, zoals ik al in mijn inleidende zin aanhaalde, die timing was zo mogelijk nog beroerder. We kwamen namelijk net terug uit Zuid-Limburg waar wij in een pittoresk huisje de vijfenzeventigste verjaardag van mijn vader vierden. Zuid-Limburg. Heuvels. Het vráágt natuurlijk om de fiets, ware het niet dat ik deze Alpe d’HuZes editie niet als spelbreker bekend wil staan. Eerlijk is eerlijk: mijn gezin lijdt al genoeg onder deze missie die gepaard gaat met niet-drinken (…”doe mij nog maar een watertje”…), aangepast eten en een zwijgzame in zichzelf gekeerde vereenzaming van de ziel. Vooral als papa schrijft.
Fietsen betekent uren van huis en mijn vader wordt maar één keer vijfenzeventig, zo heb ik begrepen. Het betekende vier dagen niet trainen. Ik trok fietsloos naar Mechelen, Zuid-Limburg.
Ook op culinair gebied wenste ik geen spelbreker willen zijn. Op vrijdag 3 april (laatste training, vlak voor vertrek naar Zuid-Limburg) woog ik welgeteld 78,2 kilogram. Overigens: die weegschaal van ons is een smeerlap: als-ie te veel aangeeft is het onbetrouwbaar kutapparaat. Als-ie een gunstig gewicht geeft, dan is het een prima weegschaaltje met wie te praten valt.
Goed. Op de verjaardag van vaderlief werd in Mechelen uitgebreid ontbeten, vervolgens taart gegeten (ontwerp naar het SS Rotterdam) en in de loop van de middag een rood wijntje gedronken. De pret kon niet op toen pa van zijn kleinkinderen een jaren vijftig retroshirt van Feyenoord kreeg. Hand in Hand Kameraden werd gedraaid, pa paste met vochtige ogen zijn shirt en ma kreeg het te kwaad in de open keuken. Feyenoord blijft het hart openrijten en Lex Immers weet van niets.
Dus maar een wijntje erbij. Lee Towers zong Niets is sterker dan dat ene woord…Fe-ye-nooooord, bij Fe-ye-noooord.
Terwijl ik zag hoe mijn ouders de tranen de vrije loop lieten, kwamen de rake woorden van Van Morrisons Irish Heartbeat als een horde wilde Mustang paarden op me af gedenderd:
“Oh won’t you stay
Stay a while with your own ones
Don’t ever stray
Stray so far from your own ones
Cause the world is so cold
Don’t care nothing for your soul
That you share with your own ones.”
[Klik op foto’s voor vergroting]
’s Avonds werd copieus gedineerd in een restaurant waar de kok de asperges in een overdadige botersaus liet verzinken. Met als gevolg maagzuur, schuldgevoel (een receptuur dat bij ieder zichzelf respecterend katholiek te verkrijgen is) en niet kunnen slapen. Dat idee.
Zondagmiddag een bezoekje aan wielergek Valkenburg bracht ook geen ontspanning: ik zag en rook alleen maar wielrenners. Zoals zwangere vrouwen tijdens hun dracht uitsluitend lotgenoten lijken tegen te komen. Het beeld ‘La Victoire’ in het centrum van Valkenburg van beeldhouwer Wil van der Laan, ooit onthuld door Gerrie Knetemann himself, ontroerde mij. Het beeld kon mijn fietsloze gemoedstoestand niet treffender visualiseren: net als het beeld miste ik mijn fiets. In hoge mate.
Maandagavond 6 april waren we thuis. De meiden hadden, als lekkere afsluiter van dit lange paasweekend (en pap moest eens niet zo flauw doen), trek in pizza. Ik koos voor een ‘Pizza Marco’ van Pizzeria San Antonio aan het Jacob van Campenplein. Voor negen eurie verorberde ik de rijkelijk met tomaat, kaas, champignons en knoflook belegde frisbee. Maagzuur, schuldgevoel, slechte adem (de Pizza Marco is voortreffelijk maar kent een overdadige hoeveelheid aan knoflook) en weer niet kunnen slapen.
***
En zo sta ik hier voor de balie van het Sportmedisch Adviescentrum Rotterdam van het IKAZIA Ziekenhuis, gemakkelijk te vinden zolang u bereid bent route 24 te volgen.
Van nervositeit plaste ik voor de derde keer in een uur tijd: net nog op kantoor, toen thuis vlak na omkleden en zojuist dus in een WC ruimte langs route 24. Mijn handen voelden koud. Mijn plas was wit als kraanwater.
“Zo en dan mag u hier nog eventjes in plassen”, zegt de vriendelijke dame van de receptie, vermoedelijk tevens doktersassistente, als ze me een doorzichtig potje overhandigt.
Een vierde plas is evenwel geen enkel probleem als de doktersassistente (ik mag Wendy zeggen) even later mijn borstkas besprayed om tien zuignappen te kunnen plaatsen voor een hartfilmpje bij het lichaam in ruste. Ik houd mijn buik in en probeer met een hand voor mijn mond de knoflook van de Pizza Marco omzichtig weg te moffelen. Onbegonnen werk natuurlijk. Wendy ruikt me. Zeker weten.
“Jezus, ik moet meteen pissen als een otter”, zou ik willen uitbrengen als Wendy de spray vlak langs mijn tepels spuit, maar voor zo’n banaliteit heeft Wendy teveel fatsoen. Bovendien complimenteerde zij me zo-even nog, zeer terecht, met mijn knalgroene Ich Liebe Rotterdam hoody. Iemand die op zoveel goede smaak te betrappen is, verdient geen ordinaire praat. Tevens is Anita in de kamer aanwezig en bij onwelvoeglijk taalgebruik is zij gewoon mij een vol etmaal ijzig te negeren.
“Ik moet geloof ik een plas Wendy”, zeg ik dus veiligheidshalve. Ik klink als een kind van de peuterspeelzaal die bang is in de broek te zullen gaan plassen. Ik steek nog net niet mijn vinger omhoog.
[Klik op foto’s voor vergroting]
Bij terugkomst mag ik op de hatelijke weegschaal staan. 79,4 kilo! Godverdomme. Dat heb je d’r nou van. Dit kuttaart, die kutsaus op die kutasperges, die kutwijn, die kutpaasbroodjes en die kutpizza. Komt er in vier dagen tijd gewoon eventjes een hele kilo bij Wendy. En ik heb goddomme vier keer gepist!
Het is zwaar frustrerend. Ik had, vlak voor deze test, nog even snel de resultaten bekeken van de vorige test. 8 april 2013. Dus, op een dag na, precies twee jaar geleden. Ik lag met gewonde knieën op de dokterstafel. “Gevallen bij Paris-Roubaix voor wielertoeristen?”, vroeg sportarts Dr. R. Rosenberg. “Klopt…in het Bos van Wallers”, loog ik alsof het gedrukt stond. De waarheid was dat ik de dag ervoor, op zondag 7 april dus, op mijn smoel was gegaan op het kunstgrasveld van Trekvogels omdat ik als een imbeciel nog een bal van de lijn trachtte te redden tijdens de topper Trekvogels 7 – Movado 5. Maar een korfbalblessure houd je voor je. Nog liever je eigen ziel verkopen aan de duivel en je knieën voor eeuwig laten brandmerken, want de wonden zitten er nu nog. Als blijvende herinnering aan het verraad.
Goed, toen, die 8e april 2013 dus, woog ik nog 77,8 kilo. En nu dus 79,4 kilo. Dat is 1,6 kilo en dat staat gelijk aan het gewicht van negen appels. Ik heb als scholier/student twee jaar bij een groenteboer gewerkt en sindsdien druk ik gewichten uit in appels. Granny’s.
En, nu komt het, het vreemde is dat ik ook in twee jaar tijd gekrompen ben. Ik mat toen 183,10 centimeter en zojuist mat Wendy 181,6 centimeter… met wielersokjes aan nog wel! Ik ben in twee jaar tijd gewoon anderhalve centimeter gekrompen. Plotseling ben ik als de dood dat Wendy dadelijk ook mijn penis gaat opmeten…het zal toch niet?
Na de bloedafname (uitstekend, net als onze metaalafvallen zit ik lekker hoog in het ijzer) en de ogentest (“als een jonge God mijnheer Hendriks”) volgt een longfunctietest: Wendy vraagt of ik door een soort van kunststof WC-rol wil blazen. Krachtig. Meer stoten dan blazen. Een vreemd gevoel want er is geen weerstand. Het komt echt uit de krochten van mijn borstkas. Ik schaam me kapot. Ik vermoed dat er een afschuwelijke odeur vrij moet komen na de Pizza Marco van gisteravond. Anita maakt foto’s. Het is zo’n dag die gedoemd is te mislukken.
Daarna mag ik in de hal wachten op sportarts dokter Dijkers. Twee andere Alpe d’Huzessers vullen hun NAW-gegevens in voor Wendy. De een ziet er buitengewoon sportief uit, de ander heeft zijn burgerkleding aan en belt voortdurend hardop. Woorden als “mijn holding” en “da’s goed joh” vallen regelmatig. Dit is geen fietser. Da’s iemand met teveel geld die met de boys in de kroeg een geinig Alpe d’HuZes weddenschapje heeft afgesloten en meteen maar een leuk fietsje heeft gekocht om ‘eens lekker tegen die berg op te rossen’. Alles wat hem ontbeert, koopt-ie gewoon. Het is een fietser die nog nooit fietsloos is geweest.
Dokter Dijkers bestudeert de gegevens die Wendy heeft uitgedraaid. Nondeju. Mijn vetpercentage van 21,5% zit boven de norm van 20%. Dat komt natuurlijk door die teringpizza van gisteravond. Ik stink niet alleen uit mijn bek, maar het gaf meteen een anderhalf procent aan extra vet. Als cadeautje. Kutzooi. Ik eet nooit meer pizza, dokter Dijkers, echt nooit meer. Ik beloof het.
Ik krijg geen tijd om dit te denken, laat staan om het te zeggen, want ik lig al weer op een bed. Dokter Dijkers voelt aan mijn bovenlichaam. Gaat naar mijn liezen. Controleert op ‘breukjes’. Dit deed een schoolarts ook altijd op de lagere school. Eerst ging ze zacht door je haren heen op zoek naar luizen. En daarna streek ze over je liezen.
Op het speelplein bekenden Berry Janssen en Edwin van Gorp dat ze een stijve kregen van die mooie doktersassistente. Ik zweeg met een rooie kop in alle toonaarden. Katholieke jongens kregen geen erectie. Dan zou je later nooit geen kindjes meer kunnen krijgen.
Dokter Dijkers vraag of ik mijn wielerbroek wat wil laten zakken. Ze zal toch niet mijn penis gaan opmeten? Het zweet breekt me uit, en God weet dat mijn transpiratie ook vast zal ruiken naar knoflook van de Pizza Marco. Ik kan nergens heen.
“Volgens mij heeft hij een bobbeltje bij zijn rechterlies”, merkt Anita fijntjes op.
Ik kijk haar vernietigend aan. Ja laten we dokter Dijkers effe nog wat wijzer gaan maken, Aniet! Afgekeurd worden voor de Alpe d’HuZes vanwege een breukje in de lies, een verhoogd vetpercentage en een gekrompen piemel.
“Nee hoor, is allemaal in orde.”
[Klik op foto’s voor vergroting]
En weer mag ik naar de gang terug, nu weer wachtend op Wendy. Mijn lichaam voelt vreemd. Dokter Dijkers heeft zojuist al mijn ledematen betast en getest. Ik voelde me een naakte paspop van de Peek & Cloppenburg. Ik lag op mijn rug. Zij pakte mijn been, draaide mijn knie en drukte mijn onderbeen omlaag en naar weerskanten. Ik zei nog dat ik bang was voor een liesblessure maar dokter Dijkers had weinig boodschap aan deze inderdaad inhoudsloze bekentenis.
Hier, in de koude hal, wachtend op de apotheose van dit bezoek, namelijk de inspanningstest, voel ik me onwezenlijk. Ontheemd van mijn eigen lichaam.
Wendy roept ons binnen. Ik krijg weer dezelfde zuignappen op mijn borst geplaatst als tijdens het hartonderzoek “in ruste”.
Alleen de vorm van het stuur doet de suggestie wekken dat ik op een fiets zit. Maar ik zit eigenlijk op een bouwpakket van drie op zichzelf staande onderdelen: een in hoogte verstelbaar zadel, een trapmechanisme (met trappers die geschikt zijn voor ieder type kliksysteem, behalve voor de mijne, dat had Wendy ook nog nooit meegemaakt) en een geïmproviseerd racestuur. Het heeft helemaal niets van doen met mijn zwarte GIANT TCR. Ik voel zo mogelijk nog meer verwantschap met het Valkenburgse beeld ‘La Victoire’ van Wil van der Laan: de fietser zonder fiets.
Nu gaat het erom spannen. Ik knijp hem echt. Ben ik goed genoeg? Heb ik voldoende getraind? Misschien te veel getraind toen ik vorige week tijdens Irish Heartbeat buiten adem haast van mijn spinningfiets af flikkerde?
“Bedoeling is dat je trapfrequentie tussen de 80 en 100 blijft. Iedere twee minuten wordt het wattage verhoogd. Blijf trappen tussen de 80 en 100. Dat wil ik graag.”
Ik volg gedwee de instructies van Wendy op. Toch moet ik ook weer pissen na deze tweede spraybeurt. Nondeju. Trappen nu. Focussen. Dit is je allereerste serieuze test. Denk niet aan je penis, niet aan de Pizza Marco, niet aan de verjaardagstaart van pa, niet aan alle gemiste trainingen, niet aan je algehele leegheid van de laatste tijd, niet aan de racefiets die je zo mist.
[Klik op foto’s voor vergroting]
Focus op het goede. Je campagne loopt goed. Wat een prachtige reacties op je verhalen. Je wordt in ieder geval gelezen. Je bent goed bezig. Je gaat zes keer die berg op. Nu ga je het laten zien. Jij bent aan zet. Anita praat wat met Wendy maar jij hoort niets. Sinds je op zoek ging naar het Heilige Vuur hoor je sowieso alleen nog maar jezelf. En je trappers. Die rondgaan. Dat snorren. Als van een naaimachine. Een wielrenner krijgt er natte dromen van.
Na dertien minuten is de helletocht voorbij.
[voor bewegende beelden zie fragmenten in de videoclip Come On This Train onder dit Blog]
De benen zwijgen. Er stroomt slijm uit mijn mond. Ik hang over het stuur. Als een natte vaatdoek.
Maar ik ben geslaagd! Goedgekeurd! “De norm ligt bij 203 watt”, zegt Wendy plaatsvervangend trots op mijnheer Hendriks die half verdoofd over het stuur hangt.
Ze complimenteert me en haalt het spuug van het fietsframe. Ik schaam me kapot maar ben intens blij. Al mijn trainingen zijn niet voor niets geweest. Ik laat me de felicitaties, bekrachtigd met een handdruk van dokter Dijkers, welgevallen. Ik deug.
“Bij het onderzoek warden geen afwijkingen aan het hart- en longsysteem gevonden. Het uithoudingsvermogen getest op de fiets is uitstekend. Verder geen bijzondere opmerkingen.”
Mijn adem ruikt ineens weer fris, ik hoef niet meer te plassen, ik geloof zowaar dat mijn penis weer zijn normale lengte heeft aangenomen, het leven heeft weer zin, mijn pa is vijfenzeventig geworden, de Alpe d’Huez is weer een stapje dichterbij gekomen en het lekkere weer komt er weer aan. Ik ruik de lente. Ik snak naar de zon en de warmte.
De strijd is nu pas begonnen, God weet hoe zeer ik mijn fiets gemist heb. Het leven van een fietsloze fietser is zinloos.
***
Laat het onderzoek naar kanker nooit stoppen en steun middels een donatie mijn campagne op mijn Actiepagina:
Alpe-d’HuZes Express Actiepagina Marco Hendriks
Namens alle (ex-)patiënten bedankt!
Lieve Marco,
Met veel plezier De fietsloze fietser gelezen!
Ik wist echt wel dat het afzien is, niet alleen de berg op straks maar ook de weg er naar toe.
Na het lezen van alles wat je er voor moet doen om je belofte na te komen wil ik je toch nog een extra steuntje in de rug geven.
Volgens mij heb ik een enkeltje gekocht in jouw trein, dat moet maar een retourtje worden.
Dat extra “treinkaartje” wordt gedoneerd in Mei.
Kijk weer uit naar je volgende verslag!
Lieve groeten ook voor je gezin,
Jeanne Alsemgeest.
Hilarisch maar ook een kijkje in je trainings-schema op de weg er naar toe. Veel mensen zullen geen idee hebben hoe zwaar het is. De pizza’s en de wijntjes moeten er ook aan geloven de komende weken, maar het doel is zo mooi en groot dat het totaal geen opgave zal zijn.
reactie van pa Hendriks (net 75 jaar geworden) maar dat staat ook in het blog, hij vind het een mooi en compleet verslag en herinnert zich ook de sportkeuring van 2013. Het voelde toen of hij zelf de keuring onderging. In Valkenburg tijdens het paas week-end voelde hij nog even de neiging om daar de Couwberg te beklimmen met de hele familie, maar dat is er toch niet van gekomen
Mmmmm een wijntje , pizza, een zonnetje en twee lekken banden …….