Plankvrees bij fit20-debuut

Door Bas Pronk

 

Marco Hendriks kijkt gespannen om zich heen. Hij is hier eerder geweest, in wat hij een showroom aan ‘prachtapparatuur’ noemt. Dat was bij de opening van fit20 Overschie, met een drankje in de hand. Toen werd er niks van hem verwacht. Nu wel. Marco gaat vandaag fit20 ervaren. Iets waar hij zich, zoals velen met hem, “helemaal niets” bij kan voorstellen. Eén keer per week in twintig minuten werken aan fitheid en gezondheid. Zonder transpireren, omkleden en douchen. Met je stropdas nog om, als je zou willen. Kan nooit werken, denkt hij. Hij zegt het niet, maar ik weet dat die gedachte diep van binnen leeft. Zoals bij iedereen die het nog nooit aan den lijve heeft ervaren. Juist dat is voor mij de charme van de formule.

Ik heb het goed gezien. Marco is inderdaad gespannen, bekent hij. Eerlijk is eerlijk, de verhalen van de collega-fietsers uit de Stelvio-groep, die massaal met fit20 zijn gestart, liegen er niet om. De trainingsmethode levert resultaat op, hoort hij regelmatig van hen. Dat is het goede nieuws. Maar de training is ook loodzwaar, hoort hij minstens zo vaak. Ik heb als fit20-studiohouder en als mede Alpe d’HuZesser Marco overtuigd om te komen trainen, omdat het perfect past in zijn trainingsopbouw. ‘Je versterkt heel gericht je beenspieren en bovendien verbeter je je core. Is goud waard als je zes keer omhoog moet’. Marco knikt er maar wat bij. Het zal allemaal wel met die gekke training van je, lijkt hij te denken.

In sneltreinvaart leg ik hem uit wat tijdelijk spierfalen is en dat dit verschijnsel, waarbij alle spiervezeltypes gelijktijdig falen, een optimale fitheid- en gezondheidsprikkel is voor het lichaam. De term spierfalen boezemt angst in, dat is duidelijk. Zijn vrouw Anita glimlacht. Zij is met haar sportmassage- c.q. fysiotherapie-achtergrond thuis in de materie en knikt. Ze snapt hoe het werkt. Marco (nog) niet. Ik maak hem mijn excuses. De agenda’s waren niet beter op elkaar af te stemmen en de tijd die we hebben is beperkt. We moeten stoppen met praten en starten met de training. ‘Normaal krijg je een ontspannen kennismaking en probeer je een aantal apparaten om te ervaren hoe het werkt en of het iets voor je. Jij moet nu gelijk aan de bak, op alle apparaten. Maar als sportman kan jij dat wel aan.’ Marco kijkt bedenkelijk.

Ik train met Marco mee en vraag of personal trainer Ilona zich volledig op hem focust. Terwijl ik mijn fysieke grenzen opzoek op het ene apparaat, kijk ik met een schuin oog naar Marco. Hij heeft het zwaar. Loodzwaar. Het langzame tempo waarin je de oefeningen moet uitvoeren, vindt hij pittig. Het gewicht vindt hij pittig. Hij trilt, zoals zovelen doen in deze ruimte. Zijn spieren schreeuwen het uit. Ik weet hoe hij zich voelt, want ik ervaar twee meter verderop hetzelfde op een andere hoofdspiergroep. ‘Kort, heftig, maar met resultaat’, zeg ik na apparaat één. Marco knikt. Hij is bekaf.

En zo gaan we verder, van het ene naar het andere apparaat. Bij de Leg Press weet Marco niet wat hij meemaakt. Als geoefend fietser zou hier zijn kracht moeten zitten. Bij de eerste beweging is hij resoluut. ‘Dit is te zwaar’. Terwijl mijn buikspieren tot de grens worden belast, pers ik eruit dat hij door moet zetten. Ilona moedigt hem ook aan. ‘Het is niet te zwaar, je kunt het aan.’ Marco zet door. En beleeft na twee minuten het tijdelijke spierfalen. Ik complimenteer hem. ‘Je hebt de spieren nu geprikkeld op een manier die je beter maakt. Door een microscopische beschadiging te creëren, moet het lichaam dit herstellen. Daar is circa vier dagen voor nodig. Daarna gaat het lichaam zich versterken, om te zich te wapenen tegen een volgende “aanval”, in de vorm van een training. Je komt na een week dus sterker binnen dan vandaag. De prikkel die je geeft aan je lichaam, is optimaal. Over drie maanden kun jij zomaar 30, 40 kilo extra wegduwen. Met één keer fit20 in de week.’

We zijn klaar. Hij kijkt opgelucht. Marco belooft door te gaan. In elk geval tot zijn Alpe d’HuZes deelname. ‘Als dit mij helpt om zes keer boven te gaan komen, ben ik gek als ik het niet doe. Dat zo’n minimale inspanning blijkbaar zoveel brengt. Ik ben ontzettend benieuwd naar de komende tijd.’

De tijd is om. De agenda is vol vanavond: de volgende fit20-atleet staat klaar. Marco kan weer lachen en verandert weer in de joviale kerel die hij is. ‘Weet je Bas, ik moet je bekennen: het valt eigenlijk best mee. Ik heb nu al zin in de tweede keer.’

Ik hoor het te vaak om nog verbaasd te zijn. Marco gaat net als ik verliefd worden op deze manier van trainen. Alleen weet hij het zelf nog niet.

 

[Klik op de afbeelding voor een vergroting]

 

****

 

Fit20 in New Delhi

Door Marco Hendriks 

 

Ik krijg mijn ogen niet meer van het beeldscherm af. Dat komt door Bas. Ja, ik mág diep gaan van Bas, maar met mate. Het klonk als een rookadvies. Bas is mijn personal coach geworden voor de Alpe d’HuZes missie. Ik móet op mijn beeldscherm kijken. Van Bas.

Ondertussen proberen de verslaggevers van CNN, ter afleiding van de zwoegende sporter, op hetzelfde beeldscherm de kijkers de stuipen op het lijf te jagen over de sneeuwstormen aan de oostkust van de VS. Linksboven kijk ik naar de teller die aangeeft hoeveel minuten ik gefietst heb. Daarnaast het aantal verbrande calorieën. Daarnaast de afstand die ik heb afgelegd. In de VS zijn 7.200 vluchten geannuleerd.

Boven het beeldscherm staar ik naar buiten. Door de smog komen slechts de toppen van de bomen boven de nevel uit. Ik bevind me in de Fitness Gym van The Leela Ambience Gurgaon Hotel & Residences, New Delhi, India.

Linksonder het beeldscherm staat mijn level. Daarnaast mijn snelheid in “miles per hour”. Daarnaast mijn Power Watts. Ik moet ervoor zorgen dat Bas trots op me is, maar ik heb geen reet aan deze cijfers. Ze zeggen me niets. Ik snap ze niet.

Waarom geeft het scherm rechtsboven mijn afgelegde afstand in kilometers aan, maar mijn snelheid in mijlen per uur? En wat zegt het wattage precies over deze fietstraining? Ik las ergens dat vermogen een maat is voor de hoeveelheid energie je kan opwekken per tijdseenheid. Zo’n zin lees ik drie keer achtereen en dan weet ik nog niets. Ik wil Bas zo graag overtuigen van de nieuwe weg die ik ben ingeslagen, maar het mist vooralsnog iedere vorm van fundering.

“Doe Marco maar 45”, zei Bas tegen zijn nieuwe medewerkster Ilona. Ik had geen idee wat hij bedoelde.

Na mijn eerste training  bij Fit20 (waarbij ik übermensch Bas voor het eerst kapot zag en hoorde gaan, dit ervoer ik als aangenaam) gaf ik Bas te kennen zijn trainingsmethode een spannende nieuwe ervaring te vinden. Met een ferme handdruk en korte knuffel nam ik afscheid van hem. Buiten zakte ik door mijn knieën en moest ik mij vasthouden aan een parkeerbord (linkerhand) en Anita (rechterhand). Dat was mij één keer eerder overkomen in mijn leven. Begin jaren negentig, in een Chinees restaurant in Etten-Leur. Ik had een sloot aan sake achter mijn kiezen. Ik was zo verwikkeld in een geanimeerd gesprek dat ik het aantal sakeetjes glad was vergeten. Overmand door zelfoverschatting ging ik languit in het volle restaurant nadat ik mij had geëxcuseerd bij mijn tafelgenoten voor een kort toiletbezoek.

“Duur! Absoluut geen interval!”.

Zo klonk de waarschuwing van Bas toen ik hem een dag nadien vroeg of ik mocht spinnen en, zo ja, hoe (“duur of interval?”).

“En NIET boven de 160!”, luidde het direct volgende dreigende WhatsAppje van Bas. Met 160 doelde hij op mijn hartslag.

Ik spinde een uur lang met de handrem erop. En ik mocht niet over de 160. Van Bas. Ik ben verslaafd aan fietsen. En vooral aan de pijn. Ik zoek de pijn op. En probeer haar dan te wurgen. Maar van Bas mag dat niet meer. Ik moet met mijn verstand gaan koersen. De idioot in mij moet de nek om worden gedraaid.

Ik mag niet over de 160. Alsof je een uur lang met je broek op je enkels naar een pornofilm moet kijken met een masturbatieverbod.

In het boek De Verborgen Motor van Martijn Veltkamp (overigens een regelrechte aanradert) las ik over de invloed van de psyche op de wielrenner. Bekend is het fenomeen van het protesterende hoofd naarmate de pijn in de poten toeneemt. Bij mij is het precies andersom. Mijn hoofd wil juist verder en dieper als de benen het al lang hebben opgegeven.

Ik ben Spookrijder, tegen wil en pijn.

En nu gutst het zweet uit mijn poriën van mijn onderarmen in de gym van een vijfsterren hotel in New Delhi en weet ik mij geen raad met de gegevens die het beeldscherm mij toeschreeuwen. Gegevens die mij niets zeggen maar Bas moeten overtuigen. Ik trap me een hallucinatie in. Want soms doemt buiten de Alpe d’Huez op. Zomaar. Over de mistige boomtoppen zie ik de contouren haar 21 bochten. In slowmotion zie ik Bas, staand op de pedalen. Vlak daarachter fiets ik. Met een levensgrote hartslagmeter op mijn rug gebonden. Als een schild tegen de roofvogels die vlak boven mij cirkelen. Gieren zijn het.

‘Spierfalen’ noemde Bas het. Dat klonk mij bekend (vooral na het afstappen na mijn vierde beklimming van de Alpe d’Huez in 2015). Fit20 heeft vier dagen geleden mijn spiervezels kapot gemaakt. Dat vond ik geruststellend klinken, omdat ik fietsen associeer met kapot maken, kapot gaan, kapot zijn.

Na vier dagen moeten de spieren in sterkere vorm hersteld zijn. Dát is het principe van Fit20. En vandaag is vier dagen na mijn Fit20 debuut in Rotterdam-Overschie. En vandaag is Fit20 in New Delhi beland.

Of het effect heeft gehad is weet ik niet. Ik heb haast 34 kilometer per uur gefietst. Dat is het enige gegeven dat ik bevat, maar het zal hoogstwaarschijnlijk te summier zijn voor Bas om een diagnose te kunnen stellen. Ik kan eigenlijk niet wachten om naar huis te gaan. ik wil Ilona weer horen tellen: .….een….twee…..drie…..vier…..vijf…..zes…..zeven…..acht…..negen……en tien!

Warempel. Ik mis Bas.

 

[Klik op de afbeelding voor een vergroting]

 

 

***

 

Blijf onze campagne volgen, blijf met ons Zingen in de Storm!

Donaties zijn welkom:

Actiepagina Bas Pronk

Actiepagina Marco Hendriks

 

 

-