26 december 2019
Ik hield mijn Kerstspeech. Estelle deed de muziek wat zachter.
Ik keek terug op een kutjaar waarbij het overlijden van mijn pa niet het dieptepunt bleek.
Ik refereerde aan de handgeschreven brieven die ik vorige week voor mijn 50e verjaardag had gekregen van mijn familie en vrienden. Ideetje van de meiden. Wat een cadeau. Ik had de 60 brieven die middag voorgelezen en had twee uur gehuild als Jos Brink in zijn beste dagen.
Over het legendarische concert van Springsteen in Parijs. Hoe een zwager als broer kon voelen. Dat ik binnenkort maar eens een biertje moest gaan drinken met mijn neeffie die nu twee koppen groter is. Dat ik vroeger op de gitaar Cowboy Billyboem speelde (“en wie rijdt daar op zijn paard door de prairie”) en dat alle neeffies en nichies dan een dier mochten verzinnen. En over de drammerige muzieklessen die ik de partner van mijn nichie ooit had gegeven.
Daarop proostten we en zongen we mee met Glitter op mijn Lul van Mike Boddé en Thomas van Luyn, hét Kerstlied van de familie na een paar flesjes rood.
Op naar het eind.