Hoe leg je een legende uit aan iemand die onbekend met de legende is?

Al mijn pogingen om aan mijn Indiase fietsvriend Vinod uit te leggen hoe groot de status van Joop Zoetemelk is, strandden tot dusver in de valkuil van de goed bedoelde intenties. Bij Vinod thuis liet ik YouTube-video’s zien van de klimmende Joop, de sprintende Joop, de vallende Joop, de juichende Joop maar geen enkele Joop leek écht indruk te maken op Vinod die het sowieso al niet van zijn extroverte enthousiasme moet hebben.

Het was die maandagmiddag 17 september 2018 dat Vinod en ik recht tegenover Joop Zoetemelk stonden. Aan mij de taak om Joop door zíjn ogen te zien.

Joop werd binnen no time omringd door tientallen jongetjes van dertig, veertig, vijftig jaar die hun koffers als de muren van een burcht om Joop en zichzelf hadden gebouwd, omdat niemand de moeite had genomen eerst de sleutels van de hotelkamers op te halen bij de balie waar de Amsterdamse receptioniste Denise tevergeefs de kamernummers omriep. Joop had zijn armen op zijn borst gevouwen en wachtte op wat komen ging, zoals mannen likkebaardend kunnen staren naar gegrild vlees op een barbecue.

We wilden allemaal te snel te iets van Joop, een beetje zoals de eerste minuten die kinderen doorbrengen in een speelgoedwinkel.

Zoals altijd keek Vinod bedrukt alsof slecht weer op komst was. De plotselinge aanwezigheid van de voormalig wereldkampioen en Tour de France winnaar zei hem nog altijd niets en Joops bescheiden houding paste niet bij een heroïsche sportlegende, althans niet in de beleving van Vinod die de gewoonte heeft nieuwe ervaringen langs zijn Indiase liniaal te leggen.

Een heldenstatus wordt geografisch bepaald.

Andersom had ik het onlangs zelf nog meegemaakt. In Bombay bezocht ik een liefdadigheidsvoetbaltoernooi waarbij ik vlak voor de aanvang van de prijsuitreiking werd voorgesteld aan een man die een spijkerbroek, een spijkerjasje en cowboylaarzen droeg. Rondonder zijn baseballpetje krulden donkere lokken. Ik had geen idee wie het was maar aan het aantal fotografen en cameraploegen om ons heen, begreep ik dat ik naast een beroemdheid stond.

Ik zag hem door Vinods ogen.

Hij stelde zich vriendelijk voor, maar de kakafonie aan blikkerige geluiden en schreeuwende Indiërs (vergeef me het pleonasme) belemmerde een normale kennismaking. Ik werd met dat typisch Indiase gevoel voor overstatement door de gastheer gepresenteerd als een fietswonder die zich per fiets en vulpen inzette om de wereld van haar ondergang te redden, maar voordat ik kans had gezien om dit beeld grondig bij te stellen, had ik al een microfoon onder mijn neus en moest ik voor een lokaal televisiestation uitleggen hóe het toch voelde om náást de legendarische Bollywoodacteur Imran Khan, want zo bleek hij te heten, te mogen staan.

De gediplomeerde boerenlul van Rotterdam-Zuid was de onbekende legende, even onbekend als Joop Zoetemelk in India of Imran Khan in Nederland.

‘There is Joop! There! Look!’

‘Is that Dzjoep Dzjoetiemelk?’, vroeg Vinod met zijn donkerbruine stem die wij in Nederland voornamelijk kennen van beginnende voetbaltrainers die serieus genomen willen worden.

‘Jóóp! I told you his name is Jóóp! Not Zjoep… there he is… I can’t believe this…it’s him!’

De onbekende legende Imran Khan leek mij meer te doen dan de onbekende legende Dzjoep Dzjoetiemelk hem.

Culturele integratie begint met het leren van elkaars helden, de vieze woorden volgen dan vanzelf.

‘Joop… it’s an eer, zei ik terwijl ik Joops hand vasthield. Mijn gedesoriënteerde begroeting in het halve Engels leek Joop geenszins te deren want hij keek me grinnikend aan.

Bij deze handdruk paste een fotomoment waarbij ik mijn rechterhand voorzichtig op de rechterschouder van mijn held plaatste en hij zijn linkerarm losjes op mijn rug liet rusten.

Vinod maakte de foto van mij en zijn onbekende legende. De week van mijn leven kon beginnen.

 

-