“It’s dangerous to be too good”
– 
Bernard Shaw

 

Ik sta vlak voor de vitrine en sta op het punt van breken. Laat ik het zo zeggen zeggen: ik heb me solidair verklaard met de breekbaarheid van het brilletje. Het Brilletje van Mohandas Karamchand Gandhi. Mahatma voor vrienden.

 

Ik was die ochtend niet bepaald in de Mahatma modus opgestaan. Het ontbijt in het Metropole Hotel, gelegen aan Subhash Bridge Corner, u weet wel, nabij de R.T.O. Circle waarop het pompeuze beeld staat van Subhash Chandra Bose, de Bengaalse politicus die aan de wieg lag van de onafhankelijke staat India maar evengoed warme banden onderhield met zijn duistere vriendjes Adolf en Benito, viel ronduit tegen. De koffie was niet te zuipen, in de ‘watermelon juice’ dreven stukjes watermeloen (daar draait mijn maag van om), de broodrooster functioneerde niet en in de omelet zat geen kaas. De door ons veronderstelde meloen bleek papaya te zijn. Het geeft de weeïge smaak die u vlak na het braken zult hebben. Bovendien was de jam op.

En dus waren wij veroordeeld tot zes gortdroge muffins (drie elk) die mijn toch al droge keel, na een intensieve training vlak na het opstaan in de gym van dit hotel (de fitnessfiets was niet in hoogte af te stellen, de zadel niet naar achteren te plaatsen waardoor ik nogal ineen gedrongen moest trappen op de fiets die slechts één standje ‘vals-plat-met-windje-tegen’ kende, ik ging to-taal kapot) geen goed deden.

In kamer 408 was na het ontbijt voor de zoveelste keer mijn internet verbinding afgebroken waardoor de prijsonderhandelingen over een partij aluminium over Skype bleven hangen bij “Price conf…” en de tegenpartij in het Midden-Oosten nog altijd niet wist of er nu wel of geen deal was gesloten. Met dit onbestemde ‘ja of toch nee’ gevoel stapte ik in de auto van Vinod op wie ik voor de zoveelste keer deze reis (en alle voorgaande) een beroep moest doen op zijn hotspot (het gebruik maken van zijn Wifi verbinding).

De Gandhi Ashram, de woning en bezinningsoord van Mahatma, thans museum, lag echter verrassend dichtbij het Metropole Hotel waardoor ik simpelweg geen tijd had om Vinod te vragen zijn hotspot aan te zetten waardoor mijn klant in het Midden-Oosten nog altijd, dit duurde nu al tien minuten, zat te wachten op een antwoord of ik zijn prijs had geaccepteerd. Het aan het lijntje houden is een handelstactiek die eenzijdig voorbestemd lijkt aan henzelf, mijn Arabische vrienden. Andersom wordt het niet gewaardeerd.

“This is the house of Gandhi. Welcome!”, zegt Vinod met zijn overbekende koffiebruine stem. Op dezelfde golflengte lag de stem van de man die drie maanden geleden de van zijn vriend geleende racefiets aan mij overhandigde…”Marco, this is your bike. Welcome!”

Mijn hoofd zit nog altijd bij de deal. Beter gezegd “in” de deal. Of juist geen deal. Godverdomme. Ik heb Wifi nodig. Maar Vinod en Anita zijn al aan het lezen geslagen. Citaten van Mahatma. Over vrijheid. Democratie. Rechten. Plichten. Gelijkheid. Bezit.

“Excuse me? Vinod?”

Geen tijd, noch ruimte. Maar de kachel in Rotterdam moet branden nondeju. Ik moet die deal rondmaken. Schriftelijk, niet bellen. De lijn kan wegvallen. Weg deal. Paniek. Ik heb Wifi nodig. Nu.

We lopen langs foto’s van de man die we gerust naast onze Messias mogen plaatsen. Stik jaloers dienen wij te zijn op zijn nederigheid, soberheid en zijn gedrevenheid om zijn doelen niet gewelddadig te bereiken. Op de tientallen portretfoto’s staren de bezoekers in de vreedzame ogen van deze kleine grote held.

Belangrijker nog: iedere keer als we Gandhi in de ogen kijken, kijken we naar onszelf. In die zin is Gandhi een spiegel. Steeds weer. Een spiegel van ons geweten. Mijn geweten. Dat knaagt. Want ik mág het hier niet voelen, mág het hier niet denken, maar die deal die ik zó graag wilde maken….is-ie nou rond of niet…

En zo komen we bij de vitrine uit. En daar rust het Brilletje van Mahatma. En ik breek in stukjes. Ik laat natuurlijk niets merken. Mijn Ray Ben zonnebril is al jaren mijn trouwe metgezel op deze momenten.

Een dikke maand geleden stond ik met precies hetzelfde gevoel bij het ‘Imagine’ gedenkteken van John Lennon in Central Park, New York. Meteen kwam de ergernis naar boven over al die klootzakjes in ons geweldige land die de tekst van Imagine afdeden als een aaneenschakeling van clichés. Fuck you.

En hier, in dit mysterieuze land, overkwam me gisteren dezelfde emotie. Op internet had ik ’s ochtends nog gelezen dat in Nederland maandag 25 januari 2016 was uitgeroepen tot ‘Blue Monday’. Waar halen ze het vandaan. Je zou die hersenloze asbakken met een beperkt wereldbeeld godverdomme een enkeltje India gunnen. Bezoek de sloppenwijken van steden als Delhi, Agra en Ahmedabad en durf dan de woorden ‘Blue Monday’ nóg eens in je goed doorvoede verwend westers smoeltje te nemen.

Ik kijk naar het brilletje van Mahatma dat, verdomd als het niet waar is, veel weg heeft van het brilletje van Lennon. Vanaf vandaag verplicht ik mijzelf de wereld te bekijken door de Bril van Mahatma.

Eerst de deal in het Midden-Oosten rondmaken. Daarna begin ik meteen.

 

2016-01-2617.27.55

 

 

 

-