Is het zijn winst van de Tour van 1980?

Is het zijn wereldtitel van 1985?

Is het zijn gouden Olympische medaille van 1968 in de ploegentijdrit?

Is het zijn winst van de Vuelta van 1979?

Zijn het zijn 16 deelnames aan de Tour?

Zijn het zijn 10 etappezeges in de Tour?

Zijn overwinningen van de Waalse Pijl? De Amstel Gold Race?

Is het zijn legendarische val in de Tour van 1980 na het gezwabber van Johan van der Velde op de flanken van de Pra-Loup?

Zijn het zijn 22 gele truien? Zijn 17 bolletjestruien?

Het is van alles wat en van niets iets. Joop is geen voornaam, maar een zelfstandig naamwoord, een begrip, een statuut die onze jeugd heeft gekleurd. Als jouw naam als eerste zoekresultaat op Google verschijnt, dan bén je iemand.

Wij, gewone stervelingen van vlees, bloed, zweet, haar, onverdraagzaamheid en jaloezie, hebben sporthelden nodig om de tragiek van het dagelijkse leven te trotseren. Dood, gemis, pijn en verdriet worden voor een moment vergeten als sporthelden hun pijn opofferen in ruil voor onze verering.

Top atleten die het uiterste van zichzelf verlangen doen dit ter meerdere glorie van het volk, niet van zichzelf. Alleen in Jezus Christus, Zoon van God, moeten zij hun meerdere in het Grote Lijden erkennen.

Hij was zo taai als een slecht doorbakken biefstuk. Hij zei de Tour in bed te hebben gewonnen en verzilverde deze legendarische uitspraak in de slechtste TV-commercials ooit. Het werd hem allemaal vergeven, omdat de vleesgeworden held ons bestaan jaar in jaar uit voorzag van levenslessen in gemoedelijkheid en nederigheid.

Als wij op een slechte dag ons huiswerk oversloegen, was je vader er als de kippen bij door te refereren aan de nooit aflatende inzet van Joop – toonbeeld van toewijding, doorzettingsvermogen en arbeidsmoraal.

Joop werd daarmee ongewild en onbewust het referentiekader van onze jeugd. Nooit opgeven.

Het enige wat ons vandaag, aan de voet van de monumentale Mont Ventoux, te doen staat is onze patroonheilige Joop Zoetemelk te eren.

Zijn palmares kreeg extra glans door zijn bescheidenheid. Zijn totale gebrek aan pretenties, maakt Joop een eeuwige legende die vandaag in ons midden de hoogst haalbare eretitel verdient: het voorzetsel voor zijn naam.

Bij deze dopen wij Gerardus Joseph Zoetemelk, geboren 3 december 1946 te ’s-Gravenhage, officieel om tot DE JOOP, voor altijd en eeuwig de aller-, aller-, allergrootste….

 

Filmmontage Arjan Smilde

 

-