Vorige week overleed Marvin Lee Aday, beker bekend als Meat Loaf.

Triest nieuws uiteraard al ben ik, zo eerlijk moet ik zijn, nooit groot fan geweest. Dat begon al in 1978 toen zijn monsterhit Paradise by the Dashboard Light uitkwam en ik mijn broer vroeg wat Meat Loaf betekende.

Ik vond Gehaktbrood wel matchen met de vleeszwetende zanger uit de clip. In 1978 was ik acht jaar en ik vond het principieel belachelijk dat de actrice Karla DeVito als stand-in voor de echte zangeres Ellen (We Belong To The Night) Foley de tekst playbackte.

Daardoor kende de relatie tussen Gehaktbrood Meat Loaf en mij een stroeve start. Ik moest toegeven dat Karla DeVito wel een overtuigende actrice was om aan de zijde van de ranzige Meat Loaf opgewonden over te komen.

Ook bij zijn volgende hit I’d Do Anything For Love (But I Won’t Do That) kon ik het beeld van ranzigheid niet van mij afzetten. Dit keer was het niet de videoclip, maar de tekst die ik te letterlijk nam.

 

Oh I would do anything for love
But I won’t do that
No I won’t do that

 

Met de gedachte aan het Gehaktbrood van Paradise achtte ik zanger Meat Loaf namelijk tot vrijwel álles in staat en jarenlang vroeg ik mij dan ook af wát het zou kunnen zijn waartoe hij niet bereid zou zijn. Ik kon mij gewoon geen morele bezwaren of ethische drempels voorstellen.

Jaren geleden legde ik deze vraag voor aan mijn toen nog jonge dochters als I’d Do Anything For Love op de radio voorbij kwam. Ter stimulering van hun gevoel voor taal en drama werd het in de loop der jaren een running gag om de tijd tijdens een lange autorit op te vullen: bedenk iets smerigs wát Meat Loaf níet zou doen. We rolden van de stoel van het lachen, poep- en piesgrappen zijn nu eenmaal van alle (leef)tijden.

Vorige week brak mevrouw de Spookrijdert haar arm.

‘Gelukkig mijn linker, want nu kan ik in ieder geval zonder jouw hulp gewoon naar het toilet’, zei ze opgelucht.

Het was het postume antwoord op de prangende vraag die ons gezin de laatste twee decennia bezig had gehouden.

 

 

 

-