OK goed, daar zijn we het dus over eens, dat het leven een cirkel is. Maar wat maakt het vicieus?

Vandaag is 15 december 2013. En toen, dus wat met terugwerkende kracht het begin van de cirkel bleek, was 9 september 1981. Ik ben elf jaar. En morgen hoop ik vierenveertig te worden. We bevinden ons, hoe dan ook, in de Kuip.

2013-12-18 14.39.002013-12-18 14.39.42

Iedere keer als ik me in de Kuip begeef bekruipt me dat melodramatische gevoel dat zich, sinds die 9e september 1981 dus, als een bowlingbal in mijn maag heeft genesteld. We spelen de voorwedstrijd van Nederland – Ierland: Overmaas D1 tegen Feyenoord D1. Winnen van Feyenoord is onmogelijk en toch is de spanning te snijden. Er zitten immers achtenveertig duizend mensen in de Kuip.

Estelle zit naast me. Gespannen. Daar gaat de gong! BONG BAM BONG BAM BONG BAM. Met die echo. Gejuich. Confetti. Vlaggen. Vuurwerk. Fotografen staan klaar. De bek van de spelerstunnel opent zich als die van een brullende leeuw. Ze komen het veld op. Het publiek gaat staan. De accordeon, de begintonen van Hand in Hand Kameraden. De originele uitvoering, natuurlijk, die van Jacky van Dam, uit 1962. Estelle zingt mee. Mijn ingewanden ook.

https://youtu.be/OtRUL310xQc

We staan onder de druk. Zoals te verwachten viel is Feyenoord twee maatjes te groot. Ik ben in balbezit. En spurt. Rumoer vanaf de tribunes want de spelers van Nederland en Ierland hebben het veld betreden om de voorwedstrijd te bekijken. Met een sliding van een speler van Feyenoord belandt de bal over de zijlijn, precies tussen de trainingspakbenen van Liam Brady en Frank Stapleton, helden van monstrueuze proporties. Ik gooi in. Naar mijn neef Eric, rechtsbuiten. Mijnheer Siegel, m’n trainer nog bij de E-tjes, een dikke kale man, jarenzeventigstreng, heeft mij ooit een hele woensdagmiddag lang leren ingooien. En dat kan ik nu heel goed, ingooien.

image (8)Ik pak Estelle maar eens goed vast. Nu kan het nog. Voor je het weet schaamt ze zich voor je omhelzing. Zoiets zeggen dochters je niet expliciet, maar je voelt het als het moment daar is. Dan kan je geen kant meer op en ben je weer een beetje meer vader af.

1-0, Graziano Pellè.

Het ontroert me, het gezang uit één keel. De stoere standvastigheid is het meest pure dat het Legioen te bieden heeft. Volwassenen mannen brullen met opengesperde monden naar de hemel. Met gebalde vuisten en verwaarloosde tanden bidden ze om verlossing in deze massale aubade aan de Kuip als hun heiligdom. Een hymne tégen een nieuwe Kuip. Want hier liggen de wortels.

We shall not, we shall not be moved

We shall not, we shall not be moved

We support the Feyenoord Boys

And we shall not be moved. 

 

Iedere jongen droomt ervan. Spelen in de Kuip. Mijnheer Siegel kwam het vertellen. Een paar weken terug, na de training. We geloofden het eerst niet. Mijn vader ook niet. Mijn vader, die in de jaren vijftig te voet naar de Kuip ging. Vanuit het Oude Noorden. De vijfentwintig cent voor het tramkaartje had hij daarmee bespaard.

“U maakt een opa hier heel erg blij mee, mijnheer Jansen.”

Estelle gaat met het zwijgzame boegbeeld van Feyenoord op de foto. Wilhelmus Marinus Antonius Jansen, held van beroep.

IMG_2463

“Dat krijg ik steeds vaker te horen…dat ik de held van opa’s ben.”

Wim Jansen grijnst. Ik kleur rood. Vuurrood.

“Sorry, ik hoorde hoe het klonk maar zo bedoelde ik het niet. Maar u was..eh bent…. nou ja… was èn bent eh… blijft ook mijn held hoor. En die van mijn dochter.”

Dat laatste is een leugentje om bestwil want ik moest haar net nog uitleggen hoe groot de kleine Wim Jansen wel niet was. Anno nu is de mate van heldendom helaas gerelateerd aan het aantal TV-uren.

Wim Jansen won nochtans de Europacup I, de Wereldbeker en de UEFA Cup. Hij verdient alleen daarom al een plaatsje op het ereterras hier, nu, in de Kuip, maar ook later als Hij hem zal verwelkomen. Een plaatsje in de zon graag. Waar je zo gezellig zit. Bij het raam.

De bal kwam van rechts. De hoekschop dus. De druk is groot. Voor elfjarigen is een doel heel groot. Ik snelde zojuist voorbij Ruud Krol die langs de kant stond te dollen met Johnny Rep. Ik hoop dat ze mijn dijbeenspieren goed zagen want ik deed erg mijn best om ze aan te spannen toen ik aan hen voorbij rende. De herrie is enorm. Bij Overmaas-thuis spelen we wel eens voor vijftig mensen als we op het hoofdveld spelen. Na de wedstrijd kreeg je van Ome Nico patat. Behalve als je voordrong.

Als Estelle juicht, dan juicht mijn hart mee. Net als haar oudere zus beleeft ze het leven zo intens dat het soms pijn doet. Ik had Feyenoord nooit in hun wereld moeten toelaten. Ik kan de teleurstelling van hun gezichten niet verdragen als Feyenoord weer eens  verloren heeft. Hebben ze wel genoeg eelt op hun ziel om Feyenoord fan te blijven zijn, ook als ik er niet meer ben?

De vernedering hand in hand met die oogverblindende trots. De spelers van nu beseffen het niet, de blijvende schade die ze aanrichten bij hun volgelingen. Dat zie ik vooral aan het kapsel van Tonny Vilhena.

IMG_2472

 

De bal komt hoog voor. Onder hoge druk wordt alles vloeibaar. Alles, behalve mijn herinneringen. Die zijn zo concreet als dikke stront. In de veronderstelling de bal tot corner te veredelen, merk ik te laat dat ik niet naast maar voor het eigen doel sta en moet ik toezien hoe de bal onze eigen doelman passeert.

Een “own goal” zoals onze zuiderburen zo fraai zeggen. Dat hebben de Britten pas veel later van de Belgen overgenomen.

Ik kijk achter me en doe alsof ik op de TV in de Skybox de herhaling wil zien van een onbenullig voorval zo-even op het veld maar stiekem wil ik zien hoe mijnheer Jansen achter me de wedstrijd beleeft. Hij kijkt stoïcijns voor zich uit. Hij is ooit genaaid door een Duitser in de zestien tijdens een WK-finale dus die wordt niet warm of koud van een foutieve loopactie van ene John Goossens.

Het is gebeurd. Het stadion juicht. Niet uit hoon maar uit genade. Genade voor die kleine sproetenkop, die met dat kuifje, die zojuist in blinde paniek de bal in eigen doel schoot. Voor achtenveertig duizend man. De kleine jongen zakt het liefst door de grond. Nee. Hij wil oplossen. Hij wil nooit hebben bestaan. Hij wil weg uit deze heksenketel. De jongen durft niet meer op te kijken. Niet naar de volgepakte tribunes, niet naar zijn medespelers en zeker niet naar zijn familie, daar op de Maastribune.

2013-12-18 14.40.43

Zijn broer zou hem voor eeuwig treiteren. Zou het rolletje langs de keeper blijven omschrijven als “een pegel stijf in de kruis”. Rolletje of pegel, whatever, de kiem van een psychotrauma was geplant. Een eigen doelpunt in een volle Kuip als elfjarige die in die tijd, letterlijk, met een voetbal naar bed ging.

De wedstrijd is ten einde. Met hangen en wurgen wint Feyenoord van FC Groningen. Na de wedstrijd krijg ik een biertje van Petra, Wim’s dochter. Wim Junior serveert bitterballen. Met mijn ziel onder mijn armen geef ik Estelle een paar extra knuffels. Ook al voel je het aankomen, zelfmedelijden blijft je overvallen als een sluipmoordenaar.

De mens is alleen datgene wat hij van zichzelf maakt. Dat leerde Sartre hem en achteraf bezien klopt het. Klopt alles. De gedachte aan dat elfjarige jochie met dat kuiffie dat in eigen goal schoot blijft aan de volwassen drieënveertigjarige vader plakken zodra hij de Kuip betreedt. Niet paranoïde eerder melancholisch. Uiteindelijk de enige emotie die, dwars door de tranen heen, een glimlach provoceert.

De volmaakte cirkel is even rond als dat-ie vicieus is. Het eigen doelpunt leerde me te vertrouwen in de louterende werking van de nederlaag. Het verklaart je latere liefde voor Feyenoord en voor blauwe muziek met een zwart randje. We shall not be moved.

Niets werkt zo bevrijdend als je leven met terugwerkende kracht te doorzien:

Een Spookrijder scoort alleen in de Kuip als het in Eigen Doel is.

 

 

***

Voor Ruud. Hand in Hand, Kameraad!

IMG_2482

-