Het is weer de tijd van de lijstjes. Verlanglijstjes. Lijsten met goede voornemens. De jaarrekening. De Top 2000. Dit jaar ben ik voor het eerst van passieve luisteraar achteraf, een mede-invuller vóóraf geworden. Dat bleek geen onverdeeld genoegen. Het valt al niet mee om überhaupt je 10 tot 15 favoriete nummers op een rijtje te zetten, het wordt nog lastiger als jouw liedjes of jouw helden helemaal niet in de in te vullen lijst voorkomen. Want het is geen Top 2000, het zijn pakweg 3 of 4000 liedjes die door weet-ik-veel-wie zijn uitgekozen en waar je op mag stemmen.

Vol goede moed pakte ik mijn favoriete iTunes playlists erbij om er zeker van te zijn geen helden over te slaan. Zo’n exotische muzieksmaak heb ik niet, dus die lijst is in een mum van tijd samengesteld.

Hoewel.

Welke criteria leg je aan bij het maken van zo’n lijstje? Zijn er absolute maatstaven aan te leggen? En wat doe je als je een muzieksmaak hebt die zich beweegt tussen pakweg ‘Das Lied von der Erde’ van Mahler, ‘P-Funk’ van Parliament en ‘De Polonaise Hollandaise’ van Arie Ribbens? Een smaak die volledig afhankelijk is van je stemming? Immer blauen licht die Fernen. You dig? Bij Hoevelaken linksaf! Wat moet je daarmee? Liedjes die indruk hebben gemaakt? Waar je iedere keer weer om moet janken? Of liedjes die je sociaal in het juiste hokje plaatsen, omdat ‘Ach Margrietje de rozen zullen bloeien’ van Louis Neefs wel erg sentimenteel is? Je moet wel aan je reputatie denken.

(“Reputation, reputation, reputation! Oh, I have lost my reputation! I have lost the immortal part of myself, and what remains is bestial.” – Shakespeare, Othello)

Veel mensen hebben echte helden als het gaat om muziek. Ik niet. Als ik ‘Heroes’ van Bowie aankruis, is dat niet omdat ik Bowie een held vind. Ik vind het een pedant mannetje, maar wel met een aantal geweldige nummers. Kortom, zoeken op je held en dan al zijn liedjes aankruisen is er voor mij niet bij. Ik moet consciëntieuzer te werk. Bovendien had ik bij mijn eerste pogingen om een paar van mijn ‘soort van helden’ op te zoeken, al snel gemerkt dat de Top 2000 toch vooral een blanke aangelegenheid is. Dat wordt snel duidelijk als ik op zoek ga naar funk. Parliament. Geen resultaten. Funkadelic. Zip. Sly & The Familiy Stone dan toch zeker wel? Nope. Slegs vir blankes. UnknownDan maar soul. Ik vind Marvin Gaye, maar niet met mijn favoriete nummer ‘Mercy mercy me’. Dat zal er ongetwijfeld ingestaan hebben in de Robert Palmer-versie. Ik check de lijst van 2013. De hoogste niet-blanke is Otis Redding met ‘Sitting on the Dock of the Bay’. Op nummer 51. In de top 100 vind ik verder alleen Prince en Jimi Hendrix. Op nummer 28 mag Toto wel zingen over ‘Africa’, maar dat geldt niet als zwarte muziek. En Toto, dat was toch muziek voor mensen die eigenlijk niet van muziek houden?

Als ik de top 100 van 2013 doorloop begrijp ik de meeste keuzes heus wel, maar iets minder Pink Floyd en heel veel minder Dire Straits mag ook. En wat hebben Meat Loaf, The Alan Parsons Project en Boudewijn de Groot zo hoog in de lijst te zoeken? Ik mag graag over smaak twisten. En mag ik als Brabander protesteren tegen ‘Brabant’ van Guus Meeuwis? Op 27 godbetert. Over de nummers 1 t/m 4 zeg ik helemaal niets meer. Gelukkig worden die uitgezonden op het moment dat ik allang in kennelijke staat de polonaise loop op Oudejaarsavond.

Ook niet onbelangrijk: mag er gedanst worden? U weet wel, die verticale expressie van een horizontaal verlangen. Het eerste nummer waar je daadwerkelijk ritmisch op zou kunnen bewegen is ‘Billy Jean’ op 132. De nummers daarvoor zijn toch vooral geschikt voor mijmeren bij de open haard, snoeihard afreageren na een dag in de fabriek of als variant op ‘Waarheen, waarvoor’ bij een begrafenis. Waar stemmen al die swingende types op, die avonden lang dansvloeren kunnen vullen zodra er dance classics te horen zijn? “Op de dansvloer ga ik helemaal uit mijn dak, maar thuis zet ik altijd heel ontspannend Yes met ‘Close to the Edge’ op.”

Terwijl ik mijn iTunes-lijsten vergelijk met de voorgebakken keuzes in de Top2000, maak ik een sentimental journey. Dat is dan weer wel leuk. Waar luisterde ik naar toen ik 16 was en nog in Den Bosch woonde? Als 21-jarige Tilburgse student? Wat veranderde er toen ik in Rotterdam kwam wonen? En waar loop ik tegenwoordig warm voor? Fors andere lijstjes! Een soort rode draad die er doorheen loopt is de jazz en de funk. Muziek vanuit de onderbuik. “If you’ve got faults, defects or shortcomings like arthritis, rheumatism or migraine, whatever part of your body it is, I want you to lay it on your radio. Funk not only moves, it can remove. Dig?” Was getekend: George Clinton.

muppetshow

Ik denk terug aan het concert van Bootsy Collins in good old Nighttown. We schrijven 1995. Een soort vleesgeworden Muppet Show rond de boomlange bassist van onder andere James Brown, Funkadelic en Parliament met een volkomen uit zijn dak gaande, hossende en springende zaal. Na dat concert heb ik twee volle weken met een enorme grijns op mijn smoel rondgelopen. Blijkbaar was het destijds zo goed, dat het nog steeds is terug te vinden op YouTube. Sindsdien heb ik Bootsy nog tweemaal gezien tijdens North Sea Jazz, maar nooit met die magie van 20 jaar terug.

Bootsy als 18-jarige bassist bij James Brown:

Bootsy in Nighttown, februari 1995:

Het is allemaal zo simpel: stevig inzetten op de eerste tel. The One. En verder lekker freewheelen. Bootsy legt het evangelie van The One graag aan u uit, met heerlijke oneliners als ‘People want The One, People need The One’ en ‘It takes two to funk’.

De illusie dat deze muziek ooit terug te vinden zal zijn in de Top 2000 heb ik allang laten varen. Ons blankes willen niet losgaan vanuit de onderbuik, maar zoeken krampachtig naar een evenwicht tussen emotie, tekst en Joost mag weten wat. Het moet hoofd en hart raken, maar de pelvis blijft stram. Headbangen. Luchtgitaar. Pogo’en. Gabber.

Uiteindelijk heb ik mijn lijstje ingevuld met het idee: deze artiesten moeten er in ieder geval in. Curtis Mayfield, Pink Floyd (toch wel, al hadden ze na 1975 met pensioen moeten gaan), Bowie, Roxy Music, Talking Heads, Prince (over pedant mannetje gesproken), Jimi Hendrix en zo nog het een en ander. Een momentopname, meer niet. In ieder geval zal ik nooit ‘Bohemian Rapsody’ of ‘Hotel California’ bedoelen, als ik denk aan ‘The One’. The One is reeds gereserveerd door mijn onderbuik. Dig?

Voor de liefhebber, de belangrijkste genoemde nummers in deze post:

-