De Kaap, zij blaakt

licht, languit in de rivier.

Haar huizen omarmen wilde stadse plannen,

haar plein zingt het lied van de zee.

Van Matrozen. Meisjes. Een Walhalla van Vlees.

Nu de lust is weergekeerd

rolt de Kaap

geil en brutaal

opnieuw haar tong uit naar de stad.

 

-