29 juli 2019
Zonder dat ze het wist was mijn vrouw een schilderij.
Ze lag op een bankje en genoot van de zon die als een wisser strepen schaduw over de grove stenen muur trok. Ze droeg het gele jurkje dat ze die ochtend op een marktje had gekocht.
Net als in een schilderij werd de tijd stil gezet. Ze poseerde niet, ze was. Zonder verleden, toekomst, geluid, richting of beweging.
Alles volstond.
Er was slechts mijn vrouw. Haar blote dij. Het bankje. De gele jurk. Haar glimmende arm. De stenen muur. De half openstaande deur en het dikke gordijn dat in een diagonale lijn de symmetrie van de deuropening verbrak.
Mijn vrouw was een schilderij. Kon ik maar schilderen.