Een kerstverhaal
Droomloos
Toon Neteweg had geen dromen meer. Met die gedachte stond Toon Neteweg woensdagochtend 24 december op. Toon Neteweg was op. Toon Neteweg was leeg.
En Toon Neteweg had geen dromen meer.
De Ommekeer van Toon Neteweg
Het begon al een tijdje geleden, die rusteloosheid. Eigenlijk sinds de dag dat Toon Neteweg die belangrijke beslissing had gemaakt. Hij was het zat. Beu. Die hypocrisie. De armoede in eigen land. Bejaarden die niet of nauwelijks aan een gezonde douche toekwamen. De werkeloosheid veroorzaakt door al die buitenlanders die hun baantjes hadden ingepikt. Zuipende Polen. Criminele Bulgaren. Stelende Roemenen. Om nog maar te zwijgen over die moslims.
Toon Neteweg had zich al tijden kapot geërgerd aan dat onverstaanbare gehakketak om zich heen als hij in de metro zat. En die luchtjes. Ze roken. Naar iets. Kookluchtjes. Uit het buitenland.
Het ongenoegen borrelde al veel langer in zijn onderbuik, maar op woensdagavond 19 maart hakte Toon Neteweg definitief de knoop door. Geert Wilders had gesproken. En het volk in de kroeg scandeerde hem na…”MINDER MINDER!” en er was geen weg meer terug.
Het voelde als een bevrijding. Eindelijk zei iemand iets. En Toon Neteweg ook. Zijn onbehagen had een stem gekregen. Toon Neteweg liet zijn mond niet langer snoeren. Toon Neteweg was om en het roer zou volgen. Toon Neteweg had besloten de aanval te kiezen.
En wee o wee degenen die hem zouden betichten van fascisme. Van discriminatie. Hij zou ze te vuur en te zwaard bevechten, die linkse betweterige semi-intellectuele politiek correcte moraalridders.
Het voelde als een bevrijding.
Zijn dromen maakten plaats voor cijfers, percentages, statistieken. Toon Neteweg was dol op zijn “zie je nou wel” cijfers die hij bijhield in een notitieboekje dat altijd van pas kwam tijdens feesten en partijen. Met zijn selectieve maar immer parate feitenkennis hoopte hij de oren te kunnen wassen van zijn moslim minnende landgenoten.
Ook al riep het woord solidariteit vooral linkse associaties op, hij was vast besloten solidair en trouw aan de Partij Voor de Vrijheid te zijn. Toen iemand hem ooit op een verjaardag had gevraagd naar de Vrijheid van wat en voor wie precies (en, misschien nog belangrijker, voor wie niet), moest hij echter het antwoord schuldig blijven omdat zijn notitieboekje niet voorbereid was op deze toch voor de hand liggende vraag.
De Kerstochend van Toon Neteweg
En nu, negen maanden later, op woensdagochtend 24 december, poetste Toon Neteweg zijn tanden. Zijn leven functioneerde eigenlijk naar behoren en juist dat zat hem de laatste tijd dwars. Toon Neteweg had zich graag wat meer slachtoffer willen voelen van de door linkse thee drinkende laffe slapjanussen geregeerde Nederlandse samenleving, maar in werkelijkheid was hij geen slachtoffer. Eigenlijk verre van.
Hij was nog nooit overvallen door een allochtoon, al had hij daar stilletjes op gehoopt. In een gemeentelijk onderzoek had hij bij ‘gevoel van veiligheid’ ooit het vakje ‘zeer onveilig’ aangevinkt. In het heetst van de strijd moest de waarheid soms wijken voor een leugentje om bestwil.
Maar het was gelul. Er was eigenlijk amper sprake van een directe of persoonlijke dreiging. Sterker nog: het aantal dagen van verdraagzaamheid en broederschap onder alle lagen van de bevolking in zijn wijk overschreed ruimschoots het aantal dagen van dreiging, zelfs in haar meest latente vorm. Ook stak het besef dat er genoeg autochtonen te vinden waren die zich ongemanierd gedroegen.
Het kwam er op neer dat Toon Neteweg gedurende die negen maanden ontevreden was geworden over zijn eigen tevredenheid.
De cijfers in zijn hoofd brachten hem geen voldoening. Hij kon geen kant op met zijn woede en bij een structureel gebrek aan dromen sliep Toon Neteweg slecht.
De Jeugd van Toon Neteweg
Vroeger. Ja vroeger durfde hij nog te dromen over een betere wereld. Een eerlijkere vooral. Hoe naïef was hij geweest. Als scholier. Maar toch voelde hij zich, toen, als scholier beter. Opgeluchter. Vrijer.
Omdat hij droomde. Hij had op school, ergens in de jaren zeventig, gehoord dat er een muurschildering van niemand minder dan Multatuli was gevonden. In de Mauritsstraat, in Rotterdam. Die tekst “Vanaf de maan gezien zijn we allen even groot” en het beeld dat het opriep, hadden hem gefascineerd.
Alleen veranderde hij de maan in de planeet Mars omdat dat meer tot de verbeelding van een kind sprak. En hij droomde dat hij op Mars woonde. Vanaf Mars was de aarde inderdaad als één planeet. Multatulli had gelijk. En de juf ook. De wereld was één. Alleen vanaf de aarde beschouwd werden de verschillen pijnlijk zichtbaar.
Hij leerde bij Aardrijkskunde over de armoede in derdewereldlanden. Hij leerde hoezeer Europese kinderen boften dat ze in een werelddeel mochten leven waarin uiteindelijk het klimaat de omstandigheden creëerde voor welvaart, voor voedsel, voor de seizoenen, voor gelijke kansen voor iedereen. Hij droomde van de draaiende globe die hem deed denken aan Russisch roulette. ’t Was maar net op welke plek je wieg stond: dat gegeven bepaalde jouw lot. Het geluk voor de een, was de pech voor de ander. Hij zag een foto van een stervend kind, ergens in de Sahara. Hij had de foto stiekem uit een bibliotheekboek gescheurd en die avond voor het eerst van zijn leven niet kunnen slapen met die foto onder zijn kussen. De volgende dag had hij de foto weggegooid omdat hij weer wilde slapen.
Hij leerde bij Godsdienst te bidden uit dankbaarheid voor het eten, en hij leerde te bidden voor vergeving van schuld. Hij leerde te denken aan de armen onder ons, in eigen land èn in het buitenland. Niemand uitgezonderd. Hij zong liedjes in de klas en in de kerk dat geen enkel kind als racist wordt geboren. Dat het wordt aangeleerd.
Waar was het mis gegaan? En wanneer? En door wie?
Toon Neteweg Komt Uit De Kast
Sinds die 19e maart was zijn hart koud. Echt steenkoud. En plaatselijk. Zo plaatselijk als wanneer iemand in de zomer bij verrassing een ijskoud blikje bier tegen je blote bast drukt ter bevestiging van de puike werking van de koelkast.
En die plaatselijke kou was niet verdwenen sinds die 19e maart. Zelfs tijdens de zomervakantie in Turkije, enkele maanden later, zich ergerend aan alles wat Turks was, sprak, ademde en vooral rook (maar Turkije was goedkoop, en beschikbaar, want Toon Neteweg had het druk, en dus was de keuze zo last minute behoorlijk beperkt, dus toe maar, dan maar Turkije), goed in die Turkse snikhitte dus, was zijn hart koud gebleven.
Alleen zijn hart, want zijn huid was door de Turkse zon niet langer blank gebleven. Ook die vaststelling ontwrichtte hem bij terugkomst in Nederland; hij had er immers voor gekozen rechtsaf te slaan en daar paste een bewuste keuze voor een bruine huid niet bij. Zijn inconsequentie begon te jeuken.
Toon Neteweg had de afgelopen maanden nog stoutere schoenen aangetrokken en had ook op Facebook zijn mening doen gelden. Toon Neteweg spaarde niemand. Het land was ziek. En Toon Neteweg kreeg veel bijval in de vorm van “likes”. Ha. Hij zat dus wel degelijk op het goede spoor. Een enkeling stoorde zich aan de vele taalfouten in de posts, maar die correcties kwamen vooral van pseudo-geleerden uit de linkse kunstsector die niets anders te doen hadden dan hun handje op te houden voor nog meer subsidie. Dat ze toch een baan gingen zoeken, dat stelletje klaplopers.
De Markthal
Het was woensdagmiddag 24 december en Toon Neteweg stond voor de draaideuren van de Markthal. Op last van zijn vrouw moest hij nog een taartje halen voor de Eerste Kerstdag.
Vlak voor de ingang draaide hij zich om. Hij las op het dak van de Bibliotheek de spreuk van Erasmus, “Heel De Wereld Is Mijn Vaderland”, in blauwe neonlicht letters. Het klonk als een voorbode, als wist hij niet van wat.
Het jeuken was begonnen. Dat gebeurde ook al die ochtend toen hij voor de partij actief was op Facebook.
Precies op het moment dat hij het zoveelste pamflet had gedeeld, en hij nog had overwogen de maker ervan, ene Michel, te laten weten dat ‘nikst’ geen goed Nederlands was, en dat voor iemand die Nederland juist zo lief had, maar hij hield zich vast aan het motto “Don’t shoot the Messenger”, al was ook dat weer niet erg consequent van hem, want de boodschappers van de vijandige woorden van de moslims spaarde hij bepaald niet, goed, juist dus op het moment van het posten voelde hij weer een koude pijnscheut door zijn hart trekken.
Serious Request
Als Toon Neteweg één serious request had, dan was het wel halvering van het salaris van Eric Corton of, ook prima, dat hij de helft van zijn inkomen zou afstaan aan de ouderen van Nederland die nog nooit van een douche hadden gehoord. Of doneren aan de voedselbanken.
Dat gold niet voor Toon Neteweg zelf, hij voelde zich niet aangesproken in de armoede discussie want hij was niet werkzaam in de grachtengordel of onder de Haagse kaasstolp. Nee nee. Toon Neteweg was een harde werker. En een eerlijke belastingbetaler bovendien.
Toen Toon Neteweg weer die vreselijke voice-over steam van Eric Corton hoorde, en hij zich afvroeg of Corton zich van datzelfde quasi indringende toontje zou bedienen als hij in het dagelijkse leven zijn kinderen toesprak, dacht hij, Toon Neteweg dus, zeker te weten dat hij wel degelijk de juiste keuze had gemaakt om de flyer op Facebook te posten. Ondanks de opspelende jeuk, het gerommel in de onderbuik, de plaatselijke kou bij het hart en de diverse grammaticale missers van boodschapper Michel die hem de nodige plaatsvervangende schaamte hadden opgeleverd.
Op de achtergrond stond Serious Request op TV aan. Reportage nummer zoveel van die linkse wereldverbeteraar. Die lul van een Corton met zijn huilie-huilie (niemand kon “huilie-huilie” zo heerlijk denigrerend uitspreken als de Grote Geert zelf) over ene Alessandra uit Colombia, Lorena Mosquera, Maria Luana uit Istmina.
Wat had Toon Neteweg daarmee te maken? Waarom zou je je inzetten voor verkrachte vrouwen in vreemde landen terwijl Nederlandse bejaarden zich al geen decennia meer hadden gedoucht? Want zo was het toch? Toch….?
De Twijfel van Toon Neteweg
Hij trachtte zichzelf te overtuigen, maar het lukte niet meer. Sloot het ene het andere uit?
Kon je misschien èn pleiten voor een humanere en betaalbare zorg voor de ouderen èn kon je proberen de kansarmen wereldwijd te ondersteunen?
Misschien dienden de acties van 3FM een soort van doel. Om vooral jonge mensen bewust te maken. Van iets. Van dreiging, gevaar, ziekte, armoede, oorlog, kindersterfte, verderf. In Nederland èn elders op deze wereld. Eén keer per jaar bewust te worden van het feit dat het leven méér is dan een aaneenschakeling van oppervlakkige westerse ‘feel good’ momenten.
Toon Neteweg wilde niet zo denken, maar hij dácht het wel. Stiekem. Meer en meer. Hij kreeg het gezicht van Maria Luana niet van zijn netvlies af.
Geert riep veel en hard, maar het viel hem tegen dat het veelal bij schreeuwen bleef. Alle buitenlanders eruit? Toon Neteweg probeerde het zich het steeds weer voor te stellen, een blank Nederland, maar op de een of andere manier wilde het idee maar geen post vatten in zijn kop. Het knaagde zelfs. De hele dag Jan Smit. Simon en Nick. Linda de Mol. En bloemkool. Hij haatte bloemkool maar sinds hij de “Liefde Voor Holland” pamfletten deelde op Facebook voelde het als verraad om Nederlandse producten vies te vinden.
De theorie van Geert was niet sluitend en had bovendien steeds minder van een theorie. Het was meer een gevoel, een gevoel uit de onderbuik. Juist dat gegeven vergrootte zijn rusteloosheid. De nachten duurden ellenlang. Hij miste het slapen, maar vooral het dromen en die vicieuze cirkel werkte verstikkend. Eigen volk eerst? Eigen leed eerst? Waarom?
Hij dacht aan de wereld die door en door draaide en hij wist zich geen raad met het feit dat juist de VARA, zijn natuurlijke vijand, met een TV-programma was gekomen dat de lading van zijn theorie als onschuldig kind dekte.
Toon Neteweg in de Markthal bij de winkel van Family Nuts
In de Markthal bleef hij bij de notenwinkel van Family Nuts staan. Toon Neteweg wist niet waarom. Hij werd erdoor aangetrokken.
“Zegt u het maar”, vroeg de verkoopster-met-hoofddoek (die hij enkele minuten geleden nog een kopvod zou hebben genoemd, op zeker).
“Ik eh…ik kijk even”, antwoordde Toon Neteweg, een tikkie overbluft door de vriendelijke manier waarop hij werd toegesproken, door de verrassend Rotterdamse tongval en door de goedlachsheid van de moslima. Ze straalde. Hij voelde zich welkom.
Werkelijk waar. Ze had het gezicht van een engel.
De ogen van Toon Neteweg gleden over de uitgestalde kruiden, de glimmende olijven, de oosterse zuidvruchten, de bakken met uitheemse noten.
Plots werd zijn aandacht getrokken door een kunstig versierd kerststalletje, precies tussen de bakken met de Libanese dadels en de Iraakse hazelnoten. Het kerststalletje was slechts een fractie groter en hoger dan de bakken aan weerszijden en was behangen met Arabische noten en exotische peulvruchten.
In de kribbe, pal naast het Kindeke Jezus, lag een open gepelde walnoot die er niet speciaal uitzag maar die evengoed de aandacht trok, simpelweg omdat het daar zo bewust lag. De walnoot zag er werkelijk uit als de hersenen van een mens of, in wat meer metaforische zin, als iemands gedachtegoed dat zo voor het oprapen lag. Letterlijk.
De Openbaring
Ondanks de enorme kerstdrukte in de Markthal werd het plotseling stil om Toon Neteweg heen. Zijn ijskoude hart bonkte. Net als zijn hoofd.
De Markthal openbaarde zich dit keer ècht als een ware Sixtijnse Kapel – een lichtflits schoot vanuit haar nok, loodrecht richting de notenwinkel van Family Nuts.
Er klonk muziek. Een harp. Het loepzuivere en trefzekere gezang van engelen. De muziek was golvend en kreeg in volume en melodie steeds meer contouren. Het was Pie Jesu.
“Pious Jesu,
Who takes away the sins of the world,
Give them rest.
Lamb of God,
Who takes away the sins of the world,
Give them rest,
Everlasting
Rest.”
Op dat moment brak Toon Neteweg. Als vanzelf had hij de walnoot uit de kribbe gepakt. Zijn handen trilden. De verkoopster met het engelengezicht had geknikt dat het goed was.
Toon Neteweg had de noot gegeten. Zijn hart voelde onmiddellijk weer warm. En ook zijn onderbuik was terstond tot rust gekomen. Dit was het lekkerste, het meest pure, dat hij ooit had gegeten.
Het was een waar mirakel. Toon Neteweg had niet gemerkt dat de tranen over zijn wangen biggelden.
“Toon Neteweg, jij at zojuist De Gewetensnoot!”
Toon Neteweg keek omhoog, naar de nok van de Markthal, met de hand als een zonneklep voor zijn ogen tegen het oogverblindende licht, richting de stem die nu, (werkelijk waar haast klinkend als de voice-over stem van Eric Corton), galmde door heel de Markthal.
“Deze Gewetensnoot is niets anders dan jouw eigen naam, Toon Neteweg, maar dan omgedraaid. Eet deze Gewetensnoot steeds als je in gewetensnood verkeert. Laat deze noot een blijvende levensles voor je zijn, opdat je de moed zal blijven houden om zaken om te keren als het leven daarom vraagt. Want beter ten halve gekeerd, dan ten hele gedwaald.
Durf weer te hopen.
Durf te dromen.
Durf Spook te rijden.”
De Kerstochtend van Toon Neteweg
Toen werd Toon Neteweg wakker. Hij had een prachtige droom gehad. Het was donderdag 25 december.
Het was Kerst en hij durfde weer te vertrouwen. In het goede. En bovenal: hij had zijn dromen weer terug.
***
Iedereen een gezegend kerst toegewenst.
https://youtu.be/e7faggEdykk
Briljant!!!
Dank Robin voor jouw reactie. Ik wens je een prachtige kerst toe.
Bijzonder mooi kerstverhaal van een bijzondere schrijver.
Prachtige blog, het aloude verhaal teruggebracht naar deze tijd.
Mooi verhaal! Kerstgedachte 2.0; ik ga ‘m gebruiken bij mijn 2e jaarsstudenten Sociale Studies, zal ze treffen is mijn inschatting,. Juist nu. Dank je wel!
Kerst 2016,
Wat een fantastisch goed stuk!!
Je schrijven is zo bijzonder, ik heb écht genoten van je humor, de ironie en ook van de zachtheid in je verhaal
Wederom mooi geschreven!! Weer iets om over na te denken…… Fijne dagen voor jou en je lieve familie om je heen! ?