“If pa’s eyes were windows into a world so deadly and trueYou couldn’t stop me from looking, but you kept me from crawlin’ through”

– Bruce Springseen (The Wish)

 

 

‘Nee je hoeft me niet op te halen. Ik kom gewoon met de tram naar de stad.’

Daar komt ze aanlopen. In een lange winterjas. Of haar jas wordt steeds groter of mijn moeder wordt steeds kleiner. Vierentachtig jaar is ze nu. Ze lacht als ze me ziet, maar goed lachen doet ze altijd.

‘Ik had je vanaf de andere kant verwacht’, zeg ik.

‘Nee ik loop altijd liever over het Binnenwegplein. Dat is gezelliger met al die winkeltjes.’

Het is guur deze zaterdagochtend in november. Vanuit de tram had ze net nog per WhatsApp gereageerd op een foto die mijn dochter had gedeeld van haar twee zonen, mijn kleinzonen, haar achterkleinzonen. Retecool vind ik zoiets. Er gaat geen enkel appje haar digitale deur uit zonder af te sluiten met drie kruizen die drie kussen symboliseren en dus niet te verwarren zijn met de drie hoofdstedelijke kruizen.

Er staat een bescheiden rijtje mensen voor de ingang van het Cinerama Filmtheater aan de Westblaak. Wij sluiten aan. Buiten een ploegje vriendinnen van midden vijftig zijn het vooral alternatief geklede studenten waarvan zeker de helft van Aziatische afkomst is. Het lijntje naar de Springsteenfilm heb ik niet direct getrokken.

Ik ruik een wietlucht.

‘Hier moet je echt heen ma, dit keer kan je geen nee zeggen’, zei ik enkele weken geleden, direct nadat ik de speelfilm Deliver Me From Nowhere al met vrouw, dochter en schoonzoon had gezien. We waren tamelijk ontdaan de bioscoop uitgelopen.

Een biertje bij de Italiaan bracht ons weer tot zinnen. Letterlijk.

Even zozeer onder de indruk was ik van de Bob Dylan biopic A Complete Unknown, als ook van de speelfilm Monsieur Aznavour, films die eerder dit jaar uitkwamen. En als er nu dríe artiesten zijn die ons leven overheerst hebben dan zijn het wel, zonder overdrijving, Aznavour, Dylan en Springsteen. Drie biopics in één en hetzelfde jaar, vanzelfsprekend kan hier geenszins sprake zijn van toeval.

Grote gemene deler? De afschuwelijke eenzaamheid waar wij, hun fans, hen zonder mededogen in hebben geduwd. Hun rijkdom doet denken aan de bijenkoningin die ook tegen wil en dank een teruggetrokken leven leidt. En wij, fans, eisen maar meer en meer, totdat ze leeggezogen zijn. En dan laten we onze idolen achter. Als huisvuil. En dat gegeven ontroerde mij tot drie keer toe, met een flinke dosis schuldgevoel als gratis nagerecht.

In het ouderlijke huis wisten we in de jaren zeventig niet beter of Aznavour werd gedraaid. Overigens niet alleen bij ons thuis, maar evenzeer bij onze Franse oma, als ook bij al onze ooms en tantes van moeders kant. Charles’ muziek was de rode loper waarover wij liepen, zonder dat wij er bij stil stonden. Aznavour had die dagen geen impact op ons. Hij wás er gewoon, even onontkoombaar als de lucht van knolselderij in de keuken van oma bij wie driehonderdvijfenzestig dagen per jaar de soupe passée stond te pruttelen in haar keukentje.

Mes Emmerdes. The Old Fashioned Way. Emmenez-moi. Il Faut Savoir. Que C’est Triste Venise.

Later in mijn leven won Aznavours muziek aan diepte en gewicht. Naast voornoemde chansons die op zowel uitvaarten als verjaardagen werden gedraaid, begreep ik, nadat ik het ouderlijke huis eenmaal had verlaten en een bestaan aan Anita’s zijde opbouwde, Non Je N’Ai Rien Oublié veel beter, om nog maar te zwijgen van Hier Encore en Les Jours Heureux. De letterlijke afstand met het ouderlijke huis werd door Aznavour in figuurlijke zin gedicht. (Tip: draai de dag voorafgaand aan het huwelijk van je dochter nooit, ik herhaal nooit, À Ma Fille).

Inmiddels zijn mijn oma en vele ooms en tantes als ook mijn vader overleden. Zij namen allen afscheid met minimaal één nummer uit het rijke repertoire van Aznavour die wij ook nog eens drie keer live hebben mogen zien. Twee keer in Parijs, één keer in Antwerpen.

Eerder dit jaar was mijn moeder al met haar zus naar de film Monsieur Aznavour gegaan. Toen ik haar na afloop belde om te vragen hoe de film was, was zij in tranen uitgebarsten. “Zo mooi”, meende ik ergens halverwege haar tranen te hebben gehoord. Ik bedacht hoe zij aan de andere kant van de lijn een zakdoekje had vastgehouden. Noem het melancholie, noem het nostalgie, wie of wat het ook is, maar ontvang hem zoals je je beste vriend zou ontvangen, hang zijn jas aan de kapstok, geef hem een stoel, geef hem wat te eten, geef hem een glas wijn en laat hem zijn verhaal vertellen.

Want de muziek van Aznavour verdient rode wijn, zoals een wielrenner recht heeft op zadelpijn.

 

 

De tweede film in successie was dus A Complete Unknown van Bob Dylan. Dylan was niet de favoriete artiest van mijn ouders, eerlijk is eerlijk. Mijn vader vatte hem in vijf woorden samen: “Hij zingt door zijn neus.” Het waren precies díe vijf woorden die ieder gesprek over Dylan bij voorbaat lam legde. Toch was er voor mijn ouders geen ontkomen aan. Aangezien mijn broer zo’n dikke tien jaar de muziek in Huize Hendriks bepaalde (onder Huize Hendriks moet de huiskamer, mijn vaders auto en de vakantieaccommodaties worden verstaan) was er geen houden aan. De Alle Dertien Goed elpees kwamen niet meer aan bod en datzelfde lot was de verzameling elpees van Neil Diamond, James Last en Ivan Rebroff beschoren. Alleen de elpees van Elvis en Aznavour bleven onaantastbaar. Levensgevaarlijk zoiets.

Toch kwam de muziek van Bob altijd overal wel ergens aan bod. Was het niet in de huiskamer, dan kwam het wel door de muren van de kamers van mijn broer en mij. Goede muziek moe(s)t vooral hard worden gedraaid. Persoonlijk durf ik gerust te stellen dat ik sinds 1985 voor een zeer geruime tijd geobsedeerd was door de mens en artiest Dylan in wie ik de zoon van God meende te herkennen.

It Ain’t Me Babe. A Hard Rain’s a-Gonna Fall. Licence to Kill. Mr. Tambourine Man.

Het was dan ook een compleet raadsel waarom mijn moeder niet in ging op de uitnodiging mijnerzijds eerder dit jaar om samen naar A Complete Unknown te gaan. Ik snapte dat Bob Dylan niet in haar top 10 lijstje voorkwam, zelfs niet in haar top 25, maar mijn moeder is toch altijd geroemd om haar liberale en empatische geest. Ons hele leven lang heeft zij geprobeerd het gedrag van haar kinderen te begrijpen en niet te veroordelen. Zij zal de laatste moeder op aarde zijn die zich voelde aangesproken toen Bob And don’t critize what you can’t understand zong.

Desondanks was ze, zeker voor haar doen, tamelijk ferm in haar weigering om met me mee te gaan. Mijn lichte teleurstelling werd gecompenseerd door mijn trots over haar plotselinge eigenwijsheid.

Hoe anders was dat met de muziek van Springsteen die in ons ouderlijke huis veel meer werd gedraaid dan Dylan, al was het maar omdat ook mijn zus Springsteenfan was. In de jaren tachtig kon zij de frasering en het nasale stemgeluid van Dylan simpelweg niet verdragen. Hoe zeurderiger Bob zong (Something is happening, but you don’t know what it is, do you, Mr. Joo-oones?”), hoe mooier mijn broer en ik het vonden, maar hoe chagrijniger zij, mijn zus, werd.

 

 

Springsteen was als artiest en mens minder controversieel en bovendien was zijn muziek, zeker voor mijn ouders, toegankelijker dan de ongrijpbare Dylan wiens wisselvalligheid en nukkigheid op de zenuwen van vooral mijn ouders werkten. Bovendien leken Springsteens liedjes rechtstreeks over óns gezinsleven te gaan, alsof Bruce jarenlang onze levens had geobserveerd met een verborgen camera. Toen Anita en ik een gezinnetje startten, voltrok zich precies hetzelfde proces. Bruces muziek bleek nu naadloos aan te sluiten op ons leven met de twee meiden die op hún beurt zichzelf gaandeweg meenden te herkennen in zijn songs.

Verbluffend zoiets.

Pas jaren later bleek dat duizenden andere fans wereldwijd exact hetzelfde gevoel ondervonden (en nog altijd ondervinden) bij de muziek van Springsteen. Voor miljoenen fans werd hij die alom bekende onbekende opa, vader, oom, broer, neef, beste vriend die je zelf nooit had gehad. Hoe hij dat voor elkaar heeft gekregen moge de Lieve Heer in de gedaante van Joost weten, maar het komt erop neer dat hij als mens en muzikant vele malen dichterbij ons leven stond dan welke andere artiest dan ook. Zo speelde mijn vader graag met Bruces mondharmonicasolo’s van het akoestische album Nebraska mee.

Mijn vader speelde mondharmonica met een zwierigheid die eerder deed denken aan een accordeon of een draaiorgel dan aan mondharp. Bovendien had hij de gewoonte mondharmonica te spelen met zijn ogen dicht. Met name de solo in Mansion on the Hill speelde hij adembenemend mooi. Na afloop had hij beduidend meer moeite met de inontvangstname van onze complimenten dan met de gespeelde noten. Mijn vaders vader speelde Hand in Hand Kameraden op een harpje van vier centimeter kon blazen. Toen ik dat hoorde en zag, wist ik genoeg: dat wilde ik ook.

Mijn opa stierf in 1982, het jaar dat Nebraska uitkwam.

‘Reden te meer om met mij naar Deliver Me From Nowhere te gaan ma’, had ik met klem gezegd, voorbereid op een nieuwe weigering van mijn moeder, ‘de film gaat over de periode waarin Nebraska uitkwam… dat album dat pa ook zo mooi vond.’

Behoorlijk zware kost. De zwaarmoedigheid van de rusteloze artiest krijgt ruim baan. Zijn zoektocht naar zingeving was en is herkenbaar. “Succes has always been a complicated thing for Bruce”, zo laat zijn vriend en manager Jon Landau in de film weten. De zin komt vlijmscherp binnen met de onverbiddellijke precisiekracht van een machete. Het liefst ging ik onder mijn bioscoopstoel zitten. Het is juist die donkere kant van Bruce die mij altijd heeft aangetrokken. In 1982 was ik twaalf jaar jong. Ik sta nu op het punt zesenvijftig te worden en het is met terugwerkende kracht nog altijd onverklaarbaar waarom ik mij als jochie (rechtshalf bij Overmaas C1) zo verbonden voelde met het album Nebraska.

‘Ja goed idee’, had mijn moeder geantwoord en zodoende zaten moeder en jongste zoon op zaterdagochtend 22 november 2025 om vijf voor elf ’s morgens in zaal 7 van Cinerama, klaar voor de sprong in het diepe dat het verleden is. Ieder jaar wordt het bad een beetje dieper.

The older you get, the more it means.

Twee uur later kijken dezelfde moeder en zoon naar de aftiteling van de film die het spraakvermogen heeft aangetast. Zijn brilglazen zijn beslagen en de kin en onderlip van zijn moeder trillen. In haar linkerhand houdt ze een kletsnat papieren zakdoekje vast. Dat voelt de zoon, omdat hij haar hand heeft vastgepakt. Het duurt even voordat de zoon weer de ik wordt die hij zo goed kent en waartegen hij maar geen weerstand kan bieden: de vloekende ik.

En dus verbreek ik stilte met een godslasterende vloek uit. Op de rij voor ons draait iemand zich om en wordt een van de vriendinnen van de midden vijftig groep getroost. De God die ik net nog verdoemde mag weten wat zich in haar leven heeft afgespeeld wat haar tranen rechtvaardigt. Er ligt een arm om haar schouders. Everything dies, baby, that’s a fact.

Eenmaal thuis zijn we er nog niet. Tot in mijn nieren voel ik dat we toe zijn aan een genadeklap, omdat we die verdienen en dat keer op keer. Wij hebben de gewoonte bewust de heimwee op te zoeken, omdat de wereld er een stuk beter uitziet nadat je de bodem van de heimwee hebt bereikt.

En dus zoek ik op YouTube alle filmpjes op waarin Bruce met zijn moeder danst. Dansen met je moeder is niet alleen een grondrecht, het is een burgerplicht.

Daarna zoek ik op Netflix de Broadwayshow van Springsteen. Was de afstandsbediening maar niet zo licht, dan trilden mijn handen niet zo erg. En zo laten we ons zwijgend meevoeren met de tweeluik The Wish en My Father’s House, de odes aan respectievelijk zijn moeder en vader.

De kin en onderlip van mijn moeder trillen voor een tweede keer vandaag. In haar linkerhand houdt ze weer een kletsnat papieren zakdoekje vast.

Dat voel ik, omdat ik haar hand weer vastpak.

 

***

 

FOTOGALERIJ

 

 

 

 

Lees ook het verhaal Dansen Met Je Moeder

Lees ook de serie De Geloofsbrieven

Lees ook het verhaal Ze Smelten de Kazen

Lees ook het verhaal Springsteen 010

Lees ook het verhaal Stappen

Lees ook het verhaal Glory Days

Lees ook het verhaal Zoon van God

Lees ook het verhaal Godsgeschenk

 

 

 

-

Privacyoverzicht

Deze site maakt gebruik van cookies, zodat wij je de best mogelijke gebruikerservaring kunnen bieden. Cookie-informatie wordt opgeslagen in je browser en voert functies uit zoals het herkennen wanneer je terugkeert naar onze site en helpt ons team om te begrijpen welke delen van de site je het meest interessant en nuttig vindt.