5 augustus 2019

‘Jouw manier van typen lijkt op pianospelen pap’, zei Estelle aan het begin van de vakantie waarin ik voornamelijk fietste, at en dronk. In die volgorde.

Tussen de bedrijven door werkte ik met mijn pianovingers aan het manuscript van mijn eerste roman waaraan ik drie jaar geleden al was begonnen en die me om de zoveel maanden roept als een verleidelijke vrouw waartegen geen enkele weerstand te bieden is.

Ieder vrij moment van mijn vakantie werd eraan gespendeerd. Aanvankelijk herlas en herschreef ik meer dan dat ik schreef. De karakters liepen elkaar te vaak te veel in de weg. De verleidelijke vrouw keerde zich tegen me en dat maakte me ongelukkig, onrustig, verdrietig maar vooral kwaad. Bij zo’n gebrek aan wederzijds begrip dreigde zelfs een scheiding van tafel en bed.

Begin deze vakantie riep ik alle hoofdpersonen bijeen en vroeg ik hen om mij eensluidend mee te slepen in hun waargebeurde avontuur dat ik zelf zou verzinnen. Ze bevreemdden me, bezorgden me slapeloze nachten, deden me lachen en huiveren tegelijk.

‘Je hebt inderdaad pianovingers pap’, zei Fabienne, ‘je toetsenbord is je klavier.’

Dezelfde vingers werkten als een bezetene aan het manuscript dat nog niet af is. Onze vakantie wel.

Ik heb geen seconde rust gehad, precies zoals het moet.

 

-