Het was een zaterdagochtend die aanvoelde als een zondagochtend. Ik zat in mijn badjas in de koele huiskamer. Al een hele tijd daarvóór had Maurice mij gevraagd een tekst voor hem te schrijven. Ik had ja tuurlijk gezegd. Gelukkig kijkt Maurice niet op een dag meer of minder. Ik was met mijn ja tuurlijk wat voorbarig geweest. In normale tijden stroomt het overvolle hoofd via mijn tien vingers op het toetsenbord leeg. Maar in 2020 was niets zoals het leek. En dus lag de ja tuurlijk-belofte als een baksteen in mijn maag.

Tot dus die bewuste zaterdagochtend die als een zondagochtend aanvoelde en ik in mijn badjas in de koele huiskamer zat. Sinds tijden had ik mijn zwarte Takaminegitaar op schoot. De gitaar voelde koud zoals een afgewezen vriend zich terecht zou mogen voelen.

De tekst en de melodie waren die nacht tot mij gekomen. Zo gaat het altijd. Als ik op zoek ben, gebeurt er niets. De woorden moeten mij zoeken. Het verschil tussen onderwerp en lijdend voorwerp is de hemel en hel tegelijk.

Ik schreef Turning Into You voor mijn neven, de broers Maurice en Daniël, die in 2003 afscheid moesten nemen van hun moeder, mijn Tante Lile, de zus van mijn moeder. Ze stierf aan kanker. In bredere zin gaat over het uiteengaan juist op het moment dat je je toegeeft aan liefde, aan passie, aan geloof, aan hoop.

Op mijn iPhone zong en speelde ik het lied krakerig, haast fluisterend, in. Om niemand in huis wakker te maken.

“Doe ermee wat je wilt”, had ik naar Maurice geappt, “het is nu voor en van jou.”

‘FANTASTISCH!’, had hij terug geappt. Met de helft van zijn enthousiasme zou ik de hele wereld aan kunnen.

Op Eerste Kerstdag lanceerde Maurice de videoclip die ik al een paar maanden eerder had mogen bewonderen. Ik keek ernaar zonder een woord uit brengen. Pas toen besefte ik dat Turning Into You zomaar over mijzelf en mijn alter ego zou kunnen gaan.

 

 

 

-