Open brief aan de Feyenoordselectie

 

Heren,

In mijn hele leven huilde ik welgeteld drie keer in een bioscoop. En dat in een tijdsbestek van twaalf maanden. De laatste twaalf maanden welteverstaan.

De eerste keer was bij De Marathon. Een overdosis keiharde Rotterdamse humor en tragiek. Ik herbeleefde de pijn van de stad van mijn eerste en enige marathon. Over de finish, op alle voorstelbare manieren als gebroken man.

De tweede keer was een goede maand geleden. Bruce Springsteen & The E-Street Band Live in Hyde Park. Het verleden kwam als een horde paarden op me af gestormd. Er was geen houden aan.

De derde keer was twee weken geleden. The Other Side Of The Heart Is White. Waarom ga je naar zo’n film? Om bevestigd te krijgen wat je allemaal al wist. Blijdschap met een rouwrandje. Leed met altijd een sprankje hoop. Rode draad: trots. Van graniet.

***

Die zeperd tegen FC Twente van vorige week vormde de aanleiding voor deze open brief. De oorzaak ligt, natuurlijk, zoals altijd, vele lagen dieper en gaat bovendien verder terug in de tijd.

Om iets van Feyenoord te kunnen begrijpen, zou ik bij mijn vader kunnen beginnen. En daarmee alle vaders van mijn leeftijdsgenoten. In je beleving  zijn ze nog altijd vijftig, maar dat is natuurlijk gelul. Zoals meer van mijn beleving m’n reinste zelfoplichterij is.

De waarheid is dat ze stammen uit de tijd van het Polygoon journaal. Hun vaders en grootvaders wuifden met zwarte hoeden als Feyenoord scoorde. Zij hebben de gouden tijden meegemaakt en hebben geen The Other Side Of The Heart Is White nodig om het Feyenoordgevoel te kunnen begrijpen. Kwestie van het paplepeltje.

Ga een avondje met mijn pa bomen over Feyenoord en je verlaat De Kuip nooit meer, hoe hard je zaakwaarnemer ook aan je jas staat te trekken.

Hij gaat de laatste tijd, net als zovele pensionado’s, naar jullie trainingen kijken. Van Hanegem is dan de norm. Tikkie onrealistisch, maar geef ze eens ongelijk. Ze weten niet beter. Ooit legde mijn pa een balletje, dat hoog over de goal van Erwin Mulder waaide, dood. Hopla. Zo maar dood. Applaus van Ronald Koeman. Alleszeggend beeld. Nu moet mijn pa toezien hoe lamlendige rondootjes door jullie worden afgelegd. Rondootjes. Het is zelfs zo erg dat mijn moeder geen rondo’s voor bij de koffie meer mag kopen.

De waarheid is dat al die vaders langs de lijn geen vijftig meer zijn. De waarheid is ook dat ze al vijftien jaar wachten op een kampioenschap. En de waarheid is ook dat ze niet nog eens vijftien jaar kunnen wachten. De waarheid is dat velen dat niet zullen halen.

De waarheid is dat mijn vader het nog graag één keer mee wil maken. Eén keer. Feyenoord kampioen.

***

Om iets van Feyenoord te kunnen begrijpen, moet je het eerst willen begrijpen. Zonder kennis van het verleden valt het heden niet te begrijpen. Uit psychologisch onderzoek blijkt dat leven in (of genieten van) “het nu” zelfs onmogelijk is. Aangetoond is dat ons brein altijd het verleden erbij haalt.

Dit principe gaat voor iedereen, maar dan ook echt voor iedereen op, behalve voor jullie, heren van de Feyenoord selectie. (Er klopt wel meer niet. Een wedstrijd waarin je vóór staat gewoon een keertje kalm en professioneel uitspelen waardoor je thuis niet met gierende hartkleppen het behang van de muren zit te schreeuwen bijvoorbeeld…)

Nu las ik in de krant dat jullie ook naar die film zijn gegaan. Met zijn allen. Gezellig. The Other Side of the Heart is White.

Kijken is zien. Zien is geloven. Horen is luisteren. Beleven is voelen.

“Fantastisch”. “Indrukwekkend”. “Extra boost”. Dat waren zo wat sleutelwoorden die vielen op te tekenen uit jullie monden. Ik nam daarvan akte.

Vaak wordt mij verweten zaken te letterlijk te nemen en deze voor waar aan te nemen. Is dan ook mijn probleem. Zoals Bob Dylan’s tip voor een gelukkig leven (“Keep a good head and always carry a light bulb”, jarenlang voor Jan Lul met een gloeilamp rondgelopen). Mozes wandelend over de Rode Zee. Clapton is God. De Beste Club van Nederland da’s Fe-ye-noord, ja Fe-ye-noord.

Ik nam jullie kwalificaties ook nu letterlijk. “Fantastisch”. “Indrukwekkend”. “Extra boost”.

Tijdens NAC-Feyenoord, de wedstrijd van die middag na mijn huilpartij in Pathé De Kuip, heb ik geprobeerd The Other Side of the Heart is White door jullie ogen te bekijken, maar het lukte me niet. Zelfs de empathie, mijn grootste medestrijder in tijden van crises, had me in de steek gelaten.

Waar was het geloof dat ons was beloofd? Ik keek naar NAC-Feyenoord met het onmachtige gevoel van een boer die moet toezien hoe zijn favoriete koe langzaam maar zeker leeg bloedt.

Jullie hebben echt geen idee. Van die martelgang naar het koffieapparaat op maandagmorgen waar je collega’s hun kans schoon zien om hun cynische voetbalgrappen op jou los te laten. Hoe het moet voelen om als Rotterdammer in Eindhoven te mogen werken na een 10-0 nederlaag. Hoe je een week later de tranen over je wangen voelde lopen toen thuis tegen VVV werd gewonnen en jullie geen seconde werden uitgefloten.

Geen notie hebben jullie van die duizenden die tegen wil en dank de vakken van het stadion vullen. Ze durven het woord ‘hoop’ niet eens meer hardop uit te spreken. Murw geslagen zijn ze. Ze zijn er omdat het leven van een Feyenoorder geen enkel alternatief biedt.

Als jullie vertrokken zijn dadelijk, getransfereerd naar Trabzonspor of Guimares, zijn wij de achterblijvers. Want ondertussen gaat de strijd aan de Linker Maasoever natuurlijk gewoon verder. Wij blijven. Feyenoord till I die, je weet wel. Voor een supporter passeert geen trein die maar één keer in je leven voorbij komt. Wij kennen slechts één trein, één station.

Een èchte Feyenoorder is geen pseudovedette die als een malloot door een microfoon te schreeuwen als van Ajax is gewonnen om een jaar later een contract te ondertekenen bij het nietszeggende Aston Villa.

Feyenoorders trouwen in De Kuip en nemen er afscheid van het leven. Verdedigen de eer van de club in de kroeg, op de camping, op TV, in de kerk. Van de containerterminals van de ECT tot aan congressen in luxe hotels in verre landen. Ik spreek uit ervaring.

Vorige week tegen FC Twente was de druppel. OK, het zat niet mee. Tegen een Turkse ijdeltuit die meer oog heeft voor zijn spiegelbeeld is het ook moeilijk voetballen.

Die laatste minuut.

Mijn moeder, vrouw en kinderen waren ontroostbaar. Mijn vader versteende. Voor een tel werd hij het standbeeld van Coen dat hij samen met zijn zoon op 4 januari 2011 bezocht om zijn held de laatste eer te bewijzen.

Het gebeurde allemaal die laatste minuut in Enschede. Die allerlaatste seconde.

The Other Side of the Heart is White had toen moeten echoën. Toen Lex Immers die “extra boost” eventjes vergat. In plaats van de bal richting onze Lieve Heer te trappen, gaf hij een corner weg.

Ik zocht The Other Side of the Heart is White in de blik van Lex na afloop maar ik kreeg tunnelvrees.

Lex Immers

Rest ons de wedstrijd van aanstaande zondag. Tegen onze vrienden uit de hoofdstad. Ik voel het bloed alweer borrelen. Het moet dit keer. Niet meer om het kampioenschap. Helaas. Maar om de trots en de eer.

Ik vraag het niet langer. Ik eis het. Van jullie. Niet voor mij want ik ben al jaren een Eredivisie-Live supporter maar voor al die mensen die met met bloed doorlopen ogen hun weg zoeken in de catacomben van het stadion, hun thuis.

The Other Side Of My Paper Is White. Die is voor jullie, heren van Feyenoord 1.

Dat wordt jullie testament.

Ik wil dat jullie dit blanco vel gebruiken om een open brief terug te schrijven. Aan ons. Daarin verklaren jullie dat jullie volgend jaar kampioen zullen worden met welke trainer dan ook voor de groep. Jullie betuigen dat jullie het Feyenoordmuseum zullen bezoeken zodat jullie bekend raken met jullie voetballende voorvaderen. Op momenten van twijfel zullen jullie wéér The Other Side of the Heart is White bekijken. En weer. En weer. We zullen het Feyenoordgevoel in jullie kloten proppen. De haven laten proeven. De fabriekslucht van Pernis laten snuiven. Feyenoord-ondergoed laten kopen.

Ons reveil begint zondag. Tegen Ajax. Maak ons trots. Betaal ons geloof uit met geloofwaardige passie. Voel ons verlangen. Wees ons verdriet waard. Speel met vuur.

En volgend jaar worden jullie kampioen. Nu kan het nog. Want mijn vader wordt volgend jaar vijfenzeventig. Da’s een mooi rond getal want hij is gek op ronde getallen, die vader van me.

The Other Side Of My Paper Is White. Vul hem in. Dit keer ligt niet de bal maar de pen bij jullie. Daden in woorden willen we.

Namens alle Feyenoorders verblijf ik,

Hunkerend,

Marco

 

Opgedragen aan mijn kameraad Hennie Huigen, producent van de film The Other Side of the Heart is White.   

 

 

 

-