Niet veel mensen weten het. Dat iedere verreden wielerkoers van bovenaf wordt gevolgd. De Tour de France vormt er geen uitzondering op.

Ter duiding van dit fenomeen moeten wij afdalen naar zuidwest Frankrijk waar in het 800 inwoners tellende gehucht Labastide-d’Armagnac de Notre Dame des Cyclistes huisvest – een eeuwenoude kapel die sinds 1959 de bewoond wordt door de Patroonheilige van de Koers.

Diezelfde Patroonheilige van de Koers trok op vrijdag 1 juli 2022 richting Kopenhagen waar le Grand Départ van de Tour plaatsvond om de renners van etappe naar etappe te volgen, over de onbarmhartige kasseienstroken van Noord-Frankrijk, via de glooiende velden van de Lorraine, langs het Zwitserse Lausanne, suizend over de Alpentoppen, langs de befaamde Bocht 7 van Alpe d’Huez om via de bloedhete heuvels van de Loire, de Haute-Loire, de Aude en de Occitanie, via de scherprechters van de Pyreneeën, langs het bedevaartsoord Lourdes waar de Heilige Maagd Maria maar liefst 18 maal verscheen aan de schapenhoedster Bernadette Soubirous, meegevlogen op de vleugels van de adelaars die waken over bedevaartsoord Rocamadour waar de laatste tijdrit werd gehouden, om uiteindelijk neer te strijken boven het almachtige Parijs.

Alle hoop, vreugde, verdriet, pijn, ellende en euforie zaten tot diep in het ruggenmerg van de renners toen zij zondag 24 juli 2022 op de Champs-Élysées als gladiatoren werden verwelkomd door tientallen, duizenden, tienduizenden, honderdduizenden wielerfans die hun handen ineen hadden geslagen om getuige te mogen zijn van de slotetappe van ’s werelds grootste wielerevenement, de Tour de France.

Pure topsport omarmt en sluit niemand uit.

Onder deze massa mensen, veelal getooid in hun nationale kleuren, dan weer in het geel om zich de vereenzelvigen met de winnaar van de Ronde en dan weer in het wit-met-bolletjes alsof zij zelf het hooggebergte per fiets hadden getrotseerd, bevond zich een gezelschap van een twintigtal mensen dat zich in een bus vanuit Rotterdam had laten vervoeren om deelgenoot te kunnen zijn van dit glorieuze onthaal van de renners die zich ieder jaar tot held ontpoppen.

Deze groep uitverkorenen liet zich Kopgroep noemen – zie het als verkenningstroepen die de topsportcultuur van de Tour als bijen tot zich nemen om een kruisbestuiving in Rotterdam later dit decennium tot stand te brengen.

Wie topsport zegt, zegt heldendom en ieder mens heeft heldendom nodig om zich tijdelijk aan de dagelijkse malheur die het leven niet zeldzaam is te kunnen te onttrekken. Op het gebied van kunst, cultuur, gastronomie en sport zijn het de helden die ons inspireren en die ons leven verrijken. Zonder helden proeft het bestaan als lauwe melk, sporthelden geven het leven de smaak van champagne.

Het gezelschap was bijeengebracht door Rotterdam Topsport – de organisatie die niet alleen het belang van topsport inziet, maar die ook beseft dat Rotterdam qua traditie, allure, infrastructuur en gastvrijheid dé stad van het land is waar jaarlijks topsportevenementen moeten plaatsvinden. De Rotterdammer weet immers als geen ander dat (top)sport niet perse om winnen of verliezen gaat – het moge herhaald: in de kern draait topsport om inspireren en verrijken. Voor het platte principe van winnen of verliezen zijn andere steden in het leven geroepen.

Het is dan ook geen toeval dat het anagram van “topsport” met een beetje dichterlijke vrijheid “opstroopt” is en laat dat opstropen nu juist de specialiteit bij uitstek van de Rotterdammer zijn. En dus werd er niet teveel gemekkerd toen het gezelschap urenlang door het bloedhete Parijse stadscentrum werd geslingerd om de ploegenpresentatie van de vrouwenploegen bij te wonen. Je stroopt je mouwen op en je hebt een probleem minder.

De afsluitende etappe van de heren ging dit jaar voor het eerst hand in hand met de start van de Tour de France Femmes. Een waar unicum en dus kon geen enkele roadblock deze Rotterdamse Kopgroep ervan weerhouden om de vrouwenploegen “ergens bij de Eiffeltoren” te kunnen aanschouwen. De door Anna van der Breggen doorgegeven locatie “ergens bij de Eiffeltoren” levert in de metropool Parijs echter algauw twee extra wandeluren op, maar deze wandelpijn werd met liefde getrotseerd om Chantal van den Broek-Blaak, onze lokale topsportheldin, een persoonlijk hart onder de riem te steken.

Een dikke twee uur later gilde deze Kopgroep Chantal naar voren toen het vrouwenpeloton op de Champs-Élysées telkenmale voorbij scheerde. ‘HUP BLAAKIE!’, klonk het tussen het 50 en 25 meter punt voor de finish. De Patroonheilige van de Koers liet onze trots Blaakie uiteindelijk veilig finishen en liet de Mijdrechtse Lorena Wiebes de openingsetappe winnen. Volgens Google Maps bedraagt de afstand tussen Rotterdam en Mijdrecht 57 kilometer, een gegeven dat de blijdschap van de Rotterdammers nog nèt rechtvaardigde.

De Patroonheilige van de Koers zag dat het goed was.

Tussen de koers van de dames en die van de heren was er nog tijd voor een hapje en een drankje. Er werd inhoudelijk gesproken over een mogelijke tourstart in de havenstad van zowel de vrouwen als de mannen: een meer dan serieuze ambitie van de gemeente Rotterdam uitgevoerd door Rotterdam Topsport, de organisatie die dit weekend werd vertegenwoordigd door Lisette Eijgelsheim en Diana Schultz. De Kopgroep zelf was in opdracht samengebracht door Lars van den Broek, echtgenoot van Chantal Blaak. De stad heeft de ambitie om de eerste buitenlandse startplaats te zijn voor de Tour de France Femmes avec Zwift – een Grand Départ wordt voor 2024/2025 beoogd.

Op de achtergrond van deze gesprekken bereikte de opzwepende stem van speaker Marc Chavet het schaduwrijke buitenportaal van Restaurant Laurent aan de Avenue Gabriel 41 waar het Rotterdamse gezelschap werden getrakteerd op een overweldigende lunch. Rotterdam als topsportstad op de Tour de France kaart zetten, moge met een Parijse menukaart beginnen.

Eerlijk is eerlijk – Rotterdam heeft weinig van de mondiale grandeur van Parijs, daartegenover werd vastgesteld dat de soms iets te zelfverzekerde Fransen het nodige zouden kunnen leren van de voortvarendheid, de daadkracht en de deskundigheid van de Rotterdamse hospitality. Gasten lauw-bier-met-schuim voorschotelen in een kartonnen bekertje past bepaald niet bij de grootsheid van een evenement als de Tour de France.

Toen trok de betoverende stem van Marc Chavet het gezelschap naar het parcours. De echoënde stem van Chavet (“Zjúmbo Víesma!”, “Zjónas-e Vinge-gaard-e!”, “Fábio Zjakopsèn-ne!”) is de Autoroute du Soleil, afslag Bollène, een chanson van Jean Ferrat, een stukje Bleu d’Auvergne met een dieprode Pomerol om de boel mee af te ronden. Momenten dat je de tijdigheid van het leven uit het oog verliest.

Marc Chavet is de stem van de Tour die Rotterdam verdient.

Er werd weer plaatsgenomen op de tribunes waar de spanning opliep toen de heren als fietsende vuurpijlen voorbij trokken waarbij de naam Fabio opvallend vaak viel. De Rotterdamse Kopgroep zag in hem, Fabio Jakobsen dus, de held van de Tour omdat hij model staat voor alles wat topsport zo mooi maakt en bovendien omdat hij de stad Rotterdam symboliseert. Vanzelfsprekend was de gelijkenis tussen de wederopstanding van Fabio Jakobsen na zijn horrorcrash en de naoorlogse herrijzenis van Rotterdam ook de Patroonheilige van de Koers niet ontgaan.

Dezelfde Patroonheilige van de Koers had plaatsgenomen in een van de drie straaljagers wier rook boven de Champs-Élysées het trotse Bleu-Blanc-Rouge verbeeldde. Met een enorme knal vlogen de drie straaljagers boven de Arc de Triomphe uiteen, waarna de stem van Marc Chavet de regie weer overnam toen de renners de bel van de laatste ronde hoorden afgaan.

De Patroonheilige van de Koers daalde onhoorbaar en onzichtbaar naar beneden en nam plaats op de tribune tussen de leden van de Kopgroep om de koers eens niet vanuit de hoogte te volgen.

Brokken in kelen werden weggespoeld, vuisten werden gebald, mobieltjes gingen in de lucht om te registreren wat zelden of nooit wordt teruggekeken omdat het leven in zijn schoonste vorm niet vast te leggen valt.

Je moet erbij zijn geweest en dichterbij de Tour zou deze Kopgroep niet geraken. Alle zintuigen deden mee, er werd niet verzaakt.

Topsport kon worden gehoord omdat het geluid van een voorbijrazend peloton poëzie voor de oren is, topsport kon worden gevoeld omdat een voorbijtrekkend peloton de lucht kust zoals een zomerse zeewind dat doet, topsport kon worden geroken omdat de geur van zweet, kettingolie, frites, bier en champagne bij de koers hoort en topsport kon worden gezien en wel met eigen ogen die de werkelijkheid geen geweld aandoen met kleureneffecten en filters zoals mobieltjes doen.

Onderwijl werd de Patroonheilige van de Koers in alle toonsoorten aangeroepen.

‘DÓE HET FABIO! DÓE HET!’, schreeuwde een lid van de Kopgroep die zojuist nog de rust zelve was.

Dat doet topsport met een mens.

Er werd gestaan en gebruld. Gekromde vingers vormden zich rondom opengesperde monden.

‘FABIOOOOO!’, riep een vrouw die daarna aan haar man vroeg of hij, Fabio Jakobsen dus, de sprint zou kunnen winnen. Vrouwen maken het beste in de man los.

Alles kwam tezamen op de Champs-Élysées waar de opgelopen spanning gelijke tred hield met de tropische temperaturen. Geen probleem want topsport vervaagt grenzen, topsport omarmt en bovendien klagen Rotterdammers niet gauw.

Zij hopen en verlangen.

Om die reden was de teleurstelling niet echt groot toen de benen van Fabio honderd meter voor de aankomst plotseling stil hielden. Rotterdammers kunnen tegen een stootje, kennen hun pappenheimers en het zij herhaald: in de kern moet topsport inspireren en verrijken en dat had Fabio Jakobsen 21 etappes lang gedaan.

22 Dagen geleden passeerde hij in het Deense Nyborg als eerste de finish. Als niet-klimmer trotseerde hij vervolgens alle bergen die hij verteerde zoals Rotterdamse wielrenners hun tanden stukbijten op de Slufter van de Maasvlakte. Heel Nederland schreeuwde hem naar voren en omhoog toen hij in de 17e etappe slechts 15 seconden overhield om niet buiten de tijd als allerlaatste op de Peyragudes aan te komen. Na de finishlijn liet hij zich tegen de boarding neervallen. Leger dan leeg, kapotter dan kapot.

Ook dat was topsport en wel in optima forma. Het was ook topsport hoe zijn collega Florian Sénéchal in tranen uitbarstte toen hij over de tragiek van Fabio sprak en over de vriendschap die daaruit voortvloeide. Vriendschap zonder wederzijds respect is geen vriendschap. Stef Clement verklaarde voor de tv dat de Quick Step ploeg zich had openbaard als commando’s: ze kunnen allemaal aanvallen, maar verlaten pas het strijdveld als ook de laatste man gered is. Een andere vorm van topsport bedreef Fabio toen hij zich excuseerde voor zijn uitlatingen kort na de etappewinst van zijn rivaal Dylan Groenewegen.

Topsport heeft een voorbeeldfunctie, topsport kent vele varianten, topsport draagt iedere dag een ander petje.

Al die emoties kwamen als een vuist bijeen toen Fabio als uiteindelijk dertiende met geboden hoofd over de eindstreep rolde. Hij had niet mee kunnen sprinten omdat zijn ketting eraf was gesprongen, zo zou hij later gedesillusioneerd verklaren. Bij het verlaten van het strijdtoneel beantwoordde hij het gejuich van het Rotterdamse gezelschap een half uur later met een korte beweging van de wijsvinger vanaf zijn linker shifter.

Toen de bus in het holst van de nacht de parking van het Topsportcentrum Rotterdam opdraaide, was de Patroonheilige van de Koers al lang en breed terug in Labastide-d’Armagnac.

Zondag 24 juli hadden Parijs en Rotterdam zich verenigd en het lijmmiddel was topsport. De kruisbestuiving had daadwerkelijk plaatsgevonden.

En de Patroonheilige van de Koers zag dat het goed was.

 

FOTOGALERIJ

 

-KLIK OP DE KLEINERE FOTO’S UIT DE FOTOGALERIJ VOOR EEN VERGROTING-

 

 

 

 

 

 

 

 

Foto’s uit eigen collecties van de deelnemers van de Kopgroep

 

 

-