Een week lang stond de circustent van Hans Klok bij ons in het park.
Nu heb ik het niet zo op circussen. Vroeger wel. Op de Franse camping. Onze kinderen waren nog klein. De wat bazige circusdirecteur was ook de wat bozige clown. Een klein circushondje was blind aan een oog en sprong met een krankzinnige snelheid door een belachelijk grote hoepel die nauwelijks brandde. De acrobates waren net iets te dik en een paar dolgedraaide lama’s liepen als gekken rondjes onder schelle circusmuziek waarop de hoofdzakelijk Nederlandse gasten moesten meeklappen.
Dat mag allemaal niet meer.
Gezien de prijzen voor de kaartjes pakte Hans het allemaal wat professioneler en vooral moderner aan dan toen. Het is, zoals gezegd, niet aan mij besteed. De speaker schalde door het park, over de daken van de huizen, rechtstreeks onze huiskamer in waar mevrouw de Spookrijder en ik probeerden te genieten van de wandeletappe die Mathieu van der Poel kleur gaf. Op slechts zevenhonderd meter van de finish moest hij zich gewonnen geven. De hysterische spreekstalmeester van het circus probeerde ondertussen boven de eigen dreunende danceklanken en boven de opgewonden wielerverslaggever in onze huiskamer uit te komen.
In het circus verwacht je magie waardoor de magie per definitie nooit onverwacht kan zijn.
Op zondag 13 juli 2025 kwam de magie niet van Hans Klok maar van Mathieu van der Poel die met zijn kamikazeactie het vel van een kip op mijn onderarmen had weten te toveren.