We zaten in de woonkamer en mijn vriend zette de beide KEF reference speakers in evenredigheid van elkaar. Hij kwam op corona-afstand in een fauteuil naast me zitten en glimlachte. De KEF reference speakers stonden verheven, neutraal en vol zelfvertrouwen, recht tegenover ons.

Mijn vriend dronk witte wijn. Ik rode.

En het was maandagavond en mijn vriend draaide Take Five.

‘Dat geluid uit die Mark Levinson versterker is een beleving’, zei hij erbij. Hij glunderende, omdat hij wist dat alles goed zou komen. Dat gevoel heeft iedere bezitter van KEF reference. Het wordt standaard bij de speakers geleverd.

De onritmisch-ritmische drums van Joe Morello weerklonk door de huiskamer. De kwastjes op de hi-hat klonken zo helder, fris en puur als de gekoelde witte wijn van mijn vriend. De tonen van toetsenist Dave Brubeck klonken samenhangend en onheilspellend tegelijk. Bassist Eugene Wright leek door Take Five heen te fladderen, evenzogoed stond zijn spel zo vast als een huis. De vier muzikanten lanceerden vanaf verschillende planeten de naar vrijheid hunkerende Paul Desmond die de noten als wilde vlinders uit zijn saxofoon door het universum liet fladderen.

Mijn vriend zette de Mark Levinson nog wat harder.

Het was maandagavond, we spraken niet, maar dronken wijn en luisteren met gesloten ogen naar de Dave Brubeck Quartet, loeihard en loepzuiver, en ik bedacht dat in hectische tijden het best een tel rust kan worden genomen in de vijfkwartsmaat, omdat die onregelmatigheid als het leven zelf is.

Take Five!

 

 

 

-