Toen enkele bevriende relaties zich officieel als sponsor bij mij hadden gemeld, vervolgens de daad bij het woord voegden met enkele ruimhartige donaties, nam ik me voor om ze persoonlijk te bezoeken. Allemaal. Op de racefiets.

Onderweg vormden mijn vrienden, onder de invloed van de muziek van Bruce Springsteen, in mijn hoofd de nieuwe regering van ons land.

 

“I want to go to that riverside
I want to find that river of life
I want to find that river of love
I want to find that river of faith
And that river of hope
Tonight I want to go to that river of transformation
where you can go and you can be changed,
but you got to work at it.
That’s right….”

 

***

 

Deel 1 – Hennie, Minister of Faith

 

2015-05-08 13.37.53

 

“Ooit reed ik mijn auto in de prak. Op de Boezembocht was dat. Door Springsteen. Mona draaide ik.”

Aan het woord is Hennie, directeur van NIRINT SHIPPING B.V., sponsor van mijn Alpe-d’HuZes Campagne.

Je hebt van die mensen die je in je leven tegenkomt met wie je meteen een klik hebt zonder dat je elkanders deur hebt plat gelopen. Wat heet, de keren dat ik Hennie heb ontmoet kan je op één hand tellen:

De eerste keer was in 1996. We bezochten op uitnodiging van JORDEX B.V. in het kader van het EK Voetbal de wedstrijd Nederland-Schotland in Birmingham.

De tweede keer was jaren later op Schiphol: Hennie was op weg naar Cuba – ik rende naar de gate om mijn vlucht naar New Delhi te halen. “We spreken”, spraken we in het vluchtig voorbij gaan schreeuwend af, waarop ik corrigeerde “Nee we schreeuwen nu!”.

De derde keer was volgens mij tijdens de bekerfinale Feyenoord-Roda JC. In 2008. Weer op uitnodiging van Jordex. We wonnen met 2-0. In het Zalmhuis werd ik zo dronken, niet in de laatste plaats door het funky jazzcombo dat een free style uitvoering van Hand in Hand ten beste gaf, dat ik me niet veel meer weet te herinneren van die avond. Vandaar de volgens mij in de eerste zin van deze alinea.

Nirint in titel rol

De vierde keer was in de bioscoop al betrof het dit keer, merkwaardig genoeg, geen fysieke ontmoeting. Ik ging in Pathé De Kuip naar de docu-film The Other Side of the Heart is White en bij de titelrol viel mijn oog plotseling op de naam NIRINT SHIPPING. Producent van de film: Hennie Huigen.

Ik stuurde hem na afloop een emotionele e-mail waarin ik mijn dankbaarheid betuigde voor het belang van het vastleggen op film van het Feyenoordsentiment. De herkenbaarheidsfactor was zo hoog dat ik een levenofdood gevecht met mezelf moest uitvechten om de tranen niet uit mijn oogkassen te laten rollen. Hoe vaker we verliezen, hoe dieper de liefde wordt voor onze voetbalclub die de mismaaktheid heeft van een oorlogsslachtoffer maar tegelijk de trotse waardigheid van een oorlogsveteraan.

De DVD laat ik nog altijd graag zien aan buitenstaanders die zich afvragen wat een mens in ’s hemelsnaam beweegt om Feyenoordfan te zijn. ‘Te zijn’ ja, want niemand wordt zoiets vrijwillig. Of zoals Theo Maassen ooit zei: “naar Feyenoord gaan is hetzelfde als vrijwillig naar een verkeersongeluk staan kijken. Zoiets doe je gewoon niet.” Zit wat in.

Niet lang daarna schreef ik een open brief (zie The Other Side of my Letter is White) aan de Feyenoord selectie. Het was de laatste dag vóór Feyenoord-Ajax, de wedstrijd die de gemoedstoestand voor de rest van het jaar bepaalt. De brief was geïnspireerd op de film die Hennie had geproduceerd. Ze miste haar uitwerking niet en ook weer wel: ‘niet’ omdat het Blog meer dan tien duizend keer werd bezocht en gedeeld op Facebook en het voor aanvang van de wedstrijd zelfs werd aangehaald door Jan-Dirk Stouten van Radio Rijnmond, en ‘wel’ omdat Feyenoord met 1-2 verloor en daarmee de Coolsingel weer een extra jaar leeg bleef.

 

“I want to go to that river to sanctification
where all life’s graces and blessings can fall down upon you like rain,
but you’ve got to work at it.
I want to go to that river or resurrection where everybody gets a second chance
but you’ve got to work at it.
Tonight I want to go to that river of sexual healing and companionship.
I want to find that river of joy and that river of happiness.
I’m not bullshitting back here!
But you just don’t stumble onto those things,
you don’t find those places by accident.
You’ve got to seek them out and search after them.
(…)you can’t get to those things by yourself.
You got to have help…”

 

2015-05-28 18.57.24

Marco en Ruud, voor Villa Park (Birmingham 1996)

In Birmingham, 10 juni 1996, na afloop van Nederland-Schotland, een bloedeloze 0-0, verdeelde de Nederlandse klandizie van Ruud van Jordex zich in twee kampen: een Ajaxkamp dat na afloop meteen trok naar de protestante Glasgow Rangers fans en een Feyenoordkamp dat uiteraard in de katholieke Celticfans hun evenbeelden zag. Ik sprak met Hennie die avond over onze gedeelde liefde voor Bruce Springsteen.

Na die trip in 1996 zond Hennie mij een cassettebandje toe met het mij nog onbekende Losin’ Kind van Springsteen. Het nummer dat de leek (ik ben een lijk, zeker geen leek) niet meteen zou verenigen met The Boss, laat staan met Hennie, een meer dan succesvol ondernemer, maar het is tekenend dat Hennie juist dit nummer voor mij opnam.

 

“Weet je dat nog Hennie, van Losin’ Kind?”, vraag ik hem  in Barendrecht, terwijl hij het CD-hoesje bekijkt van 21 BOCHTEN OP MUZIEK (zie 21 Bochten Op Muziek). Hij fronst zijn wenkbrauwen bij nummer 10, bocht 12, 1.161 meter hoogte. Dan lacht hij.

“Zeker weten”, antwoordt hij.

Ik wil hem zeggen dat ik het tot op de dag van vandaag verbijsterend vind dat een succesvol ondernemer als Hennie zo onder de indruk was van een lied als Losin’ Kind. Maar Hennie is mij nèt voor als hij me, in de vergrotende trap, zegt:

“Weet je…Springsteen hè….Heb ik je dat ooit verteld? Dat ik ooit in de Boezembocht letterlijk de bocht uitvloog? Ik draaide dus Mona, dat Bo Diddley-achtige nummer dat vaak vooraf ging aan She’s the One. Goed. Ik zat zo ín Mona dat ik mijn auto de vernieling in reed. Ken je dat?”

Ik moest ontkennend antwoorden.

Het enige wapenfeit waarop men mij kan betrappen, lang niet zo Rock & Roll, is het rijden van een extra rondje in de auto als een nummer niet afgebroken mag worden. Zo koppel ik Fade Away van Bruce nog altijd met de sterfdag van Ome Beer. Toen Bruce zich een weg zocht naar het wegebbende  outro meende ik in de smeekbede I don’t wanna Fade Away….No I don’t wanna Fade Away… serieus de stem van Ome Beer te horen, waarna ik doelloos rondreed en mijn auto terugvond in de wijk Charlois, gelukkig overigens met de bestuurder, ik zelf dus, er in.

 

“En Seeds. Die uitvoering uit San Fransisco. Voor een of ander goed doel. Ken je die?”

Ik knik beteuterd van nee. Ik voel mezelf een B-fan in het bijzijn van Hennie.

“Krijg je van me. Nog effe opzoeken.”

Al hebben we ons hele lang leven veel te weinig tijd voor elkaar, hij twijfelde geen seconde toen ik ook hem vroeg of hij mijn Alpe-d’HuZes Actie wilde ondersteunen. Tuurlijk, mailde hij me. Een dag later stond de donatie bijgeschreven op mijn Actiepagina. Mijn hart zong Geen Woorden Maar Daden op de melodie van My Love Won’t Let You Down.

“Vuile kutziekte… doe je best 4 juni namens alle patiënten! En binnenkort drinken we een biertje! In Melief! Met Ruud! Doe ‘m de groeten van me!”

Hij zwaait me uit. Ik kijk om naar de man met het Springsteen-, Feyenoord- en Alpe-d’HuZes-hart wiens dochter ook Fabienne heet. Hennie komt in de buurt van de ideale man. En natuurlijk is Losin’ Kind de koppeling tussen Bruce en Feyenoord. Het is allemaal logisch. Hennie klopt. Een geweldige Minister of Faith. Een geweldige? De beste!

Ik ben onderweg naar Ruud. Van Jordex.

2015-05-08 13.39.52

2015-05-08 13.40.30

 

Intermezzo:

Tijdens de slechts 6,8 kilometer lange fietsrit, die ik beleef als tijdrit met de smaak van bloed in de mond, van Hennie naar Ruud denk ik aan Tenth Avenue Freeze-Out van Bruce Springsteen. In de live-uitvoering van New York City Live (2000) die maar liefst twintig minuten duurt, brengt Bruce een ode aan de bandleden van zijn “heart-stopping, earth-shocking, earth-quaking, heartbreaking, air-conditioner-shaking, history-making, viagra-taking legendary E -STREET BAND!”.
In Bruce’s hommage krijgt ieder bandlid een ministerspost toebedeeld. De tekst van Bruce ken ik haast letterlijk – de bijbehorende beelden kan ik zo oproepen. Als ik maar genoeg wijn drink. Of fiets.
Uit die herhaalde oproep van Bruce (“you gotta work at it”) haal ik mijn inspiratie om mensen te mobiliseren. In te zetten voor het goede. Ik zie mezelf als pizzabezorger van zendingswerk.
Bruce op de knieën voor zijn helden. En precies zo wil mijn donateurs en sponsoren bedanken.
Namens alle patiënten en ex-patiënten ga je, net als Bruce, op je knieën voor ze.
Ik ben bijna bij Ruud. Ik stamp op de pedalen. Bloed in de mond. Bruce zingt in je kop door. Dreunend. Als een mantra. Je maakt van New York gewoon Rotterdam. Van Clarence Ruud. En de verbeelding doet de rest.


“Now, last but not least! That’s right, last but not least!
I’m talking about the Minister of Soul,
secretary of the brotherhood,
the next senator from the state of New York Rotterdam.
Do I have to say his name? (No!)
Do I have to say his name? (No)
Say who? (Clarence Ruudje!)
Say who? (Clarence Ruudje!)
Say who? (Clarence Ruudje!)
Say who? (Clarence Ruudje!)
Say who? (Clarence Ruudje!)
Say who? (Clarence Ruudje!)
Say who? (Clarence Ruudje!)
Say who? (Clarence Ruudje!)
Say who? (Clarence Ruudje!)
Say who? (Clarence Ruudje!)”

 

https://youtu.be/AqKf_EcUFQE

De hele clip is de moeite waard, maar v.a. minuut 8 begint Bruce aan zijn ode aan de leden van de E-Street Band!

 

Deel 2 – Ruud, Minister of Soul

Ruudje

Veel tijd had-ie niet. Ruud. Verbouwing je weet wel. Wat? Verbouwing? Alweer? Ja man. Maar voor jou maak ik tijd Mar. Dat weet je. Hoe laat rijd je bij Hennie weg? OK. Zie ik je. Hoi.

Ik sta buiten te wachten en lees de WhatsApp berichtjes na. Die tussen Ruud en mij. Ik sta tussen zijn oude pand en de nieuwe vleugel in. Maar ook de nieuwe vleugel is niet meer echt nieuw. Want Ruud heeft alweer een nieuw pand gekocht. Aan de overkant. Daar gaat, geloof ik, de afdeling Export heen verhuizen.

Vanaf 1994 doe ik zaken met Ruud maar ik ken hem al sinds de jaren zeventig. Ruud was de buurjongen die in de lage huisjes woonde bij ons in de wijk Kreekhuizen, gemeente Rotterdam-IJsselmonde. In 1994 huisde Jordex nog op de Waalhaven in een kantoortje driehoogachter.

“Godverdomme Mar!”, waren de eerste woorden die hij tot me sprak in 1994, “lang geleden man!”.

Ruud speelde in dezelfde voetbalelftallen als mijn broer Ed. Nadat Ed en ik waren gestopt met voetballen en kozen voor de flessen Jim Beam en pakjes Marlboro (ik verwijs naar zo ongeveer alle voorgaande Blogs) verloren wij alle contacten met de leden van voetbalvereniging Overmaas, waaronder Ruud.

Maar in 1994, in hun Anne Frank-achtig kantoorpandje met een wirwar van trappen, deuren, bureau’s en teringzooi werd de vriendschap nieuw leven in geblazen. Het team bestond uit vier à vijf man. Slechts één man uit die tijd, Jan, werkt nog altijd voor en met Ruud. Met Jan (man met de spreekwoordelijke ‘poten in de modder’, ogen van een droevige hond die zijn baasje kwijt is, gouden hart, man met een eerlijke en in ons bijzijn gedurfde muzieksmaak – refererend aan die steeds terugkerende discussie over de zin van Depeche Mode) hebben wij nog altijd dagelijks contact.

“Doe er maar vijftig!”, mailde Ruud me.

IMG_7723

Ruud krijgt 50 CD’tjes van de Alpe-d’HuZes Express overhandigd: iedere medewerk(st)er kreeg er een!

Want uit zoveel mensen bestaat zijn personeelsbestand op dit moment. In twintig jaar tijd. Als een komeet. Vijftig CD’tjes dus, gewoon pats boem bovenop de donatie die hij al gedaan had als sponsor voor mijn Alpe-d’HuZes Actie.

We gaan op de foto. We staan vlak voor de entree naar zijn kamer. Dezelfde kamer waar Ruud en ik twee jaar geleden eventjes vette schijt hadden aan Jacques Herb’s Een Man Mag Niet Huilen en wij de schillen van onze ogen huilden. Lex stond op het punt van overlijden.

IMG_7716

[Klik op de foto’s voor een vergroting]

 

“Zo verschrikkelijk kut. Godverdomme. Die vuile vieze kutzietke”, snikte Ruud denkend aan zijn te vroeg overleden moeder. Ik krabde een wondje op mijn scheenbeen open.

Ik zag alle mogelijke schakeringen zwart voor mijn ogen. Er werd koffie gebracht. We zagen lijkwit. We dachten aan Dubai. Een paar jaar geleden nog maar. Met Lex. Ruud dus. En Peter (groot wijnliefhebber, Lou Reed adept, rijdt graag vol gas dwars dóór alle stoplichten en kruispunten heen, loopt als hobby ongetraind en het liefst on-ingeschreven marathons), de man die enkele jaren daarvoor de overstap maakte van rederij Mitsui OSK Lines naar Jordex. In de verzengende Emiraatse hitte werden we dronken en eiste Lex meer en meer en meer van zijn Rotterdamse reisgezelschap. We omarmden de bloedhete nacht en zagen uren later tot onze beschonken verbazing de zon opkomen.

[Klik op de foto’s voor een vergroting]

 

“Kijk en hier komt het peloton langs.”

Ruud is niet te stoppen. Begin juli passeert de karavaan van de Tour de France het bedrijfspand van Jordex, of sinds deze week bedrijfspanden.

“Bierpompie. Barbecuetje. Gezellig. Maar eerst fietsen. Uurtje of twee, drie. Met ex-profs Maarten den Bakker en Jeroen Blijlevens. Lachen toch?”

Ruud ten voeten uit. Hij ontvangt gasten in de Skyboxen van Feyenoord en Sparta. Hij organiseert voetbalreizen voor zijn klanten naar alle EK’s en WK’s sinds 1994. Land van bestemming is daarbij van ondergeschikt belang.

[Klik op de foto’s voor een vergroting]

 

Om de twee jaar volgde er een uitnodiging die ik lang niet allemaal kon waarnemen. Zoals Brazilië vorig jaar toen we thuis midden in een verbouwing zaten en Anita de wanhoop nabij was. Het huis was een slachtveld. Ik stelde me voor hoe een gewhatsappt fotootje van manlief vanaf een coconutstrand bij haar over zou komen. Ik schaamde me diep maar moest ter meerdere glorie van mijn huwelijk om twee voor twaalf afzeggen bij Ruud.

“Geeft niets Mar. Kan gebeuren maat. Volgende keer beter.”

Ik zou een klant zijn strot hebben afgedraaid met zo’n last minute afzegging maar Ruud niet. Zo is hij niet. Hij toont begrip. Hij beloont loyaliteit.

[Klik op de foto’s voor een vergroting]

 

Vorige week kwam-ie nog bij me langs. Met Henk, mijn ouwe Feyenoord-kameraad. Ter viering van ons nieuwe kantoorpand overhandigden zij een canvas. Met de beeltenis van Ernst Happel (in zo ongeveer alles de tegenpool van die fucking loser Flet Lutten). Tekst: Kein Geloel. Fußbal spielen. We aten roze koeken die ze hadden meegenomen. Haalden oude verhalen op. Toen zij weggingen herhaalde ik drieëndertig keer hoe dankbaar is was, omdat ik geloof in de kracht van de herhaling.

2015-04-24 10.38.35

Rotterdam 24 april 2015: Henk en Ruud geven mij een prachtige canvas van Ernst Happel.

 

Twee jaar geleden sponsorde hij mijn Alpe-d’HuZes actie al, terwijl hij al een ander team sponsorde. Een weekje later kwam hij al terug op zijn oorspronkelijke afzegging met de beroemde woorden “pleur maar op. Ik ondersteun jou ook gewoon.”

Deze no-nonsense praat kan alleen maar uit de mond komen van een kerel met het hart op de juiste plek. In mijn Alpe-d’HuZes Express zit hij business seat met een teiltje lauw water voor zijn voeten en een koud biertje nabij.

Wij zijn niet zijn grootste klant van Jordex. Wel misschien de oudste. En zeker de trouwste.

Say Who? Say Who? Say fucking who? RUUDJE!

 

Maar de rit gaat verder. Als derde adres bezoek ik Ed, en dan niet mijn broer. Deze Ed is een krappe twee metertjes lang, dus noemen we hem Edje. Of Kuippie, refererend aan zowel zijn achternaam als onze favoriete voetbaltempel. Edje K. mag ook. Of ‘die lange’. Daar luistert-ie ook naar.

In de Mio Cyclo 315 toets ik in zijn adres in. Een krappe zes kilometer. Gemeen zijwindje tegen. Ploegen. Duwen. Trekken. Dansen. Terug naar mijn verleden.

 

Deel 3 – Edje, Minister of  Friendship

Kuipie

“Nee joh, pleur ’s op! Maakt toch helemaal niet uit. Maak je niet druk.”

Da’s de reactie van Edje K. als ik hem meld dat het logo van zijn bedrijf PRENT ROTTERDAM niet goed binnen is gekomen bij de Alpe-d’HuZes organisatie.

Prent Rotterdam EM afkeuring

 

Ja, da’s Edje ten voeten uit. Sponsoring van mijn Alpe-d’HuZes actie doet hij vanuit zijn hart, niet om perse zijn bedrijfsnaam op mijn shirt te krijgen.

(Even onder elkaar: ik steek anders in elkaar. Ik zou er op stáán. Ik moet nog veel leer van mijn vrienden. Dat beweert althans mijn spiegel iedere ochtend.)

Ik vroeg Ed nog om zijn logo in.eps formaat te mailen maar hij reageerde niet. Het interesseerde hem echt niet. Vandaar zijn “Nee joh, pleur ’s op!”. Geen woord van gelogen, noch overdreven. Hij sponsorde me daarnaast ook nog eens privé. Hopla.

Zou hij het letterlijk hebben bedoeld, vraag ik me af als ik bij hem aanbel. Dat ik op moet pleuren?

“Hey gozert!”, begroet hij me hartelijk als altijd.

Ik parkeer mijn fiets in de hal. Hij is alleen thuis. Het gezin is winkelen. Er staat geen muziek op tot mijn spijt. Nu Fisherman’s Blues van The Wayerboys horen uit zijn Wurlitzer en ik had hem ter plekke ten dans gevraagd. Ik in mijn wielerkleding, Ed op zijn badslippers. Ja beste Spookrijders, vergeleken bij alles wat ik ter plekke verzin, is zelfs Alice in Wonderland een saai aftreksel.

 

“Ah jammer. Nou kan niemand een foto van ons maken.”

“Nee joh. Pleur ’s op. Maakt toch niet uit, dat fotootje.”

Ik benijd zijn relativeringsvermogen. En zijn nuchterheid. En zijn Wurlitzer Jukebox. Dat laatste vooral.

2015-04-10 22.24.55

Hij schenkt een Spaatje Rood voor me in. Een unicum. Ik mag doorgaans graag bier met hem drinken. Liefst heel veel. In Melief Bender, de oudste kroeg in onze stad waar je nog ouderwets Rotterdams klantonvriendelijk en buitengewoon grof bejegend wordt door de kelners. Ik vroeg ooit te agressief om een biertje waarop een kelner (ik noem zijn naam, uit angst voor represailles, bewust niet) antwoordde: “als jij nou ’s je muil houdt, lelijke griezel dat je d’r zit.” Twee keuzes sindsdien: of je komt er nooit meer terug, of je bestelt de volgende keer op een wat humanere toon een biertje. Ik koos voor het tweede.

Melief met Kuipers

Met Edje in Melief, nieuwjaarsborrel 2014….volgens mij…

 

Edje K. ken ik al van kinds af aan. Wat zeg ik? Van baby af aan. Terwijl hij naar de lagere school ging, Edje is een paar jaar ouder dan ik, mocht ik met zijn autogarage spelen. Die had zelfs een slagboom. Onze moeders dronken koffie en wisselden de laatste roddels uit van de Kerstendijk. Tante Ivonne, zijn moeder, schonk koude appelsap in. Dat had ik nog nooit op.

“1 Juni verhuizen we naar de Waalhaven. Leuk pandje. Zin in.”

Edje doet iets in lampjes. En bekabeling. Elektriciteit. Aarde. Watts. Ampères. Volts en zo. Geen idee. Nooit ene moer van begrepen op school.

2015-05-18 08.59.01

De “F” van Machteld en Edje. Let u ook op de fraaie wijze waarop Uw Spookrijder de bekabeling heeft weggewerkt.

Van Edje en zijn levensgezellin Machteld (bruist méér dan de driehonderdzesenvijftig flessen Spa Rood die ik de afgelopen vier maanden dronk) kreeg ik bij de officieuze officiële opening van ons pand een verlichte roodwitte Feyenoord-F. Die moet iedere dag aan, anders begint de dag niet goed. Edje en ik hebben meer Feyenoordgevoel in het topje van ons geslachtsdeel dan alle penissen van de gehele huidige Feyenoordselectie bij elkaar opgeteld. En dat zijn nogal wat lullen bijeen, vergist u zich niet!

Ik slik bij de datum. 1 juni.

“1 Juni vertrekken wij naar de Alpe, Ed. Met Aniet. En mijn ouders. Hoe is het trouwens met jouw ouders?”

[Klik op de foto’s voor een vergroting]

 

Bij de ouders van Ed begon de relatie tussen Anita en mij ooit. Op zaterdagavond 14 maart 1992. Feyenoord verloor met 0-1 van MVV. Na afloop gingen wij naar de verjaardag van Ome Jan. Dit was ons eerste uitje ooit.

Tante Ivonne associeer ik, vijfenveertig jaar later, nog altijd met een speelgoed autogarage-met-slagboom en koude appelsap. Ome Jan, zijn vader, is de allerbeste moppentapper die ik ken. Gortdroog. Als ik zijn moppen vertel, lacht zelden iemand. Als hij ze vertelt moet de halve woonkamer aan de beademing. Na z’n mop lacht hij zelf nooit, maar draait hij zijn hoofd wat verbaasd weg. Dan kan je mij wegdragen.

“Een maatje  van mij is jager. Hij gaat op zaterdag altijd jagen bij het meer om de hoek van zijn huis. Hij besluit om een hond te kopen en deze mee te nemen wanneer hij gaat jagen.
De zaterdag daarop gaat hij jagen en neemt zijn nieuwe hond mee. Wanneer hij een eend heeft afgeschoten en deze in het water valt, geeft hij de hond de opdracht deze te gaan halen. De hond rent over het water heen en pakt de eend in zijn bek en rent over het water weer terug om deze eend aan zijn baasje te geven.
De jager staat er van te kijken en denkt dat die hond niet goed snik is.
De volgende zaterdag neemt hij een dierenarts mee en hij schiet weer een eend af. Weer valt deze op het water en weer rent de hond over het water en pakt de eend in zijn bek en weer rent-ie met de eend over het water terug en geeft-ie de eend aan zijn baas.
De jager vraagt aan de dierenarts wat er nou aan de hand is.
De dierenarts vraagt “…tsja….wat heb je voor die hond betaalt?
Zegt de jager “vijfhonderd euro.”
Zegt die dierenarts “da’s een knappe prijs voor een hond die niet kan zwemmen.”

 

“Pa en ma zijn op vakantie. Volgende week komen ze terug”, om hier plotseling aan toe te voegen “maar ik word gek van die Spa Rood van je. Ziet er niet uit. Ma wordt volgende maand vijfenzeventig. Vrijhouden, dan gaan we weer zuipen. Barbecuetje en zo. Dan ben jij die berg op geweest, dus jij kan dan lekker zuipen.”

Na een bezweten knuffel mijnerzijds omhels ik weer de eenzaamheid op de fiets. Edje is naar Brucenormen mijn Minister of Friendship. Omdat ik toevallig de beste vrienden van de wereld heb.

In juni ga ik met hem doorzakken. Staat.

 

***

In mijn vorige Blog (zie Loftrompet) opperde ik al het idee dat mijn ondernemende vrienden Nederland zouden moeten leiden. Niet die omhoog gevallen naar asperges riekende kutballen van megaconcerns als de KLM (denk aan de stoelendanser Camiel Eurlings) KPN, Shell en Akzo Nobel. Opzouten. Jullie zijn even onbetrouwbaar als de politici die ik veracht. Van links tot rechts. Ik kots van ze. Allemaal. Zij maken keuzes waarvoor ik me ten diepste schaam. Er was geen geld voor onderzoek naar kinderleukemie toch? GEEN GELD VOOR ONDERZOEK NAAR KINDERLEUKEMIE?!  GEEN GELD VOOR ONDERZOEK NAAR KINDERLEUKEMIE?! GEEN GELD VOOR ONDERZOEK NAAR KINDERLEUKEMIE?!

Stel schoften.

U dacht dat ik zat te dollen toen ik het had over mijn ondernemende vrienden? De boel ‘n beetje zat op te neuken? Zeker niet!

Ik zal het u nog sterker vertellen:

Als mijn vrienden Harry, Jos, Marc, Erwin, Carlos, Hennie, Ruud en Edje K. het kabinet zouden vormen, zou de menselijke maat weer de norm zijn.  Gewoon helder denkende no-nonsense mensen-mensen die met hun frisse, pragmatische en inspirerende inslag slechts één ding willen: terug naar de beschaving.

Ik verzeker u dat een goed doel organisatie als Alpe-d’HuZes niet eens zou bestaan. Mijn ondernemende vrienden zouden zich schamen voor iets onfatsoenlijks als geldgebrek voor onderzoek naar kinderkanker. En alle Laura’s (zie Stille Heldin) zouden voorgoed werk hebben.

Net als u, lezers van dit Blog, zijn mijn vrienden veroordeeld tot het doneren van geld via hun schrijvende fietsvriend.

Laat dat de trieste conclusie zijn van deze hele missie en van dit Blog in het bijzonder: dat het in een beschaafd land als Nederland een grove schande is dat zoiets als Alpe-d’HuZes überhaupt nodig is…

 

Profielfoto

 

***

 

Ooit zullen mijn vrienden de regering van dit land vormen. Totdat het zover is, laat u alstublieft het onderzoek naar kanker nooit stoppen! Steun middels een donatie mijn campagne op mijn Actiepagina.

Namens alle Hennies, Ruudjes, Edjes en namens alle (ex-)patiënten bedankt!

 

***

 

Grote dank aan de Ministers van het toekomstige kabinet Hennie, Ruud en Edje. Dank voor hun medewerking bij de totstandkoming van dit Blog, dank voor de donaties, dank voor de onvoorwaardelijke kameraadschap.

 

 

-