3 augustus 2019

Ik kreeg van mijn fietsvriend Mark, directeur van Aafje, een wielrentenue. Van Aafje.

Mijn vader werd verzorgd in het verpleeghuis Aafje aan de Endeldijk in Rotterdam-Zuid. In dromen noemde ik al zijn verpleegsters Aafje. Dat was makkelijker te onthouden.

Aafje verzorgde mijn vader tot de laatste minuut van zijn leven op een manier zoals mijn moeder het jarenlang daarvoor deed. Toen mijn vaders lichaam het verpleeghuis op een brancard verliet hadden de engelen van Aafje een snikkende erehaag voor hem gemaakt.

‘Mijnheer Wim was een chique mijnheer’, zei een van de ontroostbare engelen van Aafje, ‘zo lief.’

Onze familie heeft deze engelen stuk voor stuk hoog zitten. Erg hoog. Zo hoog als de top van de Mont Ventoux, de berg die door engelen wordt bewaakt.

Als eerbetoon beklom ik vandaag de Ventoux vanuit Malaucène. Dat was wel het minste dat ik namens de familie terug kon doen.

Voor de engelen van Aafje.
Voor mijn fijne vriend Mark.
Voor mijn lieve vader.

 

-