28 juli 2019
Ik stak vandaag in de kerk van l’Isle-sur-la-Sorgue een kaarsje aan voor mijn vader. Dat was voor het eerst sinds zijn overlijden, bijna twee maanden geleden.
Het kaarsje was eigenlijk een theelichtje dat me één euro kostte.
l’Isle-sur-la-Sorgue is momenteel de verblijfplaats van mijn favoriete Franse zanger Renaud. Ik had op social media foto’s voorbij zien komen waarbij Renaud in zorgwekkend vervallen staat op een terras een sigaretje rookte. Hij droeg een warrige grijze baard en er zaten vuistdikke wallen onder zijn ogen.
Hij lachte niet, maar hij schijnt dan ook al een paar maanden droog te staan. Renaud herstelt hier voor de zoveelste keer in zijn leven van een alcoholverslaving.
In 2005 bezochten we nog een concert van Renaud in Lille. Mijn vader en moeder knepen in elkaars hand bij Mistral Gagnant.
Op de heenweg naar l’Isle-sur-la-Sorgue draaiden we Renauds muziek terwijl we herinneringen ophaalden over mijn vader.
‘Ik ben hier ook met pa geweest. Hij was gek op dit soort marktjes. Ik moest bij een fruitkraam een perzik vasthouden voor de foto.’
Ik slikte. Het was inderdaad typisch mijn vader die een broertje dood had aan spontaniteit voor een foto. Mijn moeder staarde door het autoraam naar de cypressen wier toppen eerbiedig bogen voor de straffe mistralwind.
‘A m’asseoir sur un banc cinq minutes avec toi, et regarder le soleil qui s’en va’, zong Renaud in mijn hoofd, terwijl ik het kaarsje voor mijn vader ontstak.
Al mijn helden zijn gevallen of vervallen.
Renaud zouden we tot mijn vreugde en spijt niet tegenkomen.