“If I Should Fall Behind
Wait For Me”
Voor Anita
‘Bruce zou eens moeten weten…’
‘Zou eens wát moeten weten ma?’
‘Nou, wat jullie allemaal voor hem doen.’
‘Dat is het ‘m nu juist…. dat weet ie…hij was er bij…’
Bruce was erbij toen Anita en ik elkaar op zaterdagavond 17 augustus 1991 voor het eerst zagen. Mijn broer vierde zijn verjaardag. Met haar 29 jaar was zij enkele illusies armer, met mijn 21 jaar was ik op zoek naar illusies. Grote gemene deler: behoefte aan rust. Die avond werd Anita door een hogere macht naar verliefdheid gevoerd; het was Bruce Springsteen die mij in de gang van mijn broer, recht tegenover de WC deur, Drive All Night liet zingen voor haar. Vals, verleidelijk, oprecht.
Ik begeleidde mijzelf op de gitaar en vond mezelf stoerder dan de rest.
Ons avontuur kreeg op donderdag 25 november 1993 zijn vervolg toen wij ons verloofden in een steenkoude hotelkamer in Chaource, een dorpje dat zich haast letterlijk op de grens van de Champagne en de Bourgogne bevindt, een metaforisch perfecte plek: de Champagnestreek stond symbool voor mijn drankzucht en de Bourgognestreek voor haar liefde voor de gastronomie. Na het formidabele avondeten trokken we nerveus naar onze hotelkamer waar wij grinnikten van de spanning en van de kou. Met trillende vingers schoven we de ringen om elkaars vinger. Ik had de ghettoblaster van mijn broer geleend en had speciaal voor de gelegenheid een peperduur TDK SD 90 Chrome cassettebandje gekocht. Toen Bruce op kant A Tougher Than The Rest zong, stond Bruce aan onze bedrand.
& zag Hij dat het goed was.
Vijfentwintig jaar later moet ik aan die avond in Chaource terugdenken als ik de slaap niet kan vatten in kamer 828 van Hotel Belleclaire in de Upper West Side in Manhattan, New York City. Anita slaapt en ik vecht tegen een paniekaanval die niet is veroorzaakt door de shockerende homo-erotische poëzie van Alan Ginsberg wiens verzamelwerk ik die middag in een boekenzaak in Bleecker Street, Greenwhich Village van Anita had gehad.
Vanavond gaan we een intiem concert van Bruce Springsteen op Broadway bijwonen, maar ik ben niet zeker van mijn zaak… mijn kaarten zullen ongeldig blijken… Bruce’s moeder overlijdt vlak voor het optreden… Hij is verkouden geworden… door de plotselinge sneeuwbui kan Bruce Broadway niet bereiken. Geheel in lijn met het afgelopen jaar, staat er iets te gebeuren waardoor ik Anita een jaar lang niet onder ogen zal durven komen. Geen enkele gedachte relativeert. Ook niet de foto die Anita en ik van onszelf lieten maken in Jones Street, die op miraculeuze wijze even besneeuwd was als op de hoes van de elpee The Freewheelin’ Bob Dylan van Bob met zijn lief-van-toen Suze Rotolo.
Jones Street (Greenwich Village), februari 1963 en november 2018
[klik op afbeelding voor een vergroting]
Ik constateer een gebrek aan zuurstof in kamer 828. De ghettoblaster uit 1993 heet anno 2018 een Bose SoundLink Micro Bluetooth Speaker. De muziek speelt zachtjes. Bruce probeert me met My Beautiful Reward in slaap te zingen. Ik kijk naar een slapende Anita wier gezicht vlak boven de lakenrand wordt verlicht door de buitenverlichting van de hoogbouw van Broadway. My own drug to ease the pain that living brings, zo beschrijft hij Anita treffender dan ik ooit zal kunnen.
En een Reward,
was Anita,
& ís Anita
maar mijn beloning
voor wát?
ondanks
of dankzij
mij?
Op 20 januari 1994 werd onze liefde officieel beklonken in een huwelijk. Bruce was erbij. De bruiloftsband van mijn wijlen Ome Beer speelde die avond. Toen er genoeg drank in de man zat, werd ik op het podium ontboden en brulde ik met Hungry Heart, Fire en Born in the U.S.A. de dansvloer vol. Uren later bevond Bruce zich in onze slaapkamer om onze huwelijksnacht met een extatisch klinkende Because the Night officieel in te luiden.
In kamer 828 vecht ik nog altijd tegen de slapeloosheid. De muzikale rode lijn van ons bestaan heet Bruce Springsteen en onze 25 huwelijksjaren móeten worden beëdigd met een optreden in het bescheiden Walter Kerr Theatre op de hoek van 48th Street en Broadway. Deze theatervoorstelling moet een viering worden – een verzegeling van onze heilige verbintenis. Ondertussen zingt Bruce over de duisternis die valt aan de rand van de stad. De somberheid van de muziek komt overeen met mijn gemoedstoestand.
Nog maar drie weken geleden zagen wij onze oudste dochter Fabienne ons ouderlijke huis verlaten. Follow that Dream was de rode draad van mijn toespraak die ik afsloot met mijn levensmotto die ik ooit op mijn huid gebrand wil hebben: Stay Hard, Stay Hungry, Stay Alive.
Op 11 maart 1996 schonk Anita het leven aan Fabienne Raymonde Dani, vernoemd naar haar twee grootmoeders. Bij de geboorte schreeuwde ik zo hard als Bruce zelf, waarna ik moest worden gekalmeerd door een verpleegster van het Ikazia Ziekenhuis. Op 19 juni 2005 zag Fabienne op negenjarige leeftijd Bruce voor het eerst in het echie. Het was de Devils & Dust Tour. Ze had het kaartje verdiend omdat ze zo stoer haar prikje had ondergaan. In de ene hand hield zij een opgerolde poster vast, met de andere hand hield ze haar vader goed vast toen we Ahoy’ uitliepen. Ze droeg haar haar in twee paardenstaartjes.
Haar kamer was behangen met posters van The Boss en later die week zou zij haar spreekbeurt over “Broes Springstien” houden.
Nu klinkt The Promised Land door het Bose speakertje in kamer 828. Anita poetst haar tanden. Er hebben zich zorgwekkende wallen rondom haar ogen gevormd. Buiten gilt een brandweerwagen moord en brand over Broadway. Ik zit op de rand van mijn bed, op zoek naar iets van houvast, gemoedsrust en een plek waar ik mijn agressie kwijt kan. We hebben een hectisch jaar achter de rug waarbij niets klopte, niets lukte, niets paste. We speelden ongewild de hoofdrol in een Kafkaiaans drama – de wieken van de bureaucratische molens hadden ons bijna op de knieën gekregen.
Alleen Bruce hield ons op de been.
Net als die zondag 20 juni 1999 en hij in het Arnhemse Gelredome The Promised Land speelde. Ik was broodje dronken en zong vanuit mijn nieren Mister, I ain’t a boy, no, I’m a man, and I believe in a Promised Land. Als twee boekensteunen zorgden mijn zus en broer ervoor dat ik niet omviel van de drank, levensgeluk en vermoeidheid. Drie maanden eerder zag onze tweede dochter Estelle Liliane Diana, vernoemd naar haar twee tantes, het levenslicht. Mijn toekomst werd met terugwerkende kracht en met vooruitziende blik zo helder als kristal: ik zou mijn verdriet, twijfels en geluk de rest van mijn leven delen met drie vrouwen aan mijn zijde.
En daarmee was ik veroordeeld tot geluk: levenslang.
Dat was negentien jaar geleden. We spraken Estelle vroeg in de middag via FaceTime. Ze had pasta gekookt en dronk een glas wijn. ‘Heb je er zin in fucker?’, had ze me gevraagd met die brutaliteit die me iedere keer weer omver blaast.
Anita en ik zitten nu zwijgend tegenover elkaar in Hurley’s Saloon, pal tegenover het Walter Kerr Theatre. We hebben zojuist lusteloos onze roasted chicken naar binnen gelepeld. Ik ben misselijk van de spanning en durf me niet over te geven aan de val van de voorpret. Ik kan de appjes van familie en vrienden amper onder ogen komen, laat staan beantwoorden. Mensen binnen onze directe periferie weten hoeveel belang wij hechten aan het fenomeen Bruce Springsteen, en dus aan déze avond, simpelweg omdat The Boss als stille getuige altijd en overal bij ons was. Soms à charge, soms à decharge. Ze noemen het ook je geweten.
& dus weet Hij wie zijn
Wij naamloze
zielen
We zouden het lotsbestemming kunnen noemen toen de kaartjes mij deze zomer werden aangeboden door twee vrienden van Long Island die wij een paar jaar geleden hadden ontmoet in de BB King Blues Club op 42nd Street. “If anyone deserves these two tickets, it’s you guys”, hadden ze ons geappt, “I mean you went all the way to Asbury Park, just to feel the spirit of the Boss.”
Op een vrijdagavond in juli gaf ik Anita de tickets. Ik had er een flesje wijn voor nodig, omdat haar man 28 jaar na dato lang niet meer zo overtuigd is tougher than the rest te zijn. Terwijl Bruce het melodramatische Can’t Help Falling In Love door onze woonkamer joeg, overhandigde ik een compleet overdonderde Anita de kaartjes. Zij huilde. Ik huilde. De kinderen huilden. Bruce nodigde ons met een wilde uitvoering van Rosalita op de dansvloer (half keuken, half woonkamer) uit.
En het klopte, dat van Asbury Park.
Om de wortels van zijn muziek nog dieper te voelen, bezochten we in de winter van 2015 de troosteloze geboortestreek van Bruce, in het samenzijn van Fabienne, Estelle en schoonzoon Jeremy. In Asbury Park liepen we langs de Jersey Shore en ervoeren we haast aan den lijve hoe Bruce en Clarence avond aan avond naar de golven van de gitzwarte zee moeten hebben geluisterd, waar de twee gezworen kameraden, gelegen op het strand, het nachtelijke niets in staarden alsof wereldfaam in het hemelgewelf op hen wachtte.
Op 18 juni 2008 zagen Fabienne en Estelle Clarence voor het eerst live spelen. ‘KIJK PAP, CLARENCE!’, had de negenjarige Estelle gegild, maar niet nadat zij mij had gevraagd waarom Feyenoordfan Bruce niet gewoon in De Kuip speelde. Ik vond het een goede vraag die paste bij de pienterheid waarvan ik haar al vaker had verdacht.
‘Geen idee. De wegen van de Heer en dus ook die van Zijn zoon, zijn ondoorgrondelijk. Zo snap ik ook niet waarom Hij een haarstukje heeft’, moet ik hebben geantwoord.
& ik maakte een foto
van Estelle
(met oordopje)
Omdat Bruce
ons fotoalbum
op muziek
is.
& dat keer op keer
Jaar in jaar uit
Bij windje tegen
fluisterde hij
in onze oren:
“houd vol – geef je nooit over
ken geen genade!”
Hij was overal bij
& zocht óns op
steeds
Als wij dachten
Hém
op te zoeken.
Anita’s hand voelt koud. ‘Ik krijg mijn handen niet stil.’ We zijn binnen. Op rij 8 zitten we.
Bruce zal dadelijk aan ons verschijnen. Op nog geen tien meter afstand.
‘Ik moet plassen.’
‘Nee he. Je wilt de opening niet missen.’
‘Ik moet huilen.’
‘Moet je nou janken of pissen?’, vraag ik, tamelijk trots op de alliteratie van missen en pissen. Ik mag vaker in platitudes vervallen als ik de beheersing kwijt ben.
Anita vliegt de trap op om zich voor de zoveelste keer te ontdoen van haar reine afvalloze urine. Mijn hart bonkt tegen mijn borstbeen. We liepen het laatste anderhalf uur zinloze rondjes rondom het zielloze Times Square en vonden pas de broodnodige rust in de St. Malachy’s The Actors’ Church op 49th Street. Er zaten drie latino’s in de kerk. Een Latijns-Amerikaanse vrouw op leeftijd had knielend een gebed gepreveld. Anita en ik staarden een klein half uur apathisch naar het enorme beeld van Christus onze Messias, zwijgzaam biddend voor een verrijzenis met goede afloop.
Ik kon wel janken.
De manisch-depressieve stoornis van de Baas, met zijn uitzinnige hoogte- en zijn inktzwarte dieptepunten, liep volledig analoog met de krankzinnige gekte van Times Square buiten en de serene zuiverheid van de St. Malachy’s The Actors’ Church binnen.
Dat was een dik half uur geleden.
Nu is nu.
En nú moet het gebeuren.
De speaker klinkt vriendelijk, monotoon, dwingend. No pictures. Pictures can be taken when the artist gives his bow at the end of the show. Enjoy the show. It will begin in a few minutes.
De lichten gaan uit. Daar komt Hij. Plotseling. Sjokkend. Gekleed in een zwarte spijkerbroek en een zwart T-shirt dat over zijn broekriem slobbert. Gejoel.
Anita gilt zoals ze vroeger bij de Beatles deden.
‘OH MY GOD! OH MY GOOD GOD!’, krijst een volwassen vrouw uit Manchester een rij achter ons. De echtgenote van mijn buurman slaat haar hand voor haar mond. Bruce heeft nog geen noot gespeeld, maar hij heeft nu al ons mergbeen bereikt.
Hij zaagt.
& wij?
wij zijn het hout.
Ik durf Anita amper aan te kijken. Ik voel enkel haar ijskoude vingers.
‘Hij is het echt Mar’, stamelt ze.
Zijn plectrum glijdt over de snaren… met een vlijmscherp, loeihard maar loepzuiver Growin’ Up is het bal geopend.
Hij praat over zijn jeugd. Over de problemen die hij met Zijn vader ervoer. Over de kracht, de waardigheid en de schoonheid van Zijn moeder. Zijn verhaal sluit naadloos aan bij onze familiegeschiedenis en daarmee bij die van tientallen, honderden, duizenden, tienduizenden, honderdduizenden, miljoenen andere families.
Zoek me
Vind me
We hebben Je nodig
Juist nu
Bij The Promised Land verlaat Hij zijn microfoon en zingt Hij het publiek a capella toe. Directer, eerlijker, puurder kan niet. Hij kijkt ook mij aan. Nu. Rechtstreeks. Hij heeft me bij de ballen. Ik kan geen kant op. Ik ben naakt.
Zijn ogen schreeuwen me toe:
HEY JIJ! WAT WIL JIJ? WAT KAN JIJ? VOLG JIJ JE DROMEN NOG?
So you’re scared and you’re thinking that maybe we ain’t that young anymore. Anita en ik zingen het graag tijdens de afwas, in de auto op weg naar een feestje of op een oudejaarsavond waarbij wij, familie en vrienden, elkaar vasthouden om elkaar nooit meer los te laten. Precies zoals Hij het bedoeld heeft als Hij zingt: ik wacht op jou, en als ik achterop raak, wacht dan op mij.
Hij bedient zich met de kracht van de zelfspot. Humor. Ironie. Geen spoortje cynisme. Hij zet spiegels voor. Schuwt de schaduw niet. Is bespottelijk puur. Hij kruipt onderhuids. Als een teek.
Hij bezingt onze vreugde, onze nederlagen, ons verdriet, onze onzekerheden, onze euforie. Hij voelt tot in Zijn poriën wat wij ooit voelden, wat we zijn kwijtgeraakt, wat we weer opeisen, wat we zo intens verlangen. De tijd gaat verwoestend te keer, iedere dag begint het gevecht tegen de desillusie, het verval is onherroepelijk en toch móeten we door. En moeten we dansen van hem. Net zoals hij met zijn moeder doet. Zij moeder Adèle die al acht jaar aan Alzheimer lijdt.
de belichaming
van vreugde,
vriendschap,
bevrijding,
dromen,
trouw,
de belofte
& de verbintenis
Het maakt hem volstrekt uniek. Zijn muziek gaat verder dan een lukrake aaneenschakeling van noten, akkoorden en woorden. Tussen de regels liggen droefheid en blijheid verstopt. De zijne en de onze. Of Hij ons nu laat dansen, laat meezingen of ons naar het diepste puntje van onszelf laat kijken. Hij is de spiegel.
Durf je te kijken?
Bij Tenth Avene Freeze-Out kruipt hij achter de piano. We kunnen hem haast aanraken, zo dichtbij is hij nu. Hij praat over zijn verloren kameraden. Clarence. Danny. Hij heeft het over zijn magische one and one is three formule: over de meerwaarde die vriendschap alleen heeft als ie zinvol is.
Ik kijk en profile naar zijn gebogen schouders, Zijn gekromde rug, Zijn werkmanshanden, Zijn gehoekte Iers-Italiaans-Hollandse neus, naar de groeven in Zijn gelaat. Precies zó is hij vastgelegd in het levensgrote schilderij dat in onze huikskamer prijkt.
Durf je te zijn?
Hij knijpt Zijn ogen dicht, staart omhoog en roept zijn kameraad Clarence tot leven. “When the change was made uptown / And the Big Man joined the band”. Als bevangen door de duivelse geest van Jerry Lee Lewis beukt Hij op de toetsen van Zijn piano en proef ik Zijn geluk, Zijn talent, Zijn kracht, Zijn onmacht, Zijn binnen, Zijn buiten. Het is gospel. Het is punk. Het is Rock & Roll.
En wij?
Wij buigen het hoofd.
‘OH MY GOD!’, krijst de vrouw uit Manchester nog maar eens.
Rust nu.
Patti Scialfa heeft Hem nu op het podium vergezeld. Naast iedere man die zich sterk waant, bevindt zich een vrouw die hem qua macht en kracht uitlacht. Alleen zij kunnen de onrust te lijf gaan, zoals een dompteur zijn wil oplegt aan een vals circusdier.
Tougher Than The Rest klonk nog nooit zó breekbaar, zó overtuigend, zó puur. Anita heeft niet in de gaten dat ze de vingers van mijn linkerhand vermorzelt. Zij denkt op zeker aan die avond in de steenkoude hotelkamer in Chaource. “Well if you’re rough enough for love, baby I’m tougher than the rest.” En stoer wás ik, 28 jaar geleden. Stoerder dan wie dan ook. Aan zelfvertrouwen geen gebrek. Mijn bloed was vergiftigd met lef. Ik kon de hele wereld aan. Ik had gezworen haar gelukkig te maken.
& als Beautiful Reward
schonk
zij ons
twee
24 karaats
dochters.
Met The Rising en Land of Hope and Dreams treden we een andere dimensie in. Ruim baan voor de geesten van de kankerpatiënten die ieder jaar geëerd worden op de top van Alpe d’Huez. Bruce begeleidt mijn trainingen. Ook als ik bleek, kotsend, uitgeput en gedesoriënteerd niet meer weet uit welk putje ik nog energie kan halen. Ook als ik de slaap niet kan vatten, verlamd door de levensverhalen die kankerpatiënten of nabestaanden aan mij hebben toevertrouwd.
Anita was erbij, met Hem,
aan mijn zijde,
streelde mijn huid,
Kleedde mij om
tijdens
Alpe d’HuZes
En zong mij toe:
Come on up for the rising
Come on up, lay your hands in mine
De tranen rollen nu bij Anita, gezeten op rij H stoel 2 van het Walter Kerr Theatre, over de wangen, denkend aan al die uren van trainingen, van aangepast eten, van liters opgedweild zweet op de laminaatvloer, van de pus die zij uit etterende wonden rondom het schaambeen van haar overtrainde echtgenoot moest persen. Álles doet deze wonderbaarlijke vrouw. Lijdzaam. Zwijgzaam.
Faith will be rewarded.
Het Walter Kerr Theater wordt een tempel waar Hij als een priester de dienst leidt. Hij zingt, spreekt en speelt met vuur.
Daar staat Hij
Met de armen weerloos
opzij
& de handpalmen
omhoog.
Hij bidt voor zichzelf. Voor Zijn familie. Voor ons. Voor onze families. Dat het ons goed mag gaan. Dat we troost en hoop mogen halen uit zijn muziek, zoals Hij zélf ook troost en hoop mag halen uit Zijn publiek.
Zijn publiek
dat voelt
dat Hij voelt
wat zij voelen.
Hij heeft ons nodig
Zoals wij ook Hem
nodig hebben.
Hij beseft dat Zijn muziek gedraaid wordt als de zoveelste was moet worden gedraaid, als boodschappen moeten worden gedaan, als de kinderen naar school moeten worden gebracht, als een ontslag verwerkt moet worden, als een zieke moet worden bijgestaan, als afscheid genomen moet worden van een dierbare, als feest gevierd moet worden, als de liefde bedreven moet worden.
Ik slik, want hij bidt nu. Zoals het hoort: zonder poespas, openhartig, ingetogen. Het heeft alle schijn van boetedoening, maar het is juist het tegendeel. Dit is Zijn geloofsbelijdenis ten aanzien van Zijn familie, Zijn fans, Zijn muziek.
Er valt een speld.
& hij bidt
avond aan avond
voor een publiek
dat
avond aan avond
ademloos
aan Zijn lippen
hangt.
Hij naakt
Wij naakt
“Our Father in heaven,
hallowed be your name,
your kingdom come,
your will be done,
on earth as in heaven.
Give us today our daily bread.
Forgive us our sins
as we forgive those who sin against us.
Save us from the time of trial
and deliver us from evil.
For the kingdom, the power, and the glory are yours
now and for ever.
Amen.”
Het contact is schaamteloos direct. Ik slik.
De vreugdevolle, humorrijke en pijnlijk kwetsbare kruisweg is voorbij. Anita is na afloop van het concert op twee meter van Bruce Springsteen terecht gekomen. Verder kwam zij niet en dichter bij Hem zal zij waarschijnlijk nooit geraken. Ik had mezelf voorgenomen om loeihard THANK YOU BRUCE te roepen, dit was immers dé kans dat Bruce rechtstreeks en ongefilterd mijn dankbaarheid kon horen, maar mijn tong is verlamd. De buigende Hij moet het maar doen met mijn eervolle stilte.
Als een klein meisje keert Anita terug naar haar stoel. Haar handen trillen van de spanning. Ze lacht hoog.
‘Bedankt…’, kust ze me, ‘voor deze kaartjes om ons 25 jarig huwelijk te vieren. Het was een Godsgeschenk.’
& dat is precies wat zij zelf is,
wat onze kinderen zijn,
wat onze familie & vrienden zijn
& wat Bruce Springsteen tot in de eeuwigheid voor ons zal zijn:
een Godsgeschenk.
FOTOGALERIJ
[klik op een afbeelding voor een vergroting]
VIDEOGALERIJ
Big thanks to Joan and Frank, friends for life
THANK YOU BRUCE
Kolere man….. je hebt jezelf weer overtroffen. En ik snap het van A tot Z. Het is jullie gegund. Op naar de volgende 25 jaar vol passie en prachtige momenten. Al zal een ride als deze….wellicht niet meer voorkomen. Maar he….Born to run x
25 huwelijksjaren met als klapstuk dat jullie kaartjes hadden voor een intiem concert van Bruce Springsteen. Het mooie eraan is dat Fabienne en Estelle het ook hebben, de liefde voor Bruce. Je hebt het mooi samengevat Marco, de foto’s droegen er zeker aan bij, de meiden heel jong al met Bruce kleding, zo ontroerend met die jonge koppies. Ik wens jullie als gezin nog vele gelukkige huwelijksjaren en Bruce moet daar ook heel lang getuige van zijn. Maar zijn songs zijn onsterfelijk en die overleven alles.
Pffft, wat kan ik hier nu over zeggen? Op vrijdagochtend, gezeten op een stoel achter mijn bureau. Het is gelukkig nog vroeg en dus er zijn weinig collega’s, de tranen kruipen vinden langzaam hun weg naar beneden. Je verhaal bevestigt maar weer eens wat een bijzonder mooi gezin jullie zijn! Dikke, dikke kus en knuffel voor jullie!
Schitterend man. We hebben elkaar nooit ontmoet en “kennen” elkaar alleen via Facebook, leve de jaren 10…
Met buitengewone aandacht lees ik veel van wat je schrijft en vooral je Springsteen-schrijfsels hebben mijn grote interesse. Je hebt je zelf overtroffen dit keer. Met kippenvel en vochtige ogen lees ik wat Bruce voor jou en je gezin betekent. En ik lees dat met een grote mate van herkenning, de invloed van Hem op mijn leven is niet in woorden te bevatten en dus ook niet zijn invloed op iedereen die mij lief is.
De foto’s uit je fotoboek zorgen voor een nog grotere herkenning. Ik denk terug aan al die mooie, intense,zomeravonden, wanneer het leven large than life is, die ik doorbracht met mede lotgenoten, met vrienden in Arnhem Rotterdam, Parijs, Frankfurt en in Nijmegen met mijn broer. Bovenal denk ik terug in Den Haag waar ik met mijn dochter haar eerste Springsteenconcert bezocht en zij en passant gelijk én Jersey Girl én Racing in the street én Jungleland voor de kiezen kreeg.
En ik ben zo bang dat die avonden eens maar nooit meer zijn, dat bij een nieuwe tour de magie minder is (70+ is best oud om nog de prisoner van rock ’n roll te zijn). Ik hoop dat ik ongelijk krijg.
Dankjewel voor het schrijven en mee laten lezen.
Stay Hard! Stay Hungry! Stay Alive!’
Paddy
Met tranen in de ogen schrijf ik dit omdat ik net je laatste schrijfsel heb gelezen…
Zo mooi dat je dit hebt meegemaakt en nog mooier hoe je t met ons deelt.
Gefeliciteerd en op naar de volgende 25.