Opgedragen aan mijn vader
(Vaderdag, 17 juni 2018)

 

Op dinsdag 10 januari 2017 bezocht ik met mijn vader de eerste training van Feyenoord na de winterstop. Op Varkenoord werkten de spelers met ondefinieerbare wintermutsjes in de ijzige kou lusteloze rondootjes af. Na de training nam ik mijn vader mee naar het hek waar de spelers de warmte van de busjes opzochten om ze naar De Kuip te brengen.

Eén speler nam de moeite om met de supporters op de foto te gaan. Hier en daar zette hij een handtekening.

‘Dirrek! Dirrek!’, riep ik, ‘nog eentje voor mijn vader…. mét mijn vader…’

‘Tuurlijk’, antwoordde hij.

Mijn vader hield Kuyt bij zijn middel vast, alsof hij bang was dat hij weg zou lopen. Sinds die ijskoude dinsdag 10 januari 2017 noemde mijn vader Dirk Kuyt zijn vriend.

Op zondag 14 mei 2017 was ons huis rood-wit versierd. Mijn vader zat in de lekker stoel. In de eerste minuut scoorde Dirk Kuyt. De Kuip ontplofte. De stad ontplofte. De huiskamer ontplofte. Neven, nichten, broers, zussen, schoonzussen, zwagers, iedereen schreeuwde en jankte. Er vloog bier door de lucht.

Iets kraakte.

Mijn vader schrok van het tumult. Beverig haalde ik mijn iPhone uit mijn broekzak om mijn vader de foto te laten zien waarop hij met zijn vriend staat: ‘Pa! Jouw vriend Hij heeft gescoord! Hij gaat Feyenoord na 18 jaar weer kampioen maken!’

Mijn vader huilde, ik huilde.

Iets beefde.

Hetzelfde tafereel volgde die dag nog drie keer: na nóg twee doelpunten van zijn vriend en de laatste keer nadat zijn vriend de schaal omhoog hield. Op de kop af 77 jaar na het bombardement van Rotterdam, zorgde de vriend van mijn 77-jarige vader voor de bevrijding.

Vandaag is het zondag 27 mei 2018 en bezoek ik op uitnodiging de afscheidswedstrijd van de vriend van mijn vader. Bovenaan de roltrap van Brasserie De Kuip schoten mijn gedachten terug naar vrijdag 5 januari 2018 toen ik om negen minuten voor elf  in de vroege ochtend de rekening voldeed van drie kopjes koffie en drie appeltaart.

‘Gaat ie een beetje?’, vroeg de bediende van de Brasserie, met zijn hoofd wijzend naar mijn broer die mijn vader hielp bij het aantrekken van zijn jas, shawl en platte pet.

‘Ja hoor best’, loog ik, ‘of nou eigenlijk niet. Mijn vader is altijd een groot Feyenoordsupporter geweest maar het is allemaal vervaagd. Hij heeft Alzheimer. Dit is de allerlaatste keer dat hij in de Kuip is….’

‘Sjezus’, zei de bediende.

‘En het is eigenlijk nog erger’, zei ik, ‘mijn broer en ik brengen hem zo meteen naar een verpleeghuis waar hij voorgoed zal moeten blijven… en hij weet van niets…’

Terwijl ik zocht naar woorden, nam de bediende de regie over met daden:

‘Zouden jullie misschien nog een keer met jullie vader het veld willen zien?’

Onder zijn schort was hij al op zoek naar zijn bos sleutels.

Een moment later keken we uit op het magische veld van De Kuip. Zachtjes zongen we Geen Woorden Maar Daden die mijn vader in fonetische flarden onvast meezong.

In de bestuurskamer fotografeerde Max, want zo heette deze jonge held, mijn vader en zijn twee zoons. We zaten in de bestuurskamer op een brede lederen bank. Nostalgische zwartwit afbeeldingen van alle oud-voorzitters flankeerden ons.

Voor aanvang van de afscheidswedstrijd van Dirk Kuyt wordt ter ere van de onlangs overleden oud-voorzitter Gerard Kerkum een minuut stilte gevraagd. Ik houd mijn handen gevouwen op mijn rug. Eén meeuw vliegt rondjes boven het veld. Ik denk aan oud-doelman Eddy Treijtel die wel raad wist met aandachtzieke meeuwen.

De Kuip is onze kerk.

Ik ben mijn vader intens dankbaar dat ik supporter ben van een club die prijzen pakken niet als vanzelfsprekendheid ziet. Ergernis, trots en bescheidenheid strijden nog altijd met elkaar om voorrang, analoog aan het karakter van mijn vader.

De rest van de wedstrijd heb ik alleen nog oog voor Dirk Kuyt die, ondanks de hulp van zijn mede- en tegenstanders, in staat is om kans na kans om zeep te helpen. Ik kan slechts glimlachen, want ook falen hoort bij de tradities van onze club die verval omarmt en van lijden een kunstvorm heeft gemaakt.

Na afloop wordt Dirk gehuldigd door de KNVB, door Feyenoord en door de stad Rotterdam. Vanzelfsprekend brengt burgervader Ahmed Aboutaleb zondag 14 mei 2017 in herinnering. Zoals het een goed politiek redenaar betaamt weet hij het gevoel van die dag perfect onder woorden te brengen: Rotterdam is weer trots op zichzelf.

Tijdens de ereronde film ik. You’ll Never Walk Alone van Gerry & The Pacemakers wordt gedraaid. Het publiek zingt luidkeels mee. Ik mis Lee Towers. Ik mis mijn vader.

Met een buiging en een brok in de keel neem ik afscheid van de vriend van mijn vader die hem op 14 mei 2017 bevrijding gaf.

En toen kwam de mist.

 

 

 

 

Dank aan Ruud Maaskant voor de uitnodiging voor de afscheidswedstrijd van Dirk Kuyt

Dank aan Max de Wit van Stadion Feyenoord

 

 

-