Voorgedragen verhaal bij de shirtpresentatie Rotterdam Fund Racers, woensdag 5 juni 2019 op Alpe d’Huez

 

‘De Rotterdam Fund Racers is een warm bad. Een familiegevoel. Dat had ik al op de Kick-Off dag.’ Aan die woorden van Annemiek van een paar maanden terug tijdens een training in Zuid-Limburg moest ik denken toen ik Annemiek gisterenmiddag voor het hotel zag. Ik stonk naar het zweet omdat ik net onder tropische temperaturen Alpe d’Huez had beklommen.

‘Geeft niks, kom hier.’

Ze condoleerde mij met het overlijden van mijn vader en trotseerde de ranzige geur van zweet. Mijn zweet. Het zweet van een onbekende. Familie is niet vies van elkaar.

Op het terras van het hotel dronken we wat.

Debutant Ronald Sterk kwam aanschuiven. Hij was zich gisteren kapot geschrokken toen hij de laatste drie bochten van de Alpe uitprobeerde.

‘Hartslag te hoog. Ging niet. Gaat niet. Ik stop.’

Dat waren zijn woorden toen. Die middag spraken Virginia en Henry op hem in. Ze gaven hem tips. Vertelde over het hoger gelegen doel: dat doel ligt namelijk hoger dan de top van de Alpe. Hij moest nog gedoopt worden. Door de familie. Onze familie.

(Diezelfde middag had ik dezelfde Henry tijdens een massage overigens nog ten huwelijk gevraagd. Hij zou erover nadenken, had wat tijd nodig om aan het idee te wennen, zo zei hij).

Mijn goede vriend Ron Mets bestelt ondertussen voor iedereen wat te eten en te drinken. Als de ober weg is, geeft hij hem in onvervalst steenkolen Frans mee: ‘Je ne parle pas le typhus.’

Tranen liepen over mijn wangen. Van het lachen.

Ik moest een uurtje daarvóór vechten tegen dezelfde tranen toen Ron mij de laatste kilometer van de Alpe vergezelde.

‘Gaat het een beetje pikkie?’, vroeg Ron hijgend want ik hield niet in.

Onder de finishvlag maakte hij een foto van me. Hij sprak over zijn overleden vader. ’27 Jaar geleden, maar ik mis die ouwe nog steeds’, zei Ron. Zijn kin bibberde. We omhelsden elkaar in stilte. ‘Hou je moeder in de gaten’, zei hij haast fluisterend.

Die emotie kreeg ik niet van mijn netvlies. Ondertussen ging Ed Roggeveen met mijn fiets naaer Bike Totaal voor nieuwe remblokjes. Ik wist niet eens dat schijfremmen überhaupt remblokjes hadden. Ik dacht aan Ron, aan zijn vader, aan mijn vader, aan Ed en ondertussen probeerde Bram Faasse mijn Garmin te synchroniseren met Strava. Garmin, Strava: de wereld van de hel.

Maar vrienden doen dat voor elkaar. Vrienden worden familie. En vice versa.

Die avond spreekt Ruud alle Rotterdam Fund Racers en aanhang toe. Had ik een speld bij me gehad, dan had ik hem laten vallen. Right to the Bone noemen we zo’n toespraak. Een staande ovatie voor Daniël die de €20000 is gepasseerd. Hij ontvangt het applaus met een bescheiden glimlach. Ik denk aan zijn neefje.

We zijn bijeen. Het ís een warm bad en ja… toen ik gisteravond naast een slapende Mevrouw de Spookrijdert in mijn bed lag van kamer 111 en ik net had geappt met mijn moeder wist ik het zeker:

De Rotterdam Fund Racers is familie.

Onze familie.

Namens mijn familie in Rotterdam: dank voor alle steun.

 

 

Lees vanaf Deel 1 alle verhalen over Alpe d’HuZes 2019
(onder ieder verhaal staat een doorklik-link naar het volgende verhaal)

 

 

-