In aanloop naar de ontknoping van de vaderlandse competitie waarbij de kans groot is dat Feyenoord voor het eerst sinds 1999 het landskampioenschap binnenhaalt, zal ik een serie verhalen posten om de gestaag groeiende kampioenskoorts het hoofd te bieden.

 Lees hier deel 1, De Baard van Socrates

Lees hier deel 2, De Tattoo

“The older you get
the more it means”
– Bruce Springsteen

 

Afgelopen zaterdagmiddag nam ik mijn vader mee naar De Kuip. Feyenoord werkte een dag voorafgaand aan de Klassieker een ontspannen uitzwaaitraining af. De zenuwen gierden al dagenlang door mijn keel. Bij het betreden van de Kuip kon ik geen woord uitbrengen. Mijn vader ook niet.

‘Mooi he pa?’, vroeg ik hem naar de bekende weg.

‘Prachtig’, antwoordde hij. Daarna mompelde hij nog iets terwijl hij zijn ogen langs de tribunes liet glijden.

Toen de spelers na de training het publiek dankte voor de morele ondersteuning, hield ik het haast niet droog. Met open handen die naar de hemel wezen werd Hand in Hand Kameraden gezongen. Mijn vader zong in flarden mee. Woordjes die vanuit het verleden zijn hoofd in waaiden. Hand. Woorden. Daden. Leve. Feyenoord.

Stap voor stap liepen we de trap van vak Q af.

In de overvolle Feyenoordstore kocht mijn vrouw Feyenoordsokken voor onze dochter. Bij het zien van het Feyenoordshirt in de etalage slikte mijn vader.

‘Kom pa, gaan we naar buiten. Maak ik een mooie foto van je. Voor de Kuip. Met ma.’

We liepen over de Coen Moulijnweg terug naar huis. Mijn vader stopte plotseling met lopen en liet zijn tranen de vrije loop.

‘Frans…’, zei hij, ‘mijn vriend Frans….dat shirt….’

 

Het moet vanaf 1952-1953 zijn geweest dat mijn vader met zijn jeugdvriend Frans van der Heijde zo veel mogelijk thuiswedstrijden van Feyenoord in de Kuip bezocht. Al was Feyenoord voor het laatst landskampioen geworden in 1940, het geboortejaar van mijn vader, toch trok de Club van Zuid hem als een magneet. Vreemd genoeg ging zijn liefde niet uit naar het dichterbij gelegen Sparta, de club waar zijn vader fan van was.

Frans en Wim trokken vanuit Rotterdam-Noord naar de Kuip om helden als Gerard Kerkum en Piet Steenbergen te zien voetballen. Dit deden de boezemvrienden te voet. Zo spaarden zij een dubbeltje voor de tram uit. Van dat dubbeltje kochten ze wat lekkers voor onderweg.

Op een goede dag trokken zij samen de stoute schoenen aan en besloten de vrienden zich in te schrijven bij Feyenoord. Ze werden beloond met het prachtige rood-witte shirt, het shirt waarvan zij hadden gedroomd. Frans en Wim waren gezworen vrienden – eens zouden ook zíj in de Kuip spelen.

Enkele weken na hun inschrijving bij Feyenoord bezocht de pastoor van het Sint-Fransiscuscollege, gevestigd aan de Beukelsdijk, het ouderlijke huis van mijn vader. Hij werd ter verantwoording geroepen door zijn streng katholieke ouders en mijnheer pastoor:

‘Klopt het Wim dat jij van voetballen houdt?’

‘Ja mijnheer pastoor.’

‘Klopt het dat jij groot fan bent van Feyenoord?’

‘Ja mijnheer pastoor.’

‘Klopt het dat jij je jongstleden hebt ingeschreven bij Feyenoord?’

‘Ja mijnheer pastoor.’

‘Dat mag niet Wim. Feyenoord is geen katholieke voetbalclub. Als je bij Feyenoord wilt blijven moet je van school af. Of je levert je Feyenoordshirtje in en gaat voetballen bij het katholieke Aeolus.’

‘Lever je shirt maart in’, zei zijn vader waarna mijn vader verdrietig zijn kamer opzocht.

 

Frans van der Heijde werd uiteindelijk profvoetballer bij Feyenoord.

De voetbalcarrière van mijn vader ging, net als die van miljoenen andere kinderen, uit als een nachtkaars. Bekend was hij om zijn lepe steekballetjes met buitenkant-rechts. Hem van de bal krijgen lukte je in geen honderd jaar – altijd blokkeerde dat verdomde stambeen de doorgang tot zijn ware ziel. Levenslessen.

‘Was mooi hè pa? Toch weer effe in de Kuip geweest.’

‘Ja.’

De geschiedenis krijgt het voordeel van de twijfel, dacht ik bij mezelf.

 

 

30 oktober 2016 – met Frans van der Heijde op de foto voor aanvang van Feyenoord-Heerenveen

‘Kom pa, gaan we naar buiten. Maak ik een mooie foto van je. Voor de Kuip. Met ma.’

‘Prachtig’, antwoordde hij. Daarna mompelde hij nog iets terwijl hij zijn ogen langs de tribunes liet glijden.

 

Lees hier deel 4 – Ons DNA

 

-