Gamma. Mooi hè?

***

Ze noemen het jump suite geloof ik, dat ding dat ze draagt. Het staat haar formidabel, eerlijk is eerlijk, ook al draait mijn maag om als ze me een kus geeft (“doei!”) en van ons wegloopt. Ze straalt. Troost zoeken bij Estelle gaat ook al niet. Ze is opgemaakt, draagt een kleurig maar chique jurkje en loopt bovendien op hakken. Toen ik vijftien was, had ik nog altijd Kevin Keegan posters in mijn kamer en was Bennie Wijnstekers te lang mijn held.

1988. Achttien jaar. Sporthal Montfort College. Jouw moment van glorie bij de diploma uitreiking toen je de hand van Judas, rector Jan Blom, weigerde te schudden omdat je wist dat zijn felicitaties puur protocollair waren. Alles had hij in het werk gesteld om mij van school te sturen, maar het was hem niet gelukt. Bij mijn broer wel. In 2001 werd hem de Erasmusspeld Rotterdam toegekend wegens zijn grote verdienste voor de Rotterdamse schooljeugd. “De rector staat klaar voor iedereen en zoekt altijd naar oplossingen voor problemen ook als ze niet strikt over onderwijs gaan”, aldus toenmalig onderwijswethouder Els Kuijper. Daar was weinig van te merken toen eerst mijn broer en later ik in de hoek stonden waar de klappen vielen. Stel hoeren.

Zesentwintig jaar later. Fabienne’s karakter is minder opstandig. Ze rookt al achttien jaar de vredespijp en plukt daar nu, met vandaag als summum, de vruchten van.

Staatsieportretten. Buiten.

Het is drukkend warm in het Nieuwe Luxor waar vrienden en familieleden nerveus hun plaatsje zoeken nadat zo-even de gong in de foyer had geklonken.

“Jouw familie is er zeker weer in groten getale?”, bleek Jurriaan van Mil, een boomlange schoolvriend van Fabienne, cum laude geslaagd, te hebben gevraagd toen de VWO-geslaagden onder de klanken van One Day I’ll Fly Away van Randy Crawford, gezongen door twee vrouwelijke leerkrachten waarvan de een net iets te veel haar best deed net iets boven de ander uit te komen, plaats namen in de rode theaterstoelen.

“Ja”, had zij geantwoord. Haar ogen gingen de rijen af. Op zoek naar houvast.

Daar! Zwaaien.

Rij 3. Opa Hendriks. Oma Hendriks. Papa. Mama. Ome Rich. Tante Lile. Oma Bos. Raymond. Estelle. Hélène. De laatste drie starend naar hun toekomst.

Rij 4. Kevin. Jeremy. Opa Bos.

Jasje. Dasje. Gala.

 

Boven! Daar! Maxime, Fabienne’s vriendin sinds de prehistorie, met haar moeder Jacqueline. Ik zwaai ook naar boven maar ze zien me niet. Geeft niets. Op avonden als deze, waarop alles lijkt te kloppen, mag een zwaai best onbeantwoord blijven.

De rector spreekt. Bedankt het schoolbestuur. De mentoren, conrectoren, docenten.

Ik klap voor de vorm.

Waar het vandaan komt weet mijn vader niet (eigenlijk weet hij het wel, hij ziet zijn eigen tegendraadse karakter, een masculien familiedingetje, weerspiegeld in het gedrag van zijn beide zoons, dat er uiteindelijk toe leidde dat zijn jongste zoon een schrijvende Spookrijder of, zo u wilt, spookrijdende schrijver werd), maar zijn zoon voelt natuurlijke weerstand als hij een schoolgebouw betreedt.

Tijdens mijn schoolcarrière zadelde ik mijzelf, les in les uit, met één opdracht op: haal zo snel mogelijk de theorie van de leerkracht onderuit en schuw daarbij geen enkel middel. De provocatie bleek een probaat strijdmiddel om het bloed onder menig nagel van menig docent vandaan te halen. Als Don Quichotte verliet ik het Sint-Montfoort College met de handloze felicitaties van rector Blom als laatste proeve van mijn rebellie.

“Kevin is er ook”, fluistert Kevin.

De eerste Kevin is de vader van Tom. Hij is net uit Londen overgevlogen en had haast zijn vliegtuig gemist, begrijp ik van de tweede Kevin, de Kevin dus van Trekvogels. Hoe of waar je ook zoekt, er is geen spoortje kwaadzinnigheid in die gozer te bespeuren. Ik benijd zulke mensen tot op het bot.

De zoon van de eerste Kevin, Tom, passeert. Rustig, beheerst, zelfverzekerd. Tom is, met Kevin, de beste vriend die Fabienne heeft. Tom is schoolgenoot op het Emmaus en teamgenoot bij Trekvogels. Mijn ogen worden vochtig. Ik maak een bewogen foto als hij onbewogen passeert.

Tom passeert

Als op 12 juni de kinderen te horen krijgen geslaagd te zijn, stuur ik Tom de volgende WhatsApp:

“Beste Tom. Op jou zijn wij vandaag extra trots. Wat een geweldig karakter heb jij getoond. Je hebt velen zeer trots gemaakt. Bovendien heb je woord gehouden. Dit maakt jou een bijzondere vent waar wij veel om geven. Fantastisch gedaan Tom alle respect van de wereld komt jou toe. Liefs, Marco en Anita xxxx.”

In september vorig jaar beloofde hij het. Zijn moeder. Dit moment.

2014-07-03 19.33.06

 

Zijn vader Kevin mag er nu getuige van zijn. Hij zit één rij voor ons, enkele stoelen naar rechts. Hoe moet hij dit ondergaan? In die vreemde Nederlandse taal. Daar zit hij, starend naar zijn enige zoon. Zijn zoon die geheel zelfstandig het gymnasium afsloot met een discipline en cijferlijst waar een paard de hik van krijgt.

10509634_494531110678525_4061474218713224289_n

 

De woorden ‘gruwelijk’ en ‘trots’ vechten om voorrang. Dat gebeurt nu eenmaal als jonge mensen volharden.

De avond sleept zich voort.

Honderdachtenveertig scholieren zijn geslaagd en ieder van hen wordt in de spotlights gezet. Letterlijk. Een grappige anekdote. De vervolgstudie. De sfeer in de klas. De verscheidenheid is verbluffend en werkt inspirerend. Slungels, uit de kluit gewassen staken, zelfbewuste alto’s. Sommige namen ken je. Sommige gezichten. De Polderboys. Ha. Er kan geen lachje vanaf. Fucking cool. Ruby. Zij schrijft gedichten die ze mij laat lezen in een mooie ‘tegen-wil-en-dank’ stijl. Jurriaan. Een reus van een knul, zelfs mijn Renault Espace was te klein voor hem, en de enige die mij ooit complimenteerde met mijn rijstijl. Kelly. Een mooie jonge vrouw die een hekel heeft aan sporten.

Ik bracht ze weg. Haalde ze op. Als zwijgende taxichauffeur hoorde ik hun verhalen aan. Vooraf. De hoop en verwachting. En achteraf? Roddels. En verzwegen spijt.

Enkele Van Binsbergen Heb Je Nog Geneukt Avant La Lettre types worden gehuldigd. Er zijn scholieren die met een fout studentenhoofd geboren worden. Sommige leerlingen krijgen het predicaat briljant mee. Ik ben als de dood dat ik een van hen dadelijk in de foyer tegenkom. Wat moet je zeggen tegen een achttienjarige die Econometrie of Business Information Management aan het Erasmus gaat studeren? Is het geen wonder dat we ons überhaupt staande weten te houden tussen al deze jonge hotshots? Ik voel me een complete imbeciel en dat voelt vertrouwd.

De zenuwen gieren door onze keel. Soms legt Jeremy een hand op mijn schouder. Dan knijpt hij me. Onze boomlange knuffelbeer zonder wie ons gezinsleven nu al incompleet is.

Een goede twee uur later. De klas van Fabienne en Vincent is eindelijk aan de beurt. In alfabetische slagorde.

Dus eerst Bakker, Vera. Voor ons Veer.

 

2014-07-03 21.13.13

 

Gejoel vanuit Rij 3 en 4. Vera gaat politicologie studeren. Aan de VU in Amsterdam, maar we doen net alsof we dat niet hebben gehoord. Geeft niets. Kijk haar lopen. Ik denk altijd aan treinreizen in akelig verre laden als ik Vera zie. Ze heeft een belachelijk goede muzieksmaak voor haar leeftijd en neemt nu als eerste plaats op de apenrots. Ze vindt me vooral lief als ik dronken ben want dan ben ik op mijn klefst en knuffel ik al onze kinderen graag omdat tegen hen geen bitter kruid gewassen is.

Ze is de vriendin van Vincent. Hij is de volgende die mag.

Bakker. Bos. Vincent van den Bos.

2014-07-03 21.13.51

 

Het wordt me eventjes te veel. Het is je neef, maar eigenlijk een soort zoon. Op zijn minst een broer. Van Fabienne dan.

 

Zij doorliepen samen acht jaar lang basisschool de Kleine Prins. En daarna zes jaar het Emmauscollege. Fabienne was getuige van zijn eeuwig durende discussies bij Filosofie.

2014-07-03 22.25.55

Vincent met zijn favoriete leraar Filosofie mijnheer van Loosbroek (in de wandelgangen echter mijnheer Broekloos genoemd)

Het vormen van een eigen mening is Vincent met de paplepel ingegoten. De vader, twee opa’s en drie ooms van Vincent doopten hem bij geboorte in het bad der koppigheid. Wij gaan er graag met gestrekt been in. Wees dus gewaarschuwd, vooral als u een voetbaldiscussie aangaat vanuit het perspectief van die ene club uit onze hoofdstad.

Ik besluit maar niet naar links te kijken. Pa, stoeiend met zijn fotocamera, ma bijtend op dan haar boven-, dan haar onderlip. Regelmatig laat ze een “ach” vallen, maar het is geen “ach” uit medelijden. Integendeel. Het is de “ach” van trots.

Je doet jezelf pijn. Door Girl, You’ll Be a Woman Soon te draaien. En te staren naar de leegte. Misschien zoek je het donker, in de hoek van de stad, juist op. Mijn zus ook. Starend naar Vincent. Ze zingt het vaak. Hoog. Breekbaar. Why you’re growing up so fast…my boy… Het leven komt voor als een worsteling met de tijd. Het enige remedie is rode wijn. Graag met liters.

https://youtu.be/OXfQYRiXQDA

 

Enkele letters verder. Fabienne. Als een prinses betreedt ze het podium. En onder luid gejoel. Want Michelle is in the house. In haar felrode jurk. Achterin. Ze kan bakken geld verdienen in de VS als ze zou willen: joelen bij Late Night Television. Ik wil ook weer achttien zijn en joelen zoals op TV. Maar ik ben vierenveertig en draag nu stropdassen. Ook als ik dat niet wil.

2014-07-04 20.36.22

 

Op een vrijdagmiddag kwam ze thuis. We hoorden de deurklink opengaan. Ze had haar examen Economie achter de rug. Haar zwakste vak. Een mogelijk breekpunt. De vorige avond hadden we urenlang de theorie doorgenomen. Van het mechanisme van de handel in vreemde valuta. Afschuwelijke kost voor iemand wier gedachten zitten bij The Big JC, Plato, Anni Leibovitz, Etta James, Jordy Clasie en Bruce Springsteen.

Ze liet zich huilend in mijn armen vallen. Geen enkele vraag over vreemde valuta telde het examen. Niet één. Ze had het examen verpest. Dat werd zakken. Ik deed alsof ik sterk was omdat je jezelf ooit wijs maakte dat vaders niet zullen breken in bijzijn van hun kinderen.

’s Avonds viel ze pas laat in slaap na de zoveelste langdurige praatsessie. Op haar plafond, pal boven haar bed, hingen al wekenlang drie A4-tjes met jaartallen en de daarbij horende geschiedkundige wapenfeiten. 4 april 1968. Martin Luther King vermoord in Memphis, Tennessee. Haar opa werd achtentwintig die dag.

“Er zijn van die leerlingen waarvan je het jammer vindt dat je ze niet wat eerder hebt leren kennen,” aan het woord is mevrouw Frijters, mentor van Fabienne, “en daar ben jij er een van. Spontaan, zelfbewust, actief, altijd goed gehumeurd en creatief. Jouw presentatie bij Frans als eerste van de klas heeft op iedereen een verpletterende indruk achter gelaten, om nog maar te zwijgen over het prachtige fotojaarboek. Op de Kunstacademie denk ik dat ze blij zullen zijn met jou. Gefeliciteerd…”

Applaus. Bij het woord ‘Frans’ hoor ik mijn moeder slikken omdat afscheid nemen haar zwaar valt. Vooral van Frankrijk. Soms komt Frans verdriet over als zagen aan je knieën. Altijd op de plek waar je het meest kwetsbaar bent. Zij die letterlijk aan de wieg van deze avond stond kijkt met vochtige ogen naar het verhoogde podium waar Vera, Fabienne en Vincent naast elkaar zitten.

In de verlichting op de Apenrots hebben zij zichzelf verlicht. Onze kinderen zijn geen Alfa, noch Bèta. Voor hen bestaat een derde groep. Ik noem ze naar de derde letter in het Grieks alfabet: Gamma. Ze hebben zichzelf uitgevonden.

2014-07-06 17.29.02

 

***

Fa speech

 

“Follow that Dream.”

De woorden hebben geklonken en zweven nu als echo’s in de trillende ruimte tussen podium en zaal. Ze heeft het volbracht. De gang naar het podium. Michelle, natuurlijk Michelle, had gegild. “Go Fa! Woewoewoewoe!”.

Ze verhaalt over het Fotojaarboek en dankt de docenten die haar deze opdracht hebben toevertrouwd.

“…van Bruce Springsteen, mijn held.”

Ik slik. Want ik weet wat er gaat komen. Ze oefende haar speech immers enkele keren thuis. Ik onderbrak haar vaak. Hinderlijk. Als een strontvlieg.

“Pau-zes! Interpuncties! Kom-ma! Goddomme, nog een keer! En rustiger nu. En denk aan je tenen. Span die aan. Druk ze op de grond. Houvast.”

Uiteindelijk blijft er weinig van over. Gelukkig maar. Ze improviseert. Haar handen doen mee. Ze straalt. Adviseert iedereen Follow that Dream te luisteren. Op YouTube. Zij praat met de onbevangen directheid die bij haar leeftijd hoort. Passie, Vuur, Inspiratie. Daar draaide het om. Volgens Fabienne. Het was de titel van het fotojaarboek. Houd het vast. Houd het vast. Dat moment. Je hele leven lang. Voel het branden. Als een hete kool vuur. Steeds weer. Laat het relativeren aan anderen over. Blijf bevlogen. Dit alles belichaamd en verwoord door Bruce. Can you feel the spirit? Is there anybody alive out there tonight?

Follow that Dream, dat was de uiteindelijke levensles die zij heeft geleerd op het Emmaus College.

En zij gunt hem iedereen. Bruce. De Grote Baas. Ze wil delen. Zonder de drammerige gewoonte die haar vader er op na houdt.

Applaus. Bloemen.

Slikken of stikken. Dat idee.

Fa speech 2

***

13 juli 2013. Rock Werchter.

In onze huiskamer gaat de telefoon.

“P-p-pppap-p-?…”

Haar stem breekt. Op de achtergrond hoor ik Bruce spreken.

“F-f-f-f-follow-that….Dream….pap….v-v-v-voor Ome…..Lex…”

Het nummer komt met horten stoten binnen. Twaalf dagen later overlijdt haar ome Lex op achtenvijftigjarige leeftijd aan alvleesklierkanker.

Later zouden Vincent en Kevin ons vertellen dat Fabienne tijdens het lied brak en ondersteund moest worden.

Dat zeg ik. Gamma.

 

***

-