24 juni 2019
Ik liep op de Coolsingel en zag een eenzame schoen liggen.
Het deed me denken aan mijn staptijd 30 jaar geleden. Raymond haalde ons op. In de kamer van mijn broer gingen we indrinken.Hij zorgde tevens voor de indrinkmuziek.
Standaard volgorde: Layla (Derek & the Dominos). This Must Be The Night (Mink DeVille). Happy (Rolling Stones, uitvoering Love You Live, alleen die). Powderfinger (Neil Young). Like a Rolling Stone (Bob Dylan). Because the Night (Bruce Springsteen).
Eenmaal in de stemming stoven we in Raymonds auto, door de Maastunnel, richting Rotterdam centrum. Hij droeg een zonnebril. Onder zijn royale Burt Reynolds snor speelde hij met een Caballero zonder filter tussen zijn tanden.
Aan de noordkant van de Maastunnel tippelden destijds tientallen prostitués waaronder eentje met één been. Ze droeg een bril met een Loes Haasdijk montuur. Wij hadden de gewoonte rondjes te maken om de kunnen roepen vanuit de auto.
‘Doe je het ook voor de helft voor de prijs?’
‘Op één been kan je niet leven… of jij wel?’
Met een schurende Downtown Train van Tom Waits door de speakers verlieten we zonder gene de troosteloze rotonde bij de Maastunnel om kopje onder te gaan in Rockcafé Le Vagabond aan de Nieuwe Binnenweg.
Toen ik deze week de eenzame schoen op de Coolsingel zag liggen, vroeg ik me af wat er zou zijn gebeurd met de eenbenige prostitué met de Loes Haasdijk bril wier leven wij nog eenzamer hadden gemaakt dan het al was.
Om postuum mijn schuldgevoel af te kopen wilde ik aanvankelijk een briefje van vijf euro in de eenzame schoen leggen, ware het niet dat krenterigheid die dag hoger op de agenda stond dan hypocrisie.