Gisteren bezocht minister Hugo de Jonge het verpleeghuis van Aafje aan de Endeldijk waar mijn vader de laatste 15 maanden van zijn leven verbleef. Ik herkende de tafel, de kast, het boeket kunstbloemen en ik herkende hoofdverpleegkundige Trees die mijn vader als eerste ontving toen mijn broer en ik hem er moesten achterlaten. Zij zorgde er hoogstpersoonlijk voor dat onze zwartste dag ooit (twee zich verrader voelende broers huilend op straat) een zilver randje kreeg.

Op Twitter schreef Hugo de Jonge:

“Verpleeghuizen zijn hard geraakt door #corona in het voorjaar. De kennis en ervaring van toen helpen enorm nu de besmettingen weer toenemen. Ik sprak hierover met medewerkers van De Endeldijk. Wat een toewijding, flexibiliteit en doorzettingsvermogen. #liefdevollezorg.”

Daaronder las ik de reacties van onze medeburgers.

Ik kan niet vaak genoeg benadrukken wat een diep respect ik heb voor de Engelen van Aafje Endelijk die mijn vader tot aan de laatste dag van zijn leven alle zorg en liefde gaven die hij, en met hem alle medepatiënten, zo verdiende.

Evenveel respect overigens voor mensen als Hugo de Jonge die, ondanks de bakken ondankbare stront die zij dagelijks over zich heen krijgen, in ongekende tijden een immense verantwoordelijkheid aanvaarden.

Terwijl de beste stuurlui aan wal hun Twittergal spuwden, bezocht Hugo de Jonge de Engelen van Aafje Endeldijk, het verpleeghuis waar mijn vader stierf.

 

 

-