In dialoog met Guillem, mijn nieuwe lief

(geïnspireerd op het gelijknamige lied van Alex Roeka en op het idee dat mijn Tante Ineke onbewust lanceerde toen zij letterlijk zei “als jouw trappers toch eens konden praten…”)    

 

 

“Want waar het hecht,
zit ook de pijn
Wil je voorzichtig zijn”

– Alex Roeka (Wil Je Voorzichtig Zijn)

 

‘Wil je voorzichtig zijn?

Ik voelde iets toen je voor het eerst aan me voorbij ging. Geen liefde op het eerste gezicht. Nee nee. Eerder een voorzichtige klik. Jij was de kat, ik de boom. Ik had zelfs het idee dat je me amper zag staan. Je had alleen oog voor mijn blinkende broeders met hun opdringerige kleuren en platte buizen. Onbekend maakt blind.’

 

‘Wil je voorzichtig zijn?

Ik voelde dat je naar me keek, die allereerste keer. Zoals onlangs in de bioscoop toen ik de ogen van een vreemde in mijn rug voelde. Je viel op door niet op te vallen. In die onmerkbare sluwheid herkende ik mijzelf. Je hebt dezelfde naam als mijn vader Wim. Ik noem hem Guillaume als hij zijn Franse platte pet draagt. Daarna mompelt hij mij na… Guillaume…  Guillem is maar één Spaanse stap verder. Wat is voorteken in het Spaans?’

 

‘Wil je voorzichtig zijn?

Ik ben anders, ik weet het. Mijn broeders noemen mij stijfkoppig. Eigengereid. Sommigen noemen me saai, eentonig, ouderwets… Mijn Spaanse temperament is goed verborgen voor het eerste oog. Ik ben een rustende stier die vertrouwd is met de hectiek van Pamplona. Ik daag niemand uit, ik word uitgedaagd. Je keurde me niet meteen af toen je me zag, dat niet, maar het leek wel of je geen raad met me wist. Ik herken dat. Wij, jij en ik, weten geen raad met onszelf. Geluk is een spoorzoeker, de tijd een sloophamer.’

 

‘Wil je voorzichtig zijn?

Je bent anders dan al je voorgangers. Van meet af aan vóelde je al anders. Eigenzinnig. Je gaf geen krimp toen ik je voor het eerst bereed. Toch kon ik je niet afstandelijk noemen. Je was eerder koppig. Op een uitdagende haast trotse manier. Ik moest vooral wennen aan het idee, omdat ik me op jou minder snel voel. Snelheid is uiteindelijk een kwestie van perceptie. Jij Guillem, jij haalt je schouders op voor de meetbare wereld. Er is ons geen tijd gegund om elkaar beter te leren kennen. Je voorganger heeft me serieus pijn gedaan. Ik moest afscheid van hem nemen. Jij bent meer dan een blind date. Jij bent mijn blinde vlek in mijn streven naar verstilling.’

 

‘Wil je voorzichtig zijn?

Uiteindelijk probeerde je me. Je bereed me behoedzaam. Je was bang voor een valpartij. Die vertederende voorzichtigheid was nieuw voor me. Normaliter kent een klant geen genade tijdens een testrit – ze gooien en smijten met me. Testen waar mijn pijngrens ligt. Kijken wanneer ik begin te piepen. Dat doe ik nooit. Dat onderscheidt mij van mijn broeders. Ik lach om pijn.’

 

‘Wil je voorzichtig zijn?

Ik twijfelde, ik geef het toe. De avond van onze eerste kennismaking droomde ik van mijn vader Wim, Guillaume, Guillem die ik later die middag in het verpleegtehuis had bezocht. Ik liet hem een foto van jou, Guillem, zien. Ik had zijn zegen nodig, zoals men pleegt te doen bij een huwelijksaankondiging. Guillaume stond letterlijk aan de wieg van mijn droom ooit renner te worden.
Later die nacht werd ik wakker toen mijn iPhone afging. Ik kocht een partij Titanium van een Amerikaan. Ik zag dit als voorteken. De rest van de nacht verliep rusteloos omdat ik wist dat jij, Guillem, op mij wachtte. Ik moest je hebben. Verlossing is de vergrotende trap van bevrijding.’

 

‘Wil je voorzichtig zijn?

Voorzichtig, als je me ontmaagdt. Ik hoorde je praten. Over hoe je graag fietste. Zonder na te denken. Kleppen op en gaan. Je hebt geen idee wat ik voor jou in petto heb. Je snapt niets van mijn geometrie, van mijn samenstelling, van mijn structuur. Ik ben een romantisch mysterie voor je en dat wil je zo houden. Je wilt niet nadenken als wij samen zijn. Dat is goed. Ik zal voor jou denken. Jij moet alleen maar trappen. Je kent mijn trouw nog niet. Je moet een berg op, zo fluisterde je terwijl je mijn body streelde en je langzaam verdwaalde in mijn labyrint. Je zelfbeeld klopt niet.’

 

‘Wil je voorzichtig zijn…

…als je me voorbij de mist meeneemt over bergen, hellingen, vlaktes, dorpspleinen, boulevards, rotondes? Als ik aan jouw hand zal razen langs dalen, ravijnen, klippen, watervallen, maïsvelden, rotswanden en de afgronden van echoloos verdriet? Ook als het moeilijk wordt, als je pijn zult voelen en ik het uiterste zal vragen van ons beiden?

Vertrouw je mij als we samen verdwalen in de eenzaamheid?’

 

 

 

-