Goedendag allemaal!

 

Het leven van een zwerfkat gaat niet over rozen.

U leest het goed, ik noem mijzelf geen ex-zwerfkat of voormalig zwerfkat. Mijn naam is immers Gitan, een naam die ik draag met trots, en mijn motto is “eens een zwerfkat, altijd een zwerfkat”.

Natuurlijk werd ik bij de Stichting ontvlooid en gevaccineerd. Dat moest zo blijkbaar. Het zou goed voor mijn gezondheid zijn. OK, ga je gang, dacht ik bij mijzelf, jullie je zin. Ik kreeg er immers te eten en te drinken, ik kon er spelen en ik had een dak boven mijn hoofd.

Maar ik mag het herhalen: eens een zwerfkat, altijd een zwerfkat en het leven van een zwerfkat gaat dus lang niet over rozen.

Zo mag ik in het huis waar ik sinds februari 2022 verblijf graag spelen. Je weet wel. Rennen, mijn waterbakje omgooien, aan de bank krabben, de kattenbrokken in mijn waterbakje gooien, aan de bedrand krabben, de kattenbrokken uit mijn waterbakje gooien, aan de bureaustoel krabben, de kattenbaksteentjes uit mijn privétoilet bonjouren (dat doe ik heel behendig met mijn achterpoten), op de laminaatvloer met het mengsel van van-water-melig-geworden-kattenbrokken-en-kattenbaksteentjes spelen, met de bloemen in de vaas spelen, met de blaadjes van de bloemen spelen, achter de losgekomen bloemblaadjes aanhollen, met plakband spelen, achter plakband aanrennen, de bloemblaadjes op het plakband proberen vast te maken en, last but not least, mijn specialiteit, met alles tegelijk (dus met de bloemblaadjes en het plakband en het waterbakje met kattenbrokjes en kattenbaksteentjes) spelen .

Overigens speel ik ook graag met papieren propjes en van die kleurige sierlinten die de mensen met een schaar laten krullen en die ze dan op een cadeautje plakken, maar die worden altijd om onverklaarbaar redenen pijlsnel van me afgepakt door mijn personeel dat ik daar niet verder over kan uitweiden.

Vervolgens heb ik twee krabpalen: één cilindervormige ter grootte van een olievat en ééntje die ik altijd mijn drietrapsraket noem. Die heb ik pas gekregen. Supertof ding waarop ik van etage naar etage kan springen. Soms spring ik zo hard dat ik hem een beetje kan laten wiebelen. Super vet. En ik heb natuurlijk mijn speelgoed. Een stoffen muisje, kattenrietjes, balletjes en een stoffen ding met een of andere vulling dat hier thuis de “Berensjors” wordt genoemd. Geen idee waarom, maar ik speel er maar wat graag mee.

Heel raar, maar mijn personeel noemt mij regelmatig boef of ondeugd of stout, terwijl mijn naam toch echt Gitan is.

Maar goed, nu kom ik dus op mijn punt: de goede lezer begrijpt wel dat ik dus echt bekaf ben na al dat gespeel en geren. Soms houd ik het een kwartiertje vol, soms een half uurtje, soms een heel uur. Het hangt af van de vorm van de dag: hoe heb ik geslapen, hoe heb ik gegeten, enzovoorts.

Ik ben dan zo ontzettend moe dat ik dan móet slapen. Daar heb ik zo mijn momenten en mijn plaatsen voor in het huis. Zo slaap ik graag op de vloerverwarming in de badkamer of in de hal tegen de CV onder de kapstok. Andere plekken zijn de krabpaal, de fauteuil waarin mijn personeel net wil gaan zitten of het toetsenboord van een van mijn personeelsleden.

De mensen halen vaak de Franse filosoof René Descartes aan. Hij zei “ik denk dus ik besta”. Maar ik ben een kat, een trotse zwerfkat! En mijn naam is Gitan en ik leef als een Gitan.

Mijn filosofie ?

Ik slaap dus ik besta!

 

 

 

***

 

Artikel geschreven voor het magazine Omzwervingen, 21e jaargang, nummer 41, voorjaar 2023, van de Stichting Zwerfkatten Rijnmond.

 

 

 

 

-