Vorige week maandag moest ik in Zuidland zijn. En passant bezocht ik de oma van Fabio. Het was een warme avond. Haar zoon was ook langsgekomen. Ik overhandigde hem een fietswiel dat te lang in mijn kelder had gehangen. Er zaten stofnesten op.

‘Komt goed met je Isaac’, bromde de zoon van de oma van Fabio.

Daarna dronken we gitzwarte koffie.

‘Sorry… is zeker te sterk? Wij drinken altijd koffie met melk. Maar jullie niet.’

De oma van Fabio kon haar lach niet inhouden toen ik mijn wenkbrauwen hoog optrok en met opengesperde ogen als knikkers ‘valt reuze mee hoor Plony!’ zei.

Toen praatten we over de Ronde van Abbenbroek, over het gemist van haar man Eef, over haar zere voeten en over de aanstaande Tour de France.

‘Kijk’, zei de oma van Fabio, ‘deze foto is van 19 juni… toen Fabio de slotetappe van de Ronde van België won. Hij wint steeds als ik erbij ben… ja nou dat zei Fabio zelf hoor…’

‘Als hij een etappe in de tour wint, geef ik een feessie Plony’, zei ik voor een tweede keer in mijn leven. De eerste keer zei ik het Fabio persoonlijk in oktober 2019. Hij was een stuk een kleiner dan op tv. Ik was ernstig dronken, maar meende wat ik zei.

Zaterdag 2 juli 2022 won de man die twee jaar geleden de dood in de ogen had gekeken zijn allereerste Touretappe. Ik appte meteen naar Fabio’s oma en naar haar twee zoons van wie de één Fabio’s schoonvader is en de ander mijn fietsvriend die mij een kwartier later gedag zei met mijn fietswiel in zijn hand.

Op het balkon wuifde Fabio’s oma.

 

 

 

-