De Roparun is een estafetteloop van meer dan 500 kilometer van Parijs (en Hamburg) naar Rotterdam waarbij mensen, in teamverband, een sportieve prestatie leveren om op die manier geld op te halen voor mensen met kanker. (…) Het motto is al jaren: “Leven toevoegen aan de dagen, waar vaak geen dagen meer kunnen worden toegevoegd aan het leven”.

 

***

 

Zondag 11 februari 2018 ging ik naar het Kralingse Bos waar mijn schoonzoon Jeremy en dochter Fabienne wekelijks deelnemen aan een Bootcamp. Ik wilde wel eens met mijn eigen ogen zien wat een Bootcamp nu precies inhield. Er zitten nog wat resten van Europees cynisme in mijn gestel en die restanten weerhouden mij ervan om Amerikaanse fenomenen als Valentine’s Day, Thanksgiving en eigenlijk ook een Bootcamp serieus te nemen.

De geestelijke spagaat was die vroege morgen al meteen compleet toen ik de ontwapende gezichten van Jeremy en Fabienne aanschouwde: klaar voor de inspanning, klaar voor de uitdaging, klaar voor de Bootcamp. Vooroordelen, stammend uit mijn tijd waarin werd gedacht in algemeenheden als goed en fout, rechts en links, kennen zij niet.

Bij de Plas zetten wij onze fietsen neer. We schudden de handen van de andere Bootcampers die ik voornamelijk kende van het basketbalteam waar Jeremy van jongs af aan deel van uit maakte. Ook basketbal past uiteraard in het rijtje overgewaardeerde Amerikaanse sporten. Nee dan natuurlijk liever een puur Hollandse sport als korfbal, de sport van mijn dochters…

Ik was die ochtend niet alleen nieuwsgierig naar het verschijnsel Bootcamp an sich. Ik vond de gedachte ook vertederend dat deze groep jong volwassen mensen (toch te boek staand als lui, egocentrisch en oppervlakkig), zich wekelijks willen inzetten voor een goed doel.

Sceptisch nieuwsgierig, laat dat de omschrijving zijn van mijn gemoedstoestand toen wij het zompige grasveld betraden waar de Bootcamp zou plaatsvinden. Om blijk te geven van mijn sociaal-empathische inborst had ik voor de gelegenheid mijn gewatteerde Alpe d’HuZes koersjas aangedaan.

Arno, de 25 jarige boezemvriend van Jeremy en marketingmedewerker bij Forward Lease, begon de Bootcamp met een warming-up waarbij het mij opviel dat alle oefeningen Engelse benamingen hadden. Dit anglicisme leek niemand iets te deren en dus werd de Bootcamp olijk begonnen met three rounds of ten pushups, ten squats en twenty mountain climbers each.

Ben, Jeremy’s andere vriend voor het leven die ik nog kende uit hun basketbaltijd, bleef bij mij staan: ‘Ik heb cross-fit gedaan en nu ben ik overtraind.’ Bij navraag bleek cross-fit een high intensity circuit dat je aflegt in een sportschool. Wij ouwe lullen noemden zoiets in de middeleeuwen een Apenkooi.

‘We doen dit nu voor het vierde jaar. In de aanloop naar de Roparun organiseren wij iedere zondag deze Bootcamp. Tegen betaling van minimaal vijf euro kunnen mensen een uur lang meetrainen. We hebben gemiddeld zo’n 15 deelnemers en dat aantal is groeiend. Heel tof allemaal. Vandaag is het iets minder druk omdat Lydia, de vrouw van Arno en een van onze grote animators, afwezig is. Zij neemt altijd meer mensen mee. Sowieso wordt het steeds drukker naarmate de Roparun dichterbij komt. Die is trouwens op 19 mei. En u? U doet weer mee aan Alpe d’HuZes zag ik op Facebook?’

Ben had “u” tegen me gezegd. Een goede opvoeding dus. Eén van die opvoeders, Sandra, de moeder van Ben, was als deelneemster aan deze Bootcamp nu bezig aan een zogenaamde Downward Facing Dog met een Calf Stretch Cobra als toetje, als ik haar zoon Ben goed had verstaan. Ik keek mijn generatiegenoot Sandra aan en dankte God op mijn knieën dat ik zelf had afgezien van deelname. (“Bang voor blessures” heette die leugen. Ik ben de laatste die Halbe Zijlstra zal afbranden op grond van het vertellen van een onwaarheid. Ons land telt vele hypocrieten. Ik ben er eentje van, maar eentje die er tenminste voor uitkomt).

Tijdens de power session, bestaande uit drie series van tien jumping lunges high knee, drie series van tien push ups en drie series van tien burpees (had ik dat goed verstaan, dertig keer achtereen boeren laten?), sprak ik Ben weer:

‘Ik ben nu 24 jaar en ik ben militair bij de luchtmobiele brigade in Assen. Sporten is mijn leven. Ik móet bewegen. Door mijn kwetsuur moet ik nu rust houden, maar ik kan niet wachten om weer te kunnen Bootcampen. Het is toch prachtig om lekker bewegen te kunnen combineren met familie en vrienden voor het goede doel?’

Vorig jaar verwelkomden wij deze jonge (en jong ogende) helden nog op de Coolsingel. Duizenden mensen stonden zij aan zij hun handen blauw te slaan. Het huilen stond menig deelnemer nader dan het lachen. Kanker vergt niet alleen het uiterste van kankerpatiënten – ook de meelevende familieleden, vrienden en nabestaanden hebben eendrachtig een vuist gebald om kanker de wereld uit te krijgen. De kracht van de Roparun zit hem in de massaliteit. De Roparun is een instituut op zich in het Rotterdamse dat eigenlijk meer landelijke exposure zou verdienen, maar daarvoor vindt dit evenement een 80 kilometer te zuidelijk plaats.

‘Sorry, maar ik moet weer door.’

Onder aanvoering van Ben volgde er een serie planking, shouldertapping, side-planking en leg-raising waar een gemiddelde hond geen brood van zou lusten. Naast Sandra stond haar steeds bleker wordende maar oh zo dappere vriendin Karin. De groep werd, buiten Jeremy en Fabienne, gecompleteerd met Mirjam, de zus van Arno, Bas en Lynn. De oosterwind sneed gemeen door de dunne stof van hun trainingskleding. Het park was deze zondagochtend al goed bevolkt met tal van loopgroepjes, sportende koppeltjes en jonge gezinnen die hun kroost en honden uitlieten.

Het leven leek zowaar te deugen, moest ik schoorvoetend en blauw van de kou toegeven.

Ik bekeek Arno, Ben, Bas, Lynn, Mirjam, Jeremy en Fabienne. Het zouden zo maar mijn kinderen kunnen zijn. De laatste is het in letterlijke zin, de voorlaatste in schone zin. Door de ogen van Sandra keek ik naar Ben. Op internet las ik een artikel dat steeds minder kinderen aan kanker overlijden.
Terwijl de groep bezig was aan de Tabata sessie (een naam die klinkt als een Aziatisch gerecht dat slecht nieuws betekent voor je spijsverterende organen) en Arno tijdens de Jump Squats wit wegtrok (terwijl het voor zijn ogen juist zwart werd, dat paradoxale gevoel ken ik), dacht ik aan Luca Jones, het zoontje van Feyenoord-doelman Brad Jones dat op 18 november 2011 op zesjarige leeftijd het leven liet aan de gevolgen van leukemie.

Terwijl Ben de Buy Out (voorheen cooling-down) aankondigde dacht ik niet alleen ónze kinderen, niet alleen déze sportende kinderen, maar dacht ik aan álle kinderen en aan álle kinderen ván onze kinderen. Enkel en alleen omwille van de toekomst stond Ben hier te blauwbekken, ging Arno haast over zijn nek, vergde Fabienne het uiterste van haar lichaam, lachten Sandra en Karin hun dankbare maar ook zo vermoeide lach, sloeg Jeremy de armen om de schouders van zijn mouwloze collega Bas die zijn vriendin Lynn net nog aanspoorde om vooral door te zetten en niet op te geven.

Mijn betraande ogen waren niet alleen van de kou maar ook van de ontroering.

Ik was om, volledig om, omdat ik voelde dat de Bootcamp een eredienst was. Een eredienst voor Luca Jones en al diens lotgenootjes.

 

***

 

Genezingen zijn niet altijd wonderbaarlijk, zij kosten geld! Ondersteun jij de strijd van Team Nofalab om kanker de wereld uit te krijgen?

Deelname aan de zondagse Bootcamp for Ropa kost minimaal €5,00 per sessie. Check de link naar hun Facebook-pagina

Een donatie aan het team of een van zijn deelnemers kan hier!

 

 

***

FOTOGALERIJ

-Klik op een verkleinde afbeelding voor een vergroting-

 

 

 

 

V.l.n.r. Ben, Bas, Lynn, Sandra, Karin, Fabienne, Jeremy, Mirjam, Arno

 

 

 

-