In 1989  gingen we met de neven en nichten een dagje naar Parijs.

In 1989 nam ik mijzelf, mijn zonnebril en het leven buitengewoon serieus. Ik kende immers alle teksten van Bob Dylan uit mijn hoofd en deed alsof ik ze ook snapte. Mijn zonnebril verbloemde veel. Vooral mijn babyface.

Hetzelfde gold voor mijn neef Maurice die in de bus naar Parijs een T-shirt van de Rolling Stones droeg. Zijn zonnebril was eerder een voorbode dan een maskering.

In de jaren zeventig speelden we in zijn kinderkamer in Hoogvliet luchtgitaar op het album Chronicle van Creedence Clearwater Revival. We dronken 3S limonade waarvan je hard ging boeren. Ik wilde de woeste hippiebaard van drummer Doug Clifford hebben. Ik had op jonge leeftijd al door dat mijn babyface wel wat mannelijkheid kon gebruiken.

In 1989 zorgden Dylan, de Stones en CCR ervoor dat Maurice en ik ons zó fucking cool vonden dat het een zonnebril in de bus naar Parijs rechtvaardigde. Op de foto neemt Maurice niet de moeite om naar de fotograaf te kijken. Ik wel, maar wel nors.

Want babyfaces met zonnebrillen lachen niet.

 

 

 

-